Gemeente Amersfoort

Amersfoort legt goede basis voor spreiding leerlingen

datum: 29 januari 2002

De afgelopen twee jaar is in Amersfoort gewerkt aan de spreiding van allochtone en autochtone leerlingen in het basisonderwijs. Dit blijkt een proces van lange adem te zijn. Er is een goede basis gelegd voor spreiding in de komende jaren. Ook zijn enkele voorzichtige resultaten geboekt. Daarom wil het college dit project de komende twee jaar voortzetten.

Doel van het Amersfoortse spreidingsbeleid is ervoor te zorgen, dat de leerlingpopulatie per school een afspiegeling is van de wijk. Spreiding is belangrijk voor het integratieproces van autochtone en allochtone kinderen. Ook moet spreiding een onwenselijke tweedeling in het onderwijs voorkomen. Dit betekent voor een aantal scholen dat er meer allochtone leerlingen bij moeten komen. In andere scholen zal het aantal autochtone leerlingen moeten groeien. Spreiding van leerlingen is onderwerp van landelijke discussie en wordt als maatschappelijk belangrijk ervaren. Uit diverse landelijke projecten blijkt ook hoe moeilijk deze materie ligt. Amersfoort heeft de eerste stappen op weg naar spreiding gezet en een goede basis gelegd om op verder te bouwen.

Betrouwbare en volledige cijfers
Het onderwijs voelt een eigen verantwoordelijkheid voor spreiding. Voor ondersteuning bij de uitvoering heeft de gemeente een intermediair aangesteld. Die heeft onder meer een methodiek ontwikkeld om het benodigde cijfermateriaal boven tafel te krijgen. Deze cijfers zijn belangrijk om de wijknorm vast te stellen (% allochtone kinderen in de wijk = % allochtone leerlingen voor de scholen in die wijk). Ook is het van belang om de in- en uitstroom van de leerlingen naar scholen in andere wijken te meten. Dit cijfermateriaal is nu volledig en betrouwbaar. Het kan ook gebruikt gaan worden voor andere beleidsterreinen. Er is ook een methodiek ontwikkeld en er zijn afspraken gemaakt om het cijfermateriaal actueel te houden.

Duidelijke afspraken
Voor de komende twee jaar zijn met de schooldirecties en -besturen afspraken gemaakt over de aanpak. Er vindt onderzoek plaats naar de relevantie van de wijknorm en de gevolgen van het wijkoverschrijdend leerlingverkeer. De conclusies die op basis van het cijfermateriaal kunnen worden getrokken, worden helder geformuleerd en in de uitvoering van beleid meegenomen. Per wijk of cluster van scholen worden afspraken gemaakt over de in- en uitstroom van leerlingen, het wijkoverschrijdend leerlingverkeer, de wijknorm en de te nemen maatregelen. Voor de voorlichting aan ouders wordt goed materiaal ontwikkeld. In 2002 voeren twee pilotwijken een wijksgewijze voorlichtingscampagne. De ervaringen in deze wijken worden meegenomen bij de uitbreiding van de campagne naar andere wijken in 2003.

Waarom duurt het zo lang?
Had er na twee jaar meer resultaat kunnen zijn? Door een aantal oorzaken is het een proces van lange adem. Het ontwikkelen van de methodiek vroeg veel discussie en tijd. Het vergaren van het benodigde cijfermateriaal was erg arbeidsintensief. Directies van zogenoemde 'zwarte scholen' hebben geen belang bij het verlies van allochtone leerlingen als daar niet direct een groei van autochtone leerlingen tegenover staat. Het toelaten van leerlingen stelt scholen op dit moment in het algemeen voor grote problemen. De opvang van zorgleerlingen, de kwaliteit van het onderwijs, krapte op de arbeidsmarkt en de kwaliteit en kwantiteit van de huisvesting zijn onderwerpen die het aannamebeleid sterk onder druk zetten. Bovendien is het spreidingsbeleid op de drukke agenda van het onderwijs één van de vele aandachtsgebieden.

Positieve ontwikkelingen
Een zeer positief resultaat is de uitwisseling van gedachten en ideeën tussen directies en tussen schoolbesturen. Uitgaande van ieders identiteit is men duidelijk bereid gemeenschappelijke verantwoordelijkheid te dragen. Drie schoolbesturen van het openbaar, protestant en katholiek onderwijs hebben al afspraken over het spreidingsbeleid gemaakt en voeren die ook uit. In enkele wijken hebben directies aangegeven dat de school 'vol' zit en kinderen naar andere wijkscholen doorverwezen. Collega-directeuren reageerden hierop positief door vooral in de onderbouw plaatsen voor allochtone leerlingen te reserveren.

Aandeel gemeente
De inzet van een intermediair is ook de komende twee jaar nodig om het project op de drukke agenda van het onderwijs te houden en ervoor te zorgen, dat de afgesproken aanpak goed wordt geïmplementeerd. Verder wil het college de kosten van de ontwikkeling en verspreiding van voorlichtingsmateriaal voor ouders betalen. In totaal wil het college hiervoor ¤ 34.084,-
(f 75.111,25) beschikbaar stellen.