Ministerie van Financien

Invloed van inkomsten waarvoor Nederland een beperkt heffingsrecht heeft op de berekening van inkomstenbelasting over andere inkomsten

Directoraat-generaal voor fiscale zaken, directie internationale fiscale zaken

Besluit van 16 januari 2002, nr. IFZ2001/1202M

De directeur-generaal voor Fiscale Zaken heeft namens de staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Dit besluit dient ter vervanging van de mededeling van de staatssecretaris van Financiën van 18 december 1991, nr. IFZ91/1905.

Als een buitenlandse belastingplichtige, die inwoner is van een land waarmee Nederland een verdrag ter vermijding van dubbele belasting heeft gesloten of waarop de BRK van toepassing is, uit Nederland winst, loon, resultaat uit overige werkzaamheden, uitkeringen en verstrekkingen of inkomsten geniet welke ingevolge afdeling 7.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001 tot het belastbare inkomen uit werk en woning in Nederland behoren, geldt voor de berekening van de in Nederland over een of meer van deze inkomsten verschuldigde inkomstenbelasting het volgende.

Ook voorzover de Nederlandse belastingheffing ten aanzien van hiervoor genoemde bestanddelen van het belastbare inkomen uit werk en woning in Nederland beperkt is op grond van bepalingen van een door Nederland met een ander land gesloten verdrag ter vermijding van dubbele belasting of op grond van de Belastingregeling voor het Koninkrijk (BRK), dienen deze bestanddelen mede in aanmerking te worden genomen bij de vaststelling van de te heffen belasting over andere bestanddelen van het belastbare inkomen uit werk en woning in Nederland ten aanzien waarvan de Nederlandse belastingheffing niet wordt beperkt door zodanig verdrag of door de BRK.

Deze methode van berekening van in Nederland verschuldigde belasting vloeit voort uit het door mij gehuldigde standpunt dat, ingeval een buitenlandse belastingplichtige een beroep doet op een belastingverdrag of de BRK, ten aanzien van deze belastingplichtige eerst de bepalingen van de Nederlandse belastingwetgeving dienen te worden toegepast en pas daarna de verdragsbepalingen. Deze handelwijze is naar mijn oordeel niet strijdig met artikel 94 van de Grondwet, omdat zij niet leidt tot een resultaat dat onverenigbaar is met de bepalingen van het belastingverdrag of de BRK.

Vervallen besluit

Het besluit van 18 december 1991, nr. IFZ91/1905, is hiermee komen te vervallen.