Ministerie van Algemene Zaken


1red10588
15-02-02, NOS, Gesprek met minister-president, Nederland 3, 22.55 uur

GESPREK MET MINISTER-PRESIDENT KOK, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE MINISTERRAAD, OVER DE REACTIE VAN STAATSSECRETARIS HOOGERVORST OP DE CPB-CIJFERS INZAKE DE WAO

MINGELEN:
De sociale partners hebben maandenlang in de SER gewerkt aan een compromis over de aanpak van de arbeidsongeschiktheid. Met veel moeite is dat op hoofdlijnen gelukt. Gisteren zegt de staatssecretaris van Sociale Zaken, de heer Hoogervorst, dat advies ga ik niet uitvoeren, daar begin ik niet aan. Sprak hij ook namens u?

KOK:
In principe spreekt een staatssecretaris of een minister altijd namens de gehele ministerraad, dus dat geldt ook hiervoor.

MINGELEN:
Maar nu de praktijk?

KOK:
De praktijk is natuurlijk dat hij spontaan reageerde op een nieuwsfeit, de doorrekening van het Planbureau. We hebben vandaag voor het eerst in het kabinet daar over gepraat, vooral procedureel. Niet inhoudelijk, want we hebben de stukken niet beschikbaar. Wat in elk geval voorop staat is dat wij als kabinet zo veel mogelijk in deze periode willen doen om een bijdrage te leveren tot een betere aanpak van de WAO. Dat staat voorop.

MINGELEN:
Maar die bijdrage levert de staatssecretaris toch niet door op het moment dat er een kritische doorrekening van het SER-voorstel door het Centraal Planbureau te zeggen, ik ben het met die kritiek eens op een hoofdpunt, daar begin ik dus niet aan. Met andere woorden, hij wijst het SER-compromis nu al van de hand.

KOK:
Dat is natuurlijk niet aan de orde, want dat SER-compromis komt er pas op het ogenblik dat er een advies aankomt. Dat moet overigens geleidelijk aan wel komen, want als dat nog weer verder gaat vertragen dan half maart, dan wordt het half april en dan zit je tegen de verkiezingen Dan hebben we geen ruimte meer om wat te doen.

MINGELEN:
Door zo'n opmerking van de staatssecretaris zit die vertraging er nu al in. Want die sociale partners hebben een vergelijk gesloten en ze weten nu al dat een belangrijke man, namelijk de staatssecretaris, verantwoordelijk voor de WAO, er niks in ziet. Die mensen hebben toch geen zin meer om verder een compromis te sluiten?

KOK:
Dat zou mij verbazen. Het ene woord haalt het andere uit. Nu zijn er wat opgewonden reacties, gisteren en vandaag. Ik begrijp dat allemaal wel. Maar het zou mij toch verbazen als men zo zou reageren, want de SER, werkgevers, werknemers en kroonleden, zullen ook zelf behoefte hebben om na die doorrekening van het Planbureau te zorgen voor meer hardheid daar waar het gaat om de zekerheid dat er werkelijk een beperking van de instroom tot, zeg vijfentwintigduizend per jaar, zal zijn. Dat is nu in de orde van grootte van honderdduizend. Dat moet terug naar vijfentwintigduizend. Dat kun je niet met een druk op de knop bereiken. Dat is de keuringspraktijk, de allerdaagse keuringspraktijk, die daar belangrijk is. Men zal zeker de komende weken zijn krachten nog wijden aan het verder preciseren van de ideeën daarover, zodat zoveel mogelijk van het SER-advies bruikbaar is voor een kabinetsstandpunt. Men zal, anders gezegd, natuurlijk verontwaardigd en boos zijn geweest over die CPB-berekening.

MINGELEN:
Ook verontwaardigd en boos over de opmerkingen van de staatssecretaris?

