Ministerie van Financien

Vrijstelling van inkomstenbelasting voor persoonsgebonden budget

Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, domein belastingen op arbeid en vermogen

Besluit van 24 januari 2002, nr. CPP2001/3745M

De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Dit besluit is opnieuw uitgebracht voor de toepassing van de Wet IB 2001. Hiermee is geen inhoudelijke wijziging beoogd ten opzichte van de regeling die gold voor de toepassing van de Wet IB 1964, besluit van 8 juli 1996, nr. DB96/2337M, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 18 januari 2000, nr. DB2000/126M.

1. Inleiding

In het besluit van 8 juli 1996, nr. DB96/2337M, is goedgekeurd dat bepaalde persoonsgebonden budgetten onder voorwaarden bij de zorgvrager buiten aanmerking blijven voor de heffing van de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Deze goedkeuring wordt voor de toepassing van de Wet IB 2001 voortgezet.

2. Persoonsgebonden/productgebonden budgetten vanaf 2001

Met ingang van 1 januari 2001 is de financiering van de persoonsgebonden budgetten opgenomen in een algemene regeling, gebaseerd op artikel 1p, eerste lid, onder d, Ziekenfondswet. Het gaat hierbij om de Regeling subsidies AWBZ en Ziekenfondswet (hierna: de Regeling), vastgesteld door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op 27 november 2000, Stcrt. 233.

De Regeling voorziet thans in de volgende persoonsgebonden/productgebonden budgetten:

a. Persoonsgebonden budget verpleging en verzorging (paragraaf 2.5.1 van de Regeling);

b. Persoonsgebonden budget voor zorg voor verstandelijk gehandicapten (paragraaf 2.5.2 van de Regeling);

c. Persoonsgebonden budget voor intensieve thuiszorg (paragraaf 2.5.3 van de Regeling);

d. Persoonsgebonden budget voor geestelijke gezondheidszorg (paragraaf 2.5.4 van de Regeling);

e. Productgebonden budget voor hulpmiddelen (paragraaf 3.5.1 van de Regeling).

Daarnaast zijn in het jaar 2001 nog persoonsgebonden budgetten toegekend op basis van de Regeling College voor zorgverzekeringen subsidiëring experiment persoonsgebonden budget lichamelijk gehandicapten 2000.

3. Financiering persoonsgebonden/productgebonden budgetten

Op grond van de onder 2 genoemde regelingen mag een toegekend budget slechts worden aangewend voor zorg als bedoeld in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en Ziekenfondswet.

De financiering van het persoonsgebonden budget heeft plaats volgens de gebruikelijke getrapte subsidiëring. Het College zorgverzekeringen subsidieert ten laste van het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten de zorgkantoren die op hun beurt de verzekerden subsidiëren.

De financieel-administratieve taken die voortkomen uit het persoonsgebonden budget worden uitgevoerd door de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De SVB draagt zorg voor de uitbetaling van het forfaitaire bedrag van ¤ 1.089,07 (f 2.400) op jaarbasis aan de zorgvrager. Dit bedrag is bestemd voor kleine onkosten en vergoedingen voor hulpverlening. De zorgvrager kan dit bedrag geheel naar eigen inzicht aanwenden.

Daarnaast betaalt de SVB de door de budgethouder gecontracteerde hulpverleners. Indien nodig draagt de SVB hierbij zorg voor de inhouding van loonbelasting en sociale premies. Voor dit laatste blijft de budgethouder, evenals voorheen, formeel verantwoordelijk.

Bij de financiering van het productgebonden budget subsidieert het College zorgverzekeringen ten laste van de Algemene Kas een aantal ziekenfondsen. De ziekenfondsen verstrekken de productgebonden budgetten rechtstreeks aan verzekerden. Hierbij speelt de SVB geen rol.

4. Goedkeuring

Ik heb aanleiding gevonden goed te keuren dat de uitkeringen welke op grond van de onder 2 genoemde regelingen worden verstrekt, bij de desbetreffende hulpvrager voor de heffing van de inkomstenbelasting/ premie volksverzekeringen buiten aanmerking blijven. Aan deze goedkeuring verbind ik als voorwaarde dat de vrijstelling vervalt indien de belanghebbende een aftrek wegens buitengewone uitgaven verzoekt voor de kosten waarvoor het budget is verstrekt. Met het oog hierop dient de SVB jaarlijks per zorgvrager een opgaaf van het bestede budget te doen aan de Belastingdienst/Centrale beheereenheid informatiesystemen, Postbus 9040, 7300 GA Apeldoorn.

5. Toepassing van het besluit

Dit besluit is uitsluitend van toepassing voor de belastingjaren 2001 en 2002. Afhankelijk van de ontwikkelingen zal voor het jaar 2003 een nieuw besluit worden uitgebracht.