Ministerie van Financien

Besluit voorkoming dubbele belasting 2001. Aanwijzing van de lijst van ontwikkelingslanden

Directoraat-generaal voor Fiscale Zaken, directie internationale fiscale zaken, afdeling multilaterale zaken

Besluit van 16 januari 2002, nr. IFZ2001/1151M

De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

1. Inleiding

Bij besluit van 21 december 2000, Stb. 642, is het Besluit voorkoming dubbele belasting 1989 (hierna: het Besluit 1989) vervangen door het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 (hierna: het Besluit 2001). De Uitvoeringsregeling Besluit voorkoming dubbele belasting 1989 (hierna: Uitvoeringsregeling 1989) is daarmee komen te vervallen. Het voornemen bestaat om op korte termijn te komen tot een nieuwe Uitvoeringsregeling Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 (hierna: Uitvoeringsregeling 2001). In dat kader wordt ook de lijst van zogenoemde ontwikkelingslanden in de zin van artikel 6 Besluit 2001 vastgesteld. Dit is van belang aangezien de artikelen 15, 19, 25 en 36 van het Besluit 2001 voorzien in de mogelijkheid om in ontwikkelingslanden geheven belastingen over dividenden, interest en royalty's te verrekenen met de in Nederland verschuldigde belasting. Ingevolge artikel 6 wordt onder ontwikkelingsland verstaan een door de minister van Financiën in overeenstemming met de Minister van Ontwikkelingssamenwerking als zodanig aangewezen land. Over de status van de lijst van ontwikkelingslanden uit de uitvoeringsregeling 1989 worden regelmatig vragen gesteld. Vooruitlopend op de Uitvoeringsregeling 2001, wordt die lijst hierbij bekend gemaakt.

2. De lijst van Ontwikkelingslanden

Als ontwikkelingsland als bedoeld in artikel 6 van het Besluit 2001 zullen voor de jaren 2001 en 2002 worden aangewezen: Afghanistan, Albanië, Algerije, Angola, Armenië, Belize, Benin, Bhutan, Bolivia, Botswana, Burkina Faso, Burundi, Cambodja, de Centraal Afrikaanse Republiek, Colombia, de Comoren, de Republiek Congo, Costa Rica, Cuba, de Democratische Republiek Congo, Djibouti, Dominica, de Dominicaanse Republiek, Equador, El Salvador, Equatoriaal-Guinea, Eritrea, Ethiopië, Fiji, Gambia, Georgië, Ghana, Grenada, Guatemala, Guinee, Guinee-Bissau, Guyana, Haïti, Honduras, Irak, Iran, Ivoorkust, Jamaica, Jemen, Jordanië, Kaapverdië, Kameroen, Kenia, Kiribati, Laos, Lesotho, Libanon, Liberia, Madagaskar, de Malediven, Mali, de Marshalleilanden, Mauritanië, Micronesië, Mongolië, Mozambique, Myanmar, Namibië, Nepal, Nicaragua, Niger, Noord-Korea, Oeganda, de Palau-eilanden, de door de Palestijnse Autoriteit bestuurde gebieden, Panama, Papoea-Nieuw-Guinea, Paraguay, Peru, Ruanda, St. Vincent en de Grenadines, de Salomonseilanden, Sao Tomé en Principe, Senegal, Sierra Leone, Soedan, Somalië, Swaziland, Syrië, Tanzania, Togo, Tonga, Tsjaad, Tuvalu, Vanuata, West Samoa.

Het voorgaande houdt in dat de lijst van ontwikkelingslanden zoals gebruikt bij de Uitvoeringsregeling 1989 voor de jaren 2001 en 2002 nagenoeg ongewijzigd zal worden overgenomen. Egypte en Litouwen staan niet meer op de lijst omdat met deze landen inmiddels een belastingverdrag in werking is getreden. De landen Chili en Moldavië zullen voor het jaar 2001 nog als ontwikkelingsland worden aangewezen. Voor Moldavië houdt dit verband met het feit dat met dit land een verdrag is gesloten dat vanaf 1 januari 2002 van toepassing zal zijn.