Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
De Voorzitter van de Vaste Commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
DNW. 2002/130
datum
13-02-2002
onderwerp
Rapport 'Verantwoord boeren versus verantwoord lozen'
TRC 2001/12860
bijlagen
Geachte Voorzitter,
Deze reactie op het rapport 'Verantwoord boeren versus verantwoord lozen' bied ik u aan mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat.
In het rapport 'Verantwoord boeren versus verantwoord lozen' zijn op basis van empirisch onderzoek de bedrijfsschaden als gevolg van een riooloverstort in de omgeving van een melkveehouderijbedrijf berekend. In het rapport wordt ook aangegeven dat overschakeling op een alternatieve voorziening voor drinkwater voor het vee een verantwoorde oplossing is. De oplossingen zijn afhankelijk van individuele situaties.
datum
13-02-2002
kenmerk
DNW. 2002/130
bijlage
Ik ben van mening dat het goed is dat de omvang van de mogelijke
schade door een riooloverstort voor een melkveebedrijf nu beter in
beeld is gebracht. Dit overtuigt mij wederom van de noodzaak van het
beleid tot verbetering van de waterkwaliteit in het algemeen en de
sanering van de riooloverstorten in het bijzonder. Het beleid, onder
verantwoordelijkheid van de ministeries van V&W en VROM, blijft
gericht op het saneren van de huidig bekende problematische
riooloverstorten voor 2005 en het treffen van tijdelijke maatregelen
in 2002. Daarnaast is het beleid gericht op het voldoen aan de
basisinspanning en daarmee het terugdringen van het aantal
overstorten.
Ik deel de conclusie van het rapport dat oplossingen afhankelijk zijn
van de situatie ter plekke en gevonden moeten worden in overleg tussen
de ondernemer, de gemeente en het waterschap. Uit het rapport blijkt
wel dat de ondernemer een centrale rol heeft in het vinden van
oplossingen, eventueel tijdelijk, voor de problematiek van een
riooloverstort. De veehouder is immers ook verantwoordelijk voor de
kwaliteit van het water dat het vee drinkt. In het rapport wordt
daarom ook gepleit voor een bijdrageregeling in de kosten voor
preventieve maatregelen. In de voortgangsrapportage 'waterkwaliteit en
diergezondheid' (kenmerk DNW. 2000/1196) heb ik de Tweede Kamer
geïnformeerd over een gedragslijn tussen de Unie van Waterschappen, de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten en LTO Nederland die voorziet in
een dergelijke bijdrage in de investeringskosten van preventieve
maatregelen.
Bij deze preventieve maatregelen wordt in eerste instantie gedacht aan
het afhekken van verdachte locaties. Als een dergelijke maatregel
tekort zou schieten hebben de partijen verder afgesproken dat de
bereidheid bestaat om in gezamenlijkheid een aanvaardbare oplossing te
zoeken. De drie betrokken partijen nemen elk een derde van die kosten
voor hun rekening.
Gezien de omvang van de bedrijfsschaden kunnen dergelijke preventieve
maatregelen groot financieel voordeel bieden. Ik zal alle betrokken
partijen nogmaals vragen om in hun voorlichtingsacties in het kader
van het actieprogramma nadrukkelijk aandacht te besteden aan de
noodzaak en mogelijkheden van preventieve maatregelen.
De Commissie Diergezondheid en Riooloverstorten, die door de
staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat is ingesteld, richt zich op
het oplossen van de slepende gevallen waar het conflict tussen
veehouder, waterschap en gemeenten zo hoog is opgelopen dat er zonder
bemiddeling geen zicht is op een oplossing. De Commissie heeft nu
twintigtal zaken in behandeling en levert maatwerk per conflict. De
Commissie zal dit jaar haar eindrapport aan de Tweede Kamer aanbieden.
In haar werk benut de Commissie het rapport 'Verantwoord boeren versus
verantwoord lozen'.
De staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
G.H. Faber
---