BredeSchoolNet

bredeschool.net

Samenvatting, advies Dagarrangementen

februari 2002

De Commissie Dagarrangementen presenteert een aantal voorstellen om de infrastructuur van onderwijs, opvang en vrije tijd beter af te stemmen op leefstijl en tijdsbesteding van ouders en hun kinderen. Naar behoefte kunnen ouders en kinderen een dagarrangement samenstellen: een doorlopend aanbod van voorschoolse opvang, onderwijs, opvang tussen de middag en culturele, educatieve en sportieve activiteiten na school. Het aanbod is qua tijden afgestemd, wordt vanuit één of meerdere locaties aangeboden en voorziet in vervoer van de kinderen naar activiteiten. Ouders kopen op eenvoudige wijze een pakket in. De aanbieder evalueert het aangeboden pakket, inventariseert de wensen van ouders en kinderen en stelt op basis daarvan een nieuw aanbod samen. Keuzevrijheid voor de gebruiker staat voorop. Kernbegrippen zijn rust, een goede organisatie en aanbod van hoge kwaliteit.

Meer en uitnodigende mogelijkheden voor kinderen, beter en handiger voor de dagindeling van ouders.

Met deze voorstellen geeft de commissie invulling aan de opdracht waarmee zij is ingesteld: werken aan een betere samenhang tussen voorzieningen voor onderwijs, opvang en vrije tijd onder meer door een multifunctioneel gebruik van bestaande en nieuwe gebouwen. Flexibele dagarrangementen ontwikkelen die aansluiten bij de behoeften van ouders en kinderen. De Commissie Dagarrangementen werd ingesteld door de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mede op initiatief van de bewindslieden van Economische Zaken, Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Grote Steden- en Integratiebeleid.

Terwijl het kabinetsbeleid erop is gericht om de arbeidsparticipatie van vrouwen te vergroten, blijkt uit onderzoek onder ouders dat de commissie heeft laten uitvoeren, dat 87 procent van de (aanstaande) moeders mìnder gaat werken om de opvang te regelen. 55 procent neemt zich voor de werktijden opnieuw aan te passen als het kind naar de basisschool gaat. Naast het gebrek aan capaciteit ervaren ouders het tijdsvraagstuk als het grootste knelpunt. Geen aansluiting en te weinig flexibiliteit van de openingstijden, grote afstanden tussen school, dagverblijf of buitenschoolse opvang en geen oplossingen voor onverwachte gebeurtenissen. Het managen van de dagelijkse zorgtaken in combinatie met arbeid wordt steeds lastiger. Ouders creëren vanuit hun eigen verantwoordelijkheid individuele oplossingen, maar deze zijn vaak kwetsbaar. De fysieke en sociale infrastructuur van de Nederlandse

samenleving is nog onvoldoende ingericht op nieuwe leefpatronen en samenlevingsverbanden.

Door een betere afstemming van tijd en ruimte kunnen gemeenschapsvoorzieningen op het terrein van onderwijs, opvang en vrije tijd de combinatiedrukte van ouders verlichten. Samenwerking is het sleutelwoord. Een grote meerderheid van de ondervraagde ouders wil dat ook, het liefst ziet men de voorzieningen gehuisvest onder één dak. Niet alleen vanwege een betere aansluiting met arbeidstijden, ook en vooral omdat de kwaliteit van opvang en onderwijs er door verbetert, het leuker wordt voor hun kinderen en het hun ontwikkelingskansen verhoogt. Ouders en kinderen hebben uitgesproken ideeën over de invulling van die samenwerking.

Het concept dagarrangementen bouwt voort op de brede schoolontwikkeling en gaat tegelijkertijd verder. Inzet is een breed educatief aanbod voor àlle kinderen, met goed onderwijs, kwalitatief verantwoorde opvang en een geïntegreerd pakket van opvang en buitenschoolse activiteiten. Gericht op de verbetering van de dagindeling èn op het vergroten van de ontwikkelingskansen van kinderen. De commissie doet een aantal aanbevelingen om dit aanbod te realiseren. Daarbij is gebruik gemaakt van de 140 experimenten die in het kader van de Stimuleringsmaatregel Dagindeling in het gehele land lopen.

