Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
VVA. 2002/850
datum
11-03-2002

onderwerp
Kamervragen MKZ en Kootwijkerbroek"
TRC 2002/1680

bijlagen

Geachte Voorzitter,

Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van de leden Atsma en Mosterd (beiden CDA) inzake MKZ en Kootwijkerbroek.

1 en 2 In totaal zijn acht heparinemonsters, genomen op het bedrijf in Kootwijkerbroek, gezonden naar ID-Lelystad. De eerste vier monsters zijn in de nacht van 20 op 21 maart 2001 gearriveerd, de tweede vier een dag later. Om elk misverstand te voorkomen zij hieraan toegevoegd dat het hier gaat om monsters van meer dan één dier. Alle monsters zijn ingezet voor de virusisolatietest op varkensniercellen, met uiteindelijk een negatieve uitslag. Nadat op 28 maart 2001 het heparinemonster RAA 0005462-2 in de virusisolatietest op lammerniercellen een positieve uitslag had gegeven, was er geen reden meer de andere heparinemonsters ook nog in te zetten voor de virusisolatietest op lammerniercellen. In het antwoord op vraag 21 van de heren Atsma en Mosterd zoals ik dat de Kamer op 17 januari 2002 heb doen toekomen, heb ik een en ander zeer uitvoerig uiteengezet. Ik heb daaraan niets meer toe te voegen.


---
De eerste heparinemonsters zijn in de nacht van 20 op 21 maart 2001 in Lelystad gearriveerd. Er is nog diezelfde nacht met de testen begonnen.


---
Elk binnenkomend