Partij van de Arbeid

Den Haag, 30 januari 2002

BIJDRAGE VAN JAAP JELLE FEENSTRA (PvdA) AAN HET PLENAIR DEBAT OVER BIOTECHNOLOGIE

Twee dagen debatteren over biotechnologie is zinvol geweest. Met vijf ministers (VROM, VWS, EZ, LNV, OCW en op afstand OS) en over drie nota's: Kennisinfrastructuur Genomics, Gezondheidszorg, Integrale Nota Biotechnologie inclusief de Commissie-Terlouw. Duidelijk is geworden dat alleen wat technisch kan en wat economisch loont niet allesbepalend is. Bepalend is een breder kader van uitgangspunten en afwegingen, een breed en daarmee politiek kader van maatschappelijke nut en noodzaak, solidariteit, duurzaamheid om vanuit ambitie en vanuit voorzorg nettoverbeteringen voor mens en milieu tot stand te brengen.

Met name minister Pronk heeft zich ingespannen om aan te geven dat in het beleid van onderzoek, toelating en toezicht wel degelijk een ethisch-maatschappelijk besliskader is opgenomen, bestaande uit afwegingen (effecten, risico's, maatschappelijk nut en voorzorg), uitgangspunten (beschermwaardigheid en kwaliteit van het leven, biodiversiteit, duurzaamheid) en normvragen (veiligheid, proces, transparantie, keuzevrijheid).

Dit in antwoord op onze kritiek dat het beleid de diepgang van een spoorboekje had, namelijk: we staan nu bij A, we gaan investeren en komen dan uit in B. De omvang van het antwoord geeft aan dat dit besliskader meer impliciet dan expliciet in de nota stond verwoord. Van belang is dat dit besliskader er dus wel is. Want, zoals eerder aangegeven, de PvdA wil biotechnologie niet gebruiken als mens en milieu er slechter van worden. Zelfs gelijkwaardigheid vinden wij te weinig ambitieus. Wij willen vooruitgang voor mens en milieu bereiken en dat vergt ondermeer een nut en noodzaak afweging, niet op het microniveau van afzonderlijke bedrijven maar op macroniveau van de samenleving - daar moeten voor mens en milieu netto-verbeteringen worden gerealiseerd.

Verklaarde tegenstanders van biotechnologie bepleiten een algeheel verbod. Maar hun vrees voor risico's verhindert dan op voorhand dat ook mogelijke verbeteringen voor mens en milieu worden gerealiseerd. Verklaarde voorstanders van biotechnologie bepleiten een nagenoeg onbelemmerde ontwikkeling. Maar hun geloof in louter kansen kan tot ongewenste effecten leiden. Daarom bepleit de PvdA een beleid van zorgvuldig vooruit. Zorgvuldig om wél de beloften van biotechnologie mogelijk te maken, zorgvuldig in het mijden van de risico's. Wij bepleiten een selecterend beleid dat werkt als een zeef, om nuttige en noodzakelijke toepassingen te kunnen onderscheiden van de rest.

Daarmee sluit de PvdA ook aan bij het publieksdebat van de Commissie-Terlouw. Ook veel burgers stellen vanuit een gereserveerde houding voor nut en noodzaak en een vergelijking met alternatieven centraal. En de burger stelt vertrouwen centraal!

Vertrouwen in overheid, wetenschap en bedrijfsleven. En terecht. De burger kent in zijn eigen voedselketen niet meer direct de producent en verwerker. De boer, bakker en slager van Jorwerd zijn nu grensoverschrijdende producenten en verwerkers in 'global village' geworden. De burger stelt hoge eisen aan product en productiewijze, allereerst aan producent en verwerker, aan transporteur en supermarkt maar vervolgens óók over de hele keten aan de toezichthoudende overheid.

De overheid kan het vertrouwen van de consument om twee manieren versterken.

Ten eerste, de overheid moet niet alleen scherp toezien op de toelating van producten en productiewijzen, maar ook op mogelijke lange termijneffecten van ons voedselgebruik, of dat nu uit biologische, gangbare of biotech-producten bestaat. Integrale monitoring moet het publiek de zekerheid bieden dat al ons voedsel veilig is, vandaag én morgen. Integrale monitoring is nodig om de nagestreefde netto-verbeteringen in beeld te brengen maar ook mogelijk nadelige effecten tijdig te signaleren en maatregelen te kunnen nemen. Integrale monitoring past als taak bij een daadkrachtige en gezaghebbende Voedselautoriteit. Integrale monitoring past bij zorgvuldig vooruit!

En dan, ten tweede, kennisopbouw. Voor de toelatingsbeoordeling én voor de monitoring is een versterking van de fundamentele kennis over ecologie en de werking van het bodemsysteem van groot belang. In het 6de Europese onderzoekskader, in de Europese Strategy voor de Raad van Barcelona en in de Genomics-programmering wordt hier ook al aandacht voor gevraagd. De PvdA geeft prioriteit aan het versterken van onze ecologische kennis voor het beleid, voor het vertrouwen van het publiek dat om deugdelijk onderbouwd beleid vraagt en voor de natuur, om natuurwaarden te kunnen veilig stellen.

Vandaar dat wij twee moties indienen: voor integrale monitoring van de lange termijn effecten van ons voedselpakket, voor het versterken van onze ecologische kennis.

Tot slot, het wereldvoedselvraagstuk is zo omvangrijk, schandelijk en urgent. We kunnen ons niet permitteren biotech als een oplossingsrichting op voorhand terzijde te schuiven. Hier geldt voor ontwikkelingslanden een vraagstuk van keuzevrijheid die gegarandeerd moet worden, met kansen voor voedselzekerheid en -veiligheid, maar ook met bedreigingen vanuit economische afhankelijkheid en patenten. Wij bepleiten: niet het economisch voordeel en het intellectueel eigendom van weinigen, maar de kansen op duurzame ontwikkeling voor velen moeten centraal staan.


---

---

Den Haag, 30 januari 2002

BIJDRAGE VAN WILLIE SWILDENS-ROZENDAAL (PvdA) AAN HET PLENAIR DEBAT OVER BIOTECHNOLOGIE

Na twee volle dagen debat over biotechnologie hebben we vandaag een eerste afronding daarvan. Over dit onderwerp zal in de Kamer nog vaak gesproken worden.

Aan de orde zijn drie nota's: de Integrale Nota Biotechnologie, Kennisinfrastructuur Genomics, Genetica in de gezondheidszorg.

Biotechnologie kent vele asprecten en zeer diverse (toekomstige) toepassingsmogelijkheden. Een veelzijdig onderwerp, een debat met de vijf ministers van VROM, VWS, EZ, LNV, OCW en de minister voor OS was in gedachte en op papier aanwezig.
Het is dan ook een uiterst belangrijk, ingrijpend onderwerp: een technologie die de natuur een handje helpt op een wijze en tot resultaten leidend waartoe zijzelf - na zoveel jaren evolutie - niet in staat bleek. Daarbij onder andere soortgrenzen doorbrekend, met onbekende effecten op de langere termijn.

Daarbij botsend met, in elk geval rakend de intrinsieke waarde van biodiversiteit, (basis voor alle leven), duurzaamheid, het leven zelf.

In reactie op de nota stelde mijn fractie een heldere analyse te missen van problemen, die met behulp van biotechnologische toepassingen bestreden zouden kunnen worden. Daardoor ontbreekt immers ook een sociaal-economisch en technologisch, maar vooral ook ethisch afwegingskader als het er om gaat de positie van biotechnologie met andere mogelijkheden te vergelijken - belangrijk ook voor het aansturen van wetenschappelijk onderzoek, voorwaarde bij het zorgvuldig kunnen afwegen en beoordelen van risico's.

De vraag 'waaróm gebruik maken van deze technologie?' zal steeds moeten worden beantwoord.

Het publiek, daartoe uitgenodigd door de Commissie-Terlouw, gaf ook duidelijk aan dat ten aanzien van voedselproductie de nut en noodzaak afweging (in feite ethische afweging) hardop gemaakt dient te worden.

Ook met betrekking tot (toekomstige) toepassingen in de gezondheidszorg is de vraag aan de orde: zijn toekomstige verwachtingen gerechtvaardigd? En hoe daar dan mee om te gaan?

Ook bij het aansturen van wetenschappelijk onderzoek is zo'n afwegingskader noodzakelijk. Zeker bij het nu ontrafelen van het genoom van mens, dier en plant enerzijds een begin van zicht op de mogelijkheden ontstaat, anderzijds de complexiteit zichtbaar wordt - nog meer dan vermoed - die tot grote voorzichtigheid maant.

Niet alles wat kan moet ook daadwerkelijk kunnen. Minister Pronk: niet alles moet kunnen worden toegepast, maar alles moet wel kunnen worden geweten!

Kennisontwikkeling is van het grootste belang, juist ook om risico's beter te beoordelen ten behoeve van contra expertise, het ontwikkelen van voor commercie niet aantrekkelijke alternatieven.

Bij het bepalen van onderzoeksprioriteiten in het kader van het Strategisch plan van aanpak genomics is naast de normale verantwoordelijkheid van de overheid en de democratische controle de maatschappelijke inbreng van groot belang.

(Nu afgesproken maatschappelijk adviesorgaan)

Communicatie/transparantie zijn immers ook onontbeerlijk voor legitimatie van beleid, bij het maken van de nut en noodzaak (politiek ethische) afweging, die per definitie een verbetering t.a.v. de bestaande situatie moet inhouden. Een afweging die slechts verantwoord te maken is met zeer conscientieuze toepassing van het voorzorgsbeginsel.

Minister Pronk heeft zeer indringend aan de hand van negen criteria het afwegingstraject geschetst, waarmee de contouren van een afwegingskader zich duidelijk konden aftekenen (intrinsieke waarde van biodiversiteit, van duurzaamheid, van leven). Hij gaf aan dit integrale afwegingskader, daartoe uitgenodigd, nader te willen beschrijven. Mijn fractie hecht daar waarde aan en steunt de motie Ross.

Voor mijn fractie kan op deze wijze sprake zijn van een zorgvuldig vooruit waar biotechnologie kansen biedt voor gezondheidszorg, milieu en voedselproductie. Verstandig, voorzichtig voorwaarts dus, waarbij - nogmaals
- solidariteit voorop staat (binnen de gezondheidszorg, met ontwikkelingslanden, met volgende generaties). Solidariteit met respecteren van autonomie, keuzevrijheid van mensen.

Kennisvermeerdering is een groot goed. Het bevredigen van de wetenschappelijke nieuwsgierigheid is niet de enige drijfveer bij life sciences-genetics, waaronder bioinformatica, zijn zeer kostenintensief. De financiële banden van onderzoek met toepassingen zijn een gegeven.

De trend van snel publiceren van resultaten is verschoven naar snel patenteren.

Of het heil dat van deze technologie wordt verwacht op deze wijze voor iedereen bereikbaar zal zijn, is - vanuit de solidariteitsgedachte - een punt van zorg en moet een punt van blijvende aandacht zijn. We zien nu al het effect bij de eerder aan de orde gestelde problematiek van het borstkankergen, motie.

Ik rond mijn bijdrage af in de wetenschap dat het debat hier in huis, maar ook in en met de samenleving eigenlijk nu pas goed begonnen is en voorlopig absoluut niet zal zijn afgerond.