De tussenschoolse opvang ziet de commissie als een vaste schakel in een aaneengesloten schooldag. Na een aanloopperiode, kan dit professioneel worden begeleid. Het rijk stelt de gemeente een budget voor tussenschoolse opvang beschikbaar. De gemeente stelt in overleg met opvangorganisaties en basisscholen vast hoe de middelen worden ingezet. De samenwerkende instellingen kunnen de kinderen steun, toezicht en stimulansen bieden door te werken aan een gedeeld pedagogisch klimaat. De commissie heeft een handleiding pedagogisch klimaat laten ontwikkelen. Wat betreft het naschoolse aanbod pleit de commissie voor een invulling die voor kinderen aantrekkelijk en uitdagend is: een geïntegreerd pakket van opvang en activiteiten, inclusief vervoer tussen locaties. Voor een dergelijke invulling is ruimte in de regelgeving nodig; deze is nu eenzijdig vanuit opvang gedefinieerd. De samenwerkende instellingen realiseren één aanspreekpunt voor ouders, een loket op één van de locaties, waar men informatie haalt, afspraken maakt, terecht kan met vragen en oplossingen voor onverwachte gebeurtenissen. De informatievoorziening voor allochtone ouders krijgt extra aandacht.

De clustering van voorzieningen op één locatie betekent een besparing van haal- en brengtijden voor ouders, een reductie van mobiliteit en sluit aan bij het streven naar efficiënter gebruik van grond en gebouwen. De commissie beveelt aan om tot 2010 het aantal multifunctionele accommodaties voor onderwijs en opvang uit te breiden met tweeduizend. Voor de ontwikkeling, het beheer en de exploitatie dient de inschakeling van private partijen zoals woningcorporaties te worden bevorderd. Om aan de vele vragen van gemeenten tegemoet te komen, heeft de commissie de Leidraad voor multifunctionele accommodaties ontwikkeld, die samen met dit advies uitkomt. Samenwerking en gezamenlijke huisvesting vragen om een harmonisatie van regelgeving; nu wordt het enthousiasme voor samenwerking getemperd door niet aansluitende regels. Bij een compleet dagarrangement zullen kinderen meer tijd op één plek doorbrengen. De kwaliteit van de binnen- en buitenruimten verdient grote aandacht: een inspirerende, aantrekkelijke, veilige omgeving waarin geleerd en gespeeld kan worden. Voor de buitenruimten heeft de commissie kwaliteitseisen op laten stellen. De samenwerking tussen instellingen, al dan niet op één locatie, biedt mogelijkheden voor nieuwe vormen van personele samenwerking en het creëren van nieuwe functies. Uit diverse combinaties van onderwijstaken, opvangtaken, vroeg- en voorschoolse educatie, muziekonderwijs of verenigingswerk stelt de commissie drie combifuncties voor. Hiermee komt de commissie tegemoet aan de wens van met name de onderwijsgevenden om zich weer te concentreren op hun kerntaken. Werken in de kinderopvang en het onderwijs kan aantrekkelijker worden: werknemers krijgen perspectief op doorstroom en carrière. Voor een grote groep herintreders, een belangrijk arbeidspotentieel, kan het een nieuwe stap op de arbeidsmarkt zijn.