KOK:
Nee, vooral over de CPB-berekeningen, die ook niet bemoedigend is. Maar het CPB kan ook geen gedragseffecten berekenen. Het CPB kan veel. Maar ja, wat je in de computer stopt, komt er aan de andere kant ook weer uit. Het gaat er vooral om die weerbarstige schakel van de keuringspraktijk beter te laten functioneren. Dat moet beter functioneren door zo concreet mogelijk aan te geven wie er wel en wie er niet in de WAO komt. Niet in persoon, maar wat voor soort gevallen. Daar werkt men ongetwijfeld hard aan door. Net zo goed als dat wij hard moeten doorwerken, de afgelopen tijd al en ook de komende tijd, aan het voorbereiden van een eigen hoofdlijnennotitie die op hoofdlijnen aangeeft hoe het kabinet denkt met deze problematiek om te gaan.

MINGELEN:
Ik begrijp wel dat u de staatssecretaris niet al te hard wil afvallen, maar in een gevoelige situatie op een onderwerp, de arbeidsongeschiktheid, waar al jarenlang over wordt gepraat, dan komt er eindelijk een SER-advies. Dan komt er kritiek van het Centraal Planbureau en de staatssecretaris zegt, wij voeren dat SER-advies dus niet uit. Dat is toch buitengewoon onverstandig van hem om dat op dit moment te zeggen? Daarmee beïnvloedt hij toch de uitkomst van het proces?

KOK:
In de eerste plaats is het voor de staatssecretaris ook niet eenvoudig. De staatssecretaris staat geweldig onder druk van niet alleen zijn eigen partij, maar ook in het algemeen. Toch van, zoveel mogelijk leveren in deze kabinetsperiode aan kabinetsstandpunten.

MINGELEN:
Maar zijn eigen partij wil helemaal niks meer, want zijn partijleider de heer Dijkstal heeft al gezegd, dat hele SER-idee vinden wij niet aanvaardbaar. Meneer Hoogervorst voert gewoon uit of zegt na wat zijn lijsttrekker, leider zegt. Daarmee leg je toch een politieke bom onder dit hele compromis?

KOK:
Nee. De staatssecretaris staat behoorlijk onder druk, omdat er vanuit alle geledingen van de samenleving verwacht wordt dat er door het kabinet het nodige nog wordt geleverd in termen van beleidsvoornemens. Heeft tegelijkertijd ook rekening te houden met het SER-advies wat weer vertraagd. Dat was al vertraagd, eerst van januari naar februari, nu van februari naar maart. Wordt daardoor begrijpelijk onrustig. Heeft al veel informatie in zijn hoofd. Hij zei ook, ik weet nu geleidelijk aan wel genoeg. Wat hij nu gaat doen, is met de minister van SZW en met het hele kabinet die wetenschap delen en gezamenlijk in wijsheid tot een positiebepaling komen die gedragen moet kunnen worden door het hele kabinet. U verwees even naar de politieke partij. Zeker in een eindfase op weg naar verkiezingen begint dat wat verder gepolitiseerd te raken. Dat was altijd al het geval. De WAO is geen onderwerp dat los van politieke spanningen kan worden gezien, zoals we allemaal weten. Ook uit het begin van de jaren negentig. Het hele kabinet moet uiteindelijk een gedachtelijn kunnen dragen. Wat dat betreft heeft de heer Hoogervorst in het kabinet samen met Vermeend en anderen heel veel nuttig en waardevol werk te doen.

MINGELEN:
Hij heeft onbewust voor zijn beurt gesproken?

KOK:
Je moet als staatssecretaris op zo'n moment reageren. Ik weet niet of u er persoonlijk bij was, maar er waren zeker collega's van u bij op het moment dat hij de Kamer verliet voor wat anders dat hij op het CPB moest reageren. Hij doet dat dan op zijn manier. Dat moeten we niet al te ......(onverstaanbaar). Belangrijker is, vind ik, hoe we het nu verder gaan aanpakken. Dan is de kern, we lagen al op stoom en we blijven op stoom daar waar het gaat om parallel met de eindfase van het SER-advies een hoofdlijnennotitie voor te bereiden. We kunnen geen onnodige tijd verloren laten gaan bij het presenteren van voornemens, van beleidslijnen, die nog bruikbaar zijn. Ook zoveel mogelijk vóór de verkiezingen en voor de periode daarna.

MINGELEN:
Kunt u zich voorstellen dat de kiezer niet zo onder de indruk is van de stoom waar u het over heeft? We hebben nu acht jaar Paars achter de rug. Er is zeker gesleuteld aan de wetten, maar volgens de berekeningen, als het een beetje opschiet, mag u als demissionair premier nog de miljoenste WAO-er meemaken. Met andere woorden, erg indrukwekkend is dit allemaal niet.

