Erasmus Universiteit Rotterdam

6 maart 2002

Nieuwe resultaten ERGO-bevolkingsonderzoek Ommoord

Vrouwen op leeftijd in gevarenzone

Gegevens van het inmiddels tien jaar lopende Rotterdamse Erasmus Gezondheid en Ouderen (ERGO) onderzoek, een groot bevolkingsonderzoek waaraan achtduizend mensen van 55 jaar en ouder in de Rotterdamse wijk Ommoord deelnemen, dienden als grondslag voor de dissertatieonderzoeken waarop Caroline Hulsman en Liesbeth Hak op respectievelijk 6 en 13 maart 2002 promoveren aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Het proefschrift van Hulsman is getiteld 'Determinanten van primair open kamerhoekglaucoom, een genetisch-epidemiologische benadering. De titel van Haks proefschrift luidt: 'Geslachtsverschillen in hart- en vaatziekten. Een epidemiologisch onderzoek naar endocriene factoren'.

Toename hart- en vaatziekten bij vrouwen na middelbare leeftijd

Vrouwen zijn zich nauwelijks bewust van het feit dat hart- en vaatziekten ook voor hen de belangrijkste gezondheidsbedreiging vormen, concludeert Liesbeth Hak in haar proefschrift. Hart- en vaatziekten komen bij vrouwen op jonge leeftijd relatief weinig voor. Vanaf middelbare leeftijd neemt het aantal hart- en vaatziekten onder hen echter sterk toe. De risicofactoren: te hoog cholesterolgehalte, te hoge bloeddruk en overgewicht, komen tot het vijftigste levensjaar bij vrouwen minder vaak voor dan bij mannen. Na de middelbare leeftijd blijkt echter het omgekeerde waar. Opvallend is ook de verwachting dat roken bij vrouwen in de nabije toekomst een belangrijkere rol zal gaan spelen bij het optreden van hart- en vaatziekten, omdat jonge generaties vrouwen meer roken dan vroeger het geval was.

De promovenda zag in haar onderzoek bevestigd dat zowel het cholesterol- als het homocysteïnegehalte van vrouwen stijgen tijdens de overgang. Beide zijn factoren die de kans op hart- en vaatziekten vergroten. Een mogelijke verklaring van deze stijging is de sterke daling van de vrouwelijke hormoonspiegels die in de overgang optreedt.

Zij onderzocht tevens de rol van mannelijke hormonen (testosteron) in relatie tot hart- en vaatziekten bij mannen. Bij hen blijkt de testosteronspiegel met het ouder worden te dalen. Opvallend is dat bij mannen met lage testosteronspiegels meer slagaderverkalking voorkomt.

Promotores: prof.dr. H.A.P. Pols, Inwendige geneeskunde, en prof.dr. A. Hofman, Epidemiologie

De overgang in relatie met primair open kamerhoekglaucoom

Primair open kamerhoekglaucoom (engelse afkorting: POAG) is een oogaandoening, die vooral bij ouderen voorkomt. De ziekte wordt gekenmerkt door een verlies van zenuwvezels ter plaats van het netvlies, dat klinisch samengaat met uitholling van de gezichtszenuw en gezichtsveldverlies. Tot de belangrijkste risicofactoren behoren een verhoogde oogdruk en bijziendheid. Wanneer glaucoom in de familie voorkomt, of men is afkomstig uit Afrika, dan is het risico eveneens groter. POAG wordt gezien als een multifactoriële aandoening, wat wil zeggen dat meerdere factoren samen verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van de aandoening, zowel genetische als niet-genetische/omgevingsfactoren.

Caroline Hulsman verrichtte onderzoek naar het verband tussen de leeftijd waarop vrouwen in de overgang kwamen en het risico van POAG. Het bleek dat vrouwen die voor hun 45ste in de overgang kwamen, een twee tot drie keer zo hoge kans hadden op het hebben van POAG als vrouwen die pas na hun 50ste in de overgang geraakten. Dit duidt op een mogelijk beschermend effect van vrouwelijke geslachtshormonen tegen het ontstaan van POAG. Tevens is in de ERGO-populatie onderzocht hoeveel POAG patiënten veranderingen hebben in het enige gen tot nu toe bekend voor glaucoom, het myociline gen. Dit bleek ongeveer 3 à 4% te zijn.

Voor de genetische achtergrond van POAG heeft de promovenda een genetisch geïsoleerde populatie in Noord-Nederland onderzocht. De genetische variatie in een dergelijke gemeenschap is beperkter, wat het zoeken naar genen gemakkelijker maakt bij een ziekte waar meerdere genen bij betrokken zijn. Via huis- en oogartsen zijn 26 POAG patiënten onderzocht, die afkomstig bleken te zijn van een zelfde gemeenschappelijk ouderpaar in de 16de eeuw. Met behulp van DNA-onderzoek zijn aanwijzingen gevonden voor twee regio's op het genoom waar mogelijk een gen ligt dat verantwoordelijk is voor POAG in deze groep patiënten in deze specifieke gemeenschap.

Promotores: prof.dr. P.T.V.M. de Jong, Epidemiologie van oogziekten, en prof.dr. A. Hofman, Epidemiologie

Noot voor de pers
Promotie Caroline Hulsman, 6 maart, 11.45 uur
Plaats: Hoboken,Collegezaal 7
Info: bij de promovenda, tel. (020) 566 6101 / 566 4598 (Interuniversitair Oogheelkundig Instituut)
e-mail: c.hulsman@ioi.knaw.nl
Promotie Liesbeth Hak, 13 maart, 15.45 uur
Plaats: Hoboken, Collegezaal 7
Info: bij de promovenda, tel. (010) 408 7365 (Instituut Epidemiologie & Biostatistiek)
e-mail: hak@epib.fgg.eur.nl