De maatschappelijke baten van dagarrangementen zijn aanzienlijk. Voor de samenleving als geheel, voor werkgevers, voor ouders en voor kinderen. Een verhoging van de arbeidsparticipatie en arbeidsproductiviteit alsmede inverdieneffecten op uitkeringen levert de rijksoverheid op jaarbasis minimaal 800 miljoen euro op. Werkgevers besparen op kosten voor ziekteverzuim en personeelsverloop naar schatting een bedrag van 500 miljoen euro per jaar. Voor ouders zijn de kosten van dagarrangementen niet hoger dan de afzonderlijke voorzieningen die men nu gebruikt; een dagarrangement is immers een koppeling en aaneenschakeling van bestaande activiteiten tot een doorlopend aanbod. De commissie stelt voor de tussenschoolse opvang te professionaliseren en bepleit dat het rijk in de financiering ervan voorziet. Het succes van een dagarrangement hangt in sterke mate af van goede coördinatie en samenwerking. Voor een goede organisatie daarvan zijn middelen noodzakelijk. De commissie verwacht dat dagarrangementen ouders uitnodigen de opvangvoorzieningen langer en vaker gebruiken. Dit werkt door in het beslag dat de opvangkosten op het besteedbaar inkomen leggen. Uit onderzoek blijkt dat Nederlandse ouders in vergelijking met andere landen een groot aandeel in de kosten van kinderopvang betalen. Tegen de achtergrond van de aanzienlijke maatschappelijke opbrengsten van dagarrangementen geeft de commissie in overweging om een tegemoetkoming in de fiscale sfeer te creëren.

Voor een landelijk dekkend aanbod van sluitende dagarrangementen is organiserend vermogen nodig, dat op korte termijn noch de markt noch het maatschappelijk middenveld tot stand kan brengen. Voor een grootschalige uitbreiding is daarom een regisserende rol voor de overheid weggelegd. De gemeente is daarvoor de meest geëigende overheidslaag. Zij is het beste in staat om lokaal maatwerk te leveren. De gemeente heeft ruimte, instrumenten èn bevoegdheden nodig om regie te voeren. Geen gedetailleerde regelgeving maar wel een landelijk beleidskader met een visie op dagarrangementen en formulering van de gewenste resultaten. De belangrijkste sturingsinstrumenten voor de gemeente zijn de bevoegdheden die zij op aanpalende beleidsterreinen reeds heeft. Naast communicatie en geld. Het rijk ondersteunt de gemeenten met een beleidskader, een huisvestingsbudget, een stimuleringsbudget, communicatie en landelijk projectmanagement. Het huisvestingsbudget, een investeringsimpuls voor de (ver)bouw van tweeduizend multifunctionele accommodaties tot 2010, bedraagt voor de komende twee kabinetsperiodes gemiddeld 150 miljoen euro per jaar. Een dergelijke impuls sluit aan bij de beleidsvoornemens op het gebied van multifunctioneel bouwen en de kwaliteitsverbetering van schoolgebouwen. Een stimuleringsbudget van 50 miljoen euro per jaar, stelt gemeenten in staat samenwerking te stimuleren, te coördineren en te faciliteren. Lokaal maatwerk is daarbij het uitgangspunt. Gemeenten, rijk en betrokken instellingen maken heldere afspraken over te bereiken resultaten en de wijze van verantwoording.

De Commissie Dagarrangementen beveelt het volgende aan:

(instellingen)

1. Instellingen voor onderwijs, opvang en vrije tijd werken op een zodanige wijze samen dat ouders en kinderen een doorlopend aanbod
- een dagarrangement - kan worden aangereikt, waaruit de ouder naar behoefte kan kiezen. Zo ontstaat in het gehele land een netwerk van voorzieningen dat aantrekkelijk is voor kinderen en de taakcombinerende ouder faciliteert.

2. De wensen en behoeften van ouders en kinderen dienen vertrekpunt te zijn voor het aanbod van dagarrangementen. Vraagsturing is uitgangspunt. Ouders en kinderen worden ook nauw betrokken bij de keuze van samenwerkende voorzieningen en de inrichting van accommodaties.

3. Op één van de samenwerkende locaties of in de multifunctionele accommodatie wordt één aanspreekpunt gerealiseerd, dat fungeert als schakel tussen ouders en aanbieders van het dagarrangement.
4. De tussenschoolse opvang is een essentiële schakel in het dagarrangement. Er wordt de komende jaren stapsgewijs gewerkt aan professionalisering. De gemeente regisseert de totstandkoming van de tussenschoolse opvang die, afhankelijk van lokale voorkeur, wordt uitgevoerd door de basisschool of een opvangorganisatie.
5. Het naschoolse aanbod omvat een pakket van opvang en vrijetijdsactiviteiten dat voor kinderen van diverse leeftijd aantrekkelijk is. Er is nauwe samenwerking met de lokale infrastructuur van vrijetijdsvoorzieningen. De deelarrangementen die sportverenigingen in het kader van Kinderopvang in de sport (ministerie VWS) ontwikkelen, verdienen navolging in de culturele sector.

