Gemeente Hoogezand-Sappemeer

persberichten

(terug)

Hoogezand, 5 februari 2002 Persbericht 2002/13

Recreatiegebieden in Hoogezand-Sappemeer krijgen ruime voldoende

Afgelopen zomer 2001 heeft het adviesbureau Vandertuuk uit Beetsterzwaag op verzoek van de gemeente Hoogezand-Sappemeer onderzocht hoe de bezoekers van het Meerwijck-gebied en het Gorechtpark de gebieden beleven. De onderzoekers hebben ongeveer 200 telefonische enquêtes gehouden en 300 veld-interviews. Ook zijn de recreatie-ondernemers en het bestuur van de kinderboerderij ondervraagd. De bezoekers waarderen het Gorechtpark met een 7,4. Het Meerwijck-gebied krijgt een rapportcijfer van 7,6. Opmerkelijk, omdat uit vergelijkbare onderzoeken naar voren komt dat ondervraagden snel geneigd zijn een standaard 7 te geven.

In beide gebieden wordt het groen en de wandel- en fietspaden hoog gewaardeerd. De kinderboerderij krijgt van de bezoekers van het Gorechtpark de hoogste waardering. Het onderhoud in het Gorechtpark is voor verbetering vatbaar. Het grootste aantrekkingspunt van Meerwijck is het strand gecombineerd met de ligging aan het Zuidlaardermeer. Dit is voor velen de belangrijkste reden om naar Meerwijck te komen. Zowel in het Gorechtpark als in het Meerwijck-gebied missen de ondervraagden de speelvoorzieningen voor kinderen.

Uit tellingen blijkt dat het Meerwijck-gebied jaarlijks ruim 160.000 bezoekers trekt. Recreatiegebied Meerwijck is een park met een regionale functie. Dit blijkt uit de herkomst van de bezoekers. De omliggende kernen Groningen, Assen en Veendam vormen belangrijke herkomstgebieden.

Het Gorechtpark heeft met name een functie voor de omliggende wijken, wat blijkt uit het feit dat de ruime meerderheid lopend naar het park gaat.

De onderzoekers doen op basis van de onderzoeksgegevens een aantal aanbevelingen, zoals meer kwalitatief goede speelvoorzieningen, het verbeteren van de kwaliteit en kwantiteit van de bankjes, beter onderhoud en aandacht voor sociale aspecten (veiligheid). De commissie Middelen, Sport en Recratie buigt zich op dinsdag 12 februari 2002 over het rapport.

(top)