KOK:
Nee. Het is een weerbarstige materie. Iedereen die de indruk wekt dat hij de simpele oplossing op zak heeft, heeft het mis. Het is altijd gemakkelijker om te zeggen hoe dingen niet moeten dan wel. Het blijft in de kern een probleem dat mensen die niet meer in staat zijn door ziekte of gebrek de arbeidsplaats te vervullen die men aanvankelijk vervulde, zinvolle en passende werkgelegenheid, een passende arbeidsplaats moeten krijgen op een andere manier. Heel veel mensen worden vandaag arbeidsongeschikt verklaard, ook in de keuringspraktijk, die wel degelijk arbeidsgeschikt zijn, maar dan op een ander niveau.

MINGELEN:
Dat weten we al sinds de jaren negentig. Ik zeg ook niet dat het gemakkelijk is, maar de observatie is, is dat door de samenwerking van PvdA en VVD men eigenlijk niet in staat is om een duidelijke keuze te maken om die toestroom van WAO-ers in te dammen. Want die miljoenste komt er aan, dat kunt u toch niet ontkennen?

KOK:
Dat heeft met de samenwerking van PvdA en VVD heel weinig te maken. Natuurlijk zijn andere partijen evenzeer betrokken en ook verantwoordelijk geweest, hebben ook hun inbreng. Wat nu de waarde is van het naderende SER-advies, toch in het verlengde van het rapport van de commissie-Donner, is dat een grote mate van eensgezindheid is in de analyse en in de voorgestelde aanpak. De resultaten van de aanpak die er lijkt te komen, dreigen tegen te vallen. Daar heeft het CPB op gewezen, vanwege te weinig reductie van de instroom.

MINGELEN:
Staat u straks weer met lege handen.

KOK:
Dus dat moet gepreciseerd worden. Dan heb je wel een aantal ideeën, een aantal beleidslijnen beschikbaar die zijn aangeleverd door de sociale partners samen. Dat is van grote waarde.

MINGELEN:
Dat meneer Hoogervorst zegt, dat draagvlak vind ik niet zo belangrijk, er is wel meer sociale wetgeving zonder de sociale partners tot stand gekomen. Dat is toch een hele andere denklijn. Daaruit blijkt toch al dat dit kabinet tot weinig meer zal komen?

KOK:
Ik geloof dat u dat een beetje te somber ziet. Natuurlijk is draagvlak van groot belang. Tegelijkertijd betekent dat niet dat alles wat in een draagvlak wordt opgelost, een gemeenschappelijk compromis van werkgevers en werknemer, in alle opzichten de hoogste wijsheid is. We zullen dat vanuit de eigen verantwoordelijkheid kritisch bezien en met gebruikmaking van de adviezen die ons bereikt hebben, onze keuzes maken. Ik vind dat het draagvlak, dus de steun van sociale partners voor een aanpak van groot belang is. Van grote betekenis. Het zou niet goed zijn om dat een beetje achterloos ter zijde te schuiven. Ook dat is de inzet van de staatssecretaris absoluut niet.

MINGELEN:
Mag ik gezien de tijd een korte kwalificatie van uw vragen over het feit dat na acht jaar Paars er in elk geval geen nieuwe betere WAO-regeling op tafel ligt?

KOK:
Dat is het gevolg van het feit dat we een aantal advieskanalen hebben gepasseerd. Het is een goede keuze geweest om de Sociaal Economische Raad hier tot een oordeel te doen komen. Dat betekent dat we een aantal maanden voor die adviesperiode nodig hebben gehad. Die periode heeft de SER ook nodig...

MINGELEN:
U zou het geen blamage willen noemen dat dat niet voor het einde van uw periode tot stand is gekomen?

KOK:
Het is een heel goede investering in gezamenlijke verantwoordelijkheid en ook gezamenlijk de schouders er onder willen zetten. Dat zou zich wel eens kunnen uitbetalen, want je kunt het niet achter de tekentafel alleen oplossen. Dat is ondenkbaar. (letterlijke tekst, ongecorrigeerd, JBr)