6. De personele samenwerking tussen onderwijs, opvang- en vrijetijdsvoorzieningen dient te worden bevorderd door het creëren van combinatiefuncties als onderwijsassistent, pedagogisch medewerker en vrijetijdsmedewerker. Sociale partners wordt verzocht de aanstelling bij één werkgever, de harmonisatie van arbeidsvoorwaarden, functiewaardering en opleidingsvereisten ter hand te nemen. De ROCs ontwerpen voor genoemde combifuncties een nieuwe MBOopleiding op meerdere niveaus. (gemeente)
7. De gemeente verbindt integraal jeugdbeleid met accommodatiebeleid door de (ver)bouw van multifunctionele accommodaties voor onderwijs en opvang. De gemeente stimuleert de participatie van private partijen als woningcorporaties bij de ontwikkeling, het eigendom en het beheer (PPS-constructie). De commissie adviseert in dit verband ook om met de coöperatie als rechtsvorm voor deelnemende instellingen te experimenteren.
8. De gemeente regisseert een intensieve samenwerking tussen onderwijs, opvang en vrije tijdsinstellingen op buurt-, wijk- of dorpsniveau, gebruikmakend van de bevoegdheden en instrumenten op het gebied van jeugdbeleid, welzijnsbeleid, onderwijshuisvesting en ruimtelijke ordening. Uitgangspunt is lokaal maatwerk: de samenstelling, wensen en mogelijkheden van de buurt, de wijk of de dorpsgemeenschap is richtinggevend.

9. In bestemmingsplannen, bij herstructurering van wijken of in het beleid landelijk gebied gaat de gemeente uit van multi-disciplinaire samenwerking en clustering van voorzieningen. (rijk)

10. Er vindt harmonisatie plaats van voorschriften en regelgeving voor voorzieningen die samenwerken aan dagarrangementen. Een flexibeler en gedifferentieerder gebruik van de groepsgroottenorm is noodzakelijk om voldoende maatwerk te kunnen bieden.
11. Het rijk ontwerpt een beleidskader: impuls dagarrangementen. Het beleidskader omvat een visie op dagarrangementen (de Richting), biedt ruimte voor lokaal maatwerk (Ruimte), kwaliteitseisen en resultaatafspraken (Resultaat) en aanwijzingen voor evaluatie (Rekenschap).

12. Het rijk stelt een stimuleringsbudget vast waarmee een premie op lokale samenwerking ten behoeve van dagarrangementen wordt gestimuleerd. Het budget bedraagt 50 miljoen euro per jaar.
13. Voor de versnelde realisatie van multifunctionele accommodaties stelt het rijk de gemeenten een huisvestingsbudget beschikbaar. Daarmee is in de komende twee kabinetsperiodes een bedrag gemoeid van gemiddeld 150 miljoen euro per jaar. De benodigde gelden worden gekoppeld aan de beleidsvoornemens op het gebied van multifunctioneel bouwen en kwaliteitsverbetering scholenbouw.
14. Het rijk stelt de gemeente een budget beschikbaar ten behoeve van de tussenschoolse opvang. De gemeente maakt met schoolbesturen en opvanginstellingen de afspraak hoe deze ingezet kunnen worden voor professionele tussenschoolse opvang van schoolgaande kinderen. Hiermee is een bedrag gemoeid van 147 miljoen euro.
15. Tegen de achtergrond van de gewenste toename van arbeidsparticipatie van vrouwen geeft de commissie in overweging om, met het oog op de toegankelijkheid van opvangvoorzieningen, bij de voorziene evaluatie van het fiscale stelsel de kostentoedeling van kinderopvang aan ouders te heroverwegen.