Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Noord-Afrika en Midden-Oosten Afdeling DAM-MO Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 2500 EB Den Haag
Datum 7 maart 2002 Auteur N. Trooster

Kenmerk DAM-95/02 Telefoon 070 348 5423

Blad /1 Fax 070 348 6639

Bijlage(n) 1 E-mail Dam@minbuza.nl

Betreft Beantwoording vragen van het lid Koenders over de Israëlische aanval op het hoofdkwartier van Arafat in Gaza stad.

Zeer geachte Voorzitter,

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Koenders over de Israëlische aanval op het hoofdkwartier van Arafat in Gaza stad. Deze vragen werden ingezonden op 21 februari 2002 met kenmerk 2010206840.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Antwoord van de heer van Aartsen, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Koenders (PvdA) over de Israëlische aanval op het hoofdkwartier van Arafat in Gaza-stad. (Ingezonden 21 februari 2002)

Vraag 1

Op welke wijze neemt de Nederlandse Regering onverwijld afstand van de aanval van Israëlische troepen op het hoofdkwartier van Arafat in Gaza-stad waarbij vier leden van de beveiliging zijn omgekomen?

Antwoord

De escalatie van geweld over en weer van de afgelopen weken is zeer betreurenswaardig. Het aantal slachtoffers dat is gevallen bij zowel Palestijnse aanslagen als de harde Israëlische vergeldingsacties, is steeds hoger en is aanleiding tot grote zorg over het verdere verloop van het conflict. Nederland kon zich dan ook volledig vinden in de verklaring die het EU-voorzitterschap uitgaf onder meer naar aanleiding van hogergenoemd incident waarin consternatie over het geweld werd uitgesproken, de nabestaanden werden gecondoleerd en beide partijen werden herinnerd aan de oproep die aan hen is gedaan tijdens de EU-top in Laken om de geweldspiraal te doorbreken.

Vraag 2

Is de directe aanval op het hoofdkwartier van Arafat een nieuwe fase van escalatie in het Midden-Oosten-conflict en op welke wijze zal Nederland c.q. de EU hierop reageren? Welk specifiek spoedoverleg vindt hierover plaats met de Europese bondgenoten en de VS? Welke initiatieven neemt de Nederlandse Regering hiertoe?

Antwoord

De EU Hoge Vertegenwoordiger Solana kreeg tijdens de afgelopen Algmene Raad opdracht naar de regio af te reizen. Hij heeft daar met de partijen en andere hoofdrolspelers, waarbij met name aan de leden van het zogenaamde kwartet (VS, VN, Rusland, EU) moet worden gedacht, initiatieven besproken om de huidige impasse te doorbreken. De dialoog tussen Peres en Abu Alaa is daar onder meer aan de orde gekomen. Maar ook de recente ideeën van Saoedische origine -die gericht zijn op onmiddellijke erkenning van Israël door Arabische staten als het zich bereid toont de bezetting op te heffen en zich terug te trekken achter de grenzen van 4 juni 1967- waren onderwerp van gesprek zijn. Na zijn reis aan de regio is hij afgereisd naar Washington om over afstemming van het Europese en het Amerikaanse beleid te spreken.

Vraag 3

Waarom wordt door Nederland c.q. de EU en de VS onvoldoende echte druk op de partijen uitgeoefend, zodat het Mitchell-plan en het Tenet-plan zonder verdere negatieve escalatie worden uitgevoerd?

Vraag 4

Welke Nederlandse c.q. Europese initiatieven, die daadwerkelijk effectief zijn, worden nu geagendeerd? Welke rol speelt u daarbij?

Antwoord:

De Europese Unie en de Amerikaanse regering hebben niet aflatend inspanningen geleverd om de partijen te bewegen de geweldspiraal te doorbreken en de politieke dialoog te hervatten conform de aanbevelingen van het Mitchell-rapport en het Tenet-plan. Voorts wil ik verwijzen naar mijn antwoorden op de mondeling gestelde vragen tijdens het vragenuur van dinsdag 26 februari jl.

===