Verbond van Verzekeraars

Basisaftrek lijfrenteverzekering onder vuur

Nu afschaffen betekent straks een tekort. Dat zegt drs. F.C.A.M. de Leeuw, voorzitter van het sectorbestuur Levensverzekering van het Verbond, in reactie op de discussie omtrent een eventuele afschaffing van de basisaftrek lijfrenteverzekering. De Leeuw vindt dat alleen al uit oogpunt van de toegankelijkheid tot een extra pensioenvoorziening, de basisaftrek zou moeten blijven bestaan. Uit onderzoek van het Verbond blijkt immers dat 77 procent van de polishouders straks te maken krijgt met een pensioengat.

Met de invoering van IB 2001 hoopten verzekeraars dat de discussie over de basisaftrek lijfrente in een rustiger vaarwater terecht zou komen. Het wordt echter steeds duidelijker dat de basisaftrek lijfrenteverzekering wederom onder vuur komt te liggen. Nadat het ministerie van Financiën in de fiscale verkenningen (september 2001) voorstelde de basisaftrek op te offeren om grondslagverbreding te realiseren, bevat nu ook het verkiezingsprogramma van de VVD een dergelijke passage. In 1999 kwam het onderwerp al eerder in opspraak: toen wilden minister Zalm en zijn toenmalig staatssecretaris Vermeend van Financiën de basisaftrek lijfrente van 6.200 gulden al schrappen. Bij wijze van compromis liet de politiek toen een basisaftrek bestaan van wat inmiddels is geïndexeerd op 1.069 euro. Verzekeraars zegden in ruil daarvoor toe de kosten van de basisaftrek niet in één keer van de belastbare winst af te trekken, maar over een langere periode. Dat betekende dat verzekeraars gezamenlijk 575 miljoen gulden per jaar meer aan belasting gingen betalen.

Schending afspraken
Nu er opnieuw plannen lijken te zijn voor de afschaffing van de basisaftrek lijfrente, vindt het Verbond dat afspraken van nog geen twee jaar geleden worden geschonden. In de media kwam het onderwerp vorige week dan ook uitgebreid aan bod. De heer De Leeuw vindt echter dat de maatschappelijke functie van de basisaftrek onderbelicht is gebleven in de berichtgeving in de media. Er wordt vergeten dat de basisaftrek in de eerste plaats voor toegankelijkheid zorgt tot een extra pensioenvoorziening. Slechts een kleine groep Nederlanders heeft hun pensioenvoorziening goed geregeld; de overgrote meerderheid (77 procent) krijgt te maken met een pensioengat. De basisaftrek kan dat gat verkleinen. De Leeuw denkt daarnaast dat afschaffing extra kosten met zich meebrengt. De kosten en inspanningen die straks gemoeid zijn met het berekenen van een pensioengat zijn veel hoger dan wanneer je nu simpel gebruikmaakt van de basisaftrek. In de belasting leidt afschaffing volgens hem niet tot besparingen: het is wel zo dat eerst belastingaftrek plaatsvindt, maar later, als de lijfrente wordt uitgekeerd, komt dat geld evengoed weer terug bij de belasting. Er vindt hoogstens uitstel van belasting plaats. De Leeuw vindt dan ook dat de politiek te veel op korte termijn denkt. Er wordt gekeken naar wat afschaffing dit jaar oplevert, maar er wordt niet gekeken wat het betekent op de lange termijn. Tot slot geeft hij aan dat de plannen voor de afschaffing van de bedrijfsspaarregeling totaal onderbelicht blijven in de media. Daar wordt met geen woord over gerept, terwijl de plannen daarvoor ook in de fiscale verkenningen én in het verkiezingsprogramma zijn opgenomen. Bij afschaffing van de bedrijfsspaarregeling, die vaak wordt gebruikt voor de financiering van de basisaftrek, worden ook heel veel mensen benadeeld. Dit onderwerp verdient meer aandacht.

Bondig, februari 2002