Nederlandse Vereniging van journalisten

De omroepen van het fatsoen

In een tijd dat de omroepen in Hilversum weer strijden om hun identiteit blijft niets zo inwisselbaar als de omroepmedewerkers die hier vorm aan moeten geven.

Leden moeten zich herkennen en thuis voelen bij hun omroep, maar dat warme bad is niet voor de eigen medewerkers bedoeld. Als oud vuil worden deze doorgaans uitstekend functionerende journalisten na drie jaar trouwe dienst op straat gezet om in ieder geval toch maar te voorkomen dat er een vast dienstverband zou kunnen ontstaan.
Dat de eigenheid van de omroepen toch echt begint bij de makers van de programma's, blijkt nog immer niet tot de directiekamers te zijn doorgedrongen.
Je moet de vieze gezichten daar zien, als je de term vast contract en programmamaker in één zin noemt.
Alsof omroepmedewerkers een soort buitencategorie werknemers zijn, die het fenomeen hypotheek, kinderen en vaste lasten niet kennen. De eenzijdige wijze waarop bepaalde omroepen hun problemen afwentelen op hun tijdelijke personeel, past niet bij het met veel bombarie gebrachte fatsoensimago dat diezelfde omroepen naar buiten toe uitstralen.
Sociaal en maatschappelijk betrokken tot aan hun eigen voordeur!

Met pakkende slogans wordt het eigen profiel aan het publiek verkocht. Zonder eigen programmamakers worden de omroepen echter tot niets meer of minder dan inwisselbare merknamen.
De omroep van het fatsoen, de omroep die je het gevoel laat delen, de omroep waar je je veilig voelt, de omroep met het sociaal-democratische gezicht; het zijn voor veel omroepmedewerkers slechts veredelde uitzendbureaus, waar een bepaalde dienst geleverd moet worden. Elk jaar maar weer afwachten of je mag blijven en na drie jaar sluit voor velen de deur voorgoed.

Natuurlijk is een gezonde instroom van jong talent goed, zonder creativiteit en nieuwe ideeën is de omroep snel ter ziele. Maar met kwaliteit en betrokkenheid zo hoog in het vaandel is een fatsoenlijk personeelsbeleid toch niet te veel gevraagd?
Als de omroepen geloven in hun eigen identiteit, daag ik ze uit dat ook binnenshuis te laten zien. Met meer vaste contracten en meer ruimte om binnen de omroep zelf verschillende functies te vervullen. Ook daarmee houd je de geesten fris en de makers creatief. En als de omroepen geloven in sociaal en maatschappelijk beleid, laat dat dan ook tot uiting komen in betere contracten. Geef de flex-werkers die je nodig hebt in je organisatie uitzicht op een vaste baan. Of, ook dat is bespreekbaar voor de NVJ, betaal ze extra zodat ze zelf een buffer kunnen opbouwen, als ze op zoek moeten naar ander werk.
Het zijn de makers die het 'm doen, maar waar blijft de waardering?

Thomas Bruning