Aan de parlementaire, binnenlandse en wetenschappelijke redactie

Proefdiervrij voorzichtig tevreden:

Meer geld voor ontwikkeling alternatieven dierproeven

Den Haag, 30 januari 2002

Met een groter budget voor de ontwikkeling van alternatieven voor dierproeven is een eerste voorzichtige stap gezet richting een betere waarborg voor dierenwelzijn in de gehele discussie biotechnologie. Zo betitelt Marja Zuidgeest, algemeen directeur Proefdiervrij, de verschillende moties die vandaag zullen worden ingediend door verscheidende Kamerleden om meer budget vrij te maken voor de ontwikkeling van alternatieven voor dierproeven. Na twee dagen nota-overleg over biotechnologie zal vandaag in de Tweede Kamer de plenaire afronding plaatsvinden. Proefdiervrij hoopt dat een aanzienlijk budget zal vrijkomen om het wetenschappelijk onderzoek op het terrein van alternatieven voor dierproeven een flinke impuls te geven.

Proefdiervrij heeft de afgelopen jaren regelmatig aandacht gevraagd voor de consequenties van biotechnologie voor het gebruik van proefdieren. In de recente brede maatschappelijke discussie onder leiding van Commissie Terlouw vroeg Proefdiervrij bijvoorbeeld nog aandacht voor het feit dat het genetisch gemanipuleerd voedsel getest moet worden op proefdieren, wat een forse stijging van het aantal proefdieren inhoudt. Proefdiervrij is blij dat alle woordvoerders tijdens het debat hun zorg hebben uitgesproken over het proefdierleed dat gepaard gaat met biotechnologie. Proefdiervrij is verheugd dat de discussie rond biotechnologie zich concentreert op het dierenwelzijn en gaat er vanuit dat deze lijn zich zal doorzetten in het toekomstig regeringsbeleid. De uitspraken van de Kamerleden geven alle reden hiertoe om dit te verwachten.

Meer budget

In de moties wordt gevraagd meer budget vrij te maken voor de ontwikkeling van alternatieven. Deze ontwikkeling wordt al via de Programmacommissie Alternatieven voor Dierproeven (onderdeel van Zorgonderzoek Nederland MW) gestimuleerd. Met een beperkt budget wordt getracht wetenschappers financieel te faciliteren bij het uitvoeren van onderzoek. Momenteel wordt minder dan 20 procent van de aanvragen voor ontwikkeling van alternatieven gehonoreerd. Marja Zuidgeest: Als lid van de programmacommissie zie ik dat er voldoende kwalitatief goede onderzoeksaanvragen binnenkomen. Maar met het huidig jaarlijks budget van 1,6 miljoen euro zijn de mogelijkheden beperkt. Zeker wanneer je dit budget afzet tegen de gelden die ingezet worden voor het onderzoek waarin proefdieren worden gebruikt. Proefdiervrij ziet graag dat in de toekomst van ieder budget van onderzoek met proefdieren, een percentage wordt gestort in een compensatiefonds waarmee alternatieven kunnen worden ontwikkeld. Met de moties die vandaag zijn ingediend, is hiertoe een eerste stap gezet maar Proefdiervrij onderstreept wel de noodzaak van een meer structureel vervolg.

Proefdieren? Verzin iets beters!

Nadere informatie voor de media:

Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Marja Zuidgeest, algemeen directeur van Proefdiervrij (06 235 65 847) of Aron de Vries (06-537 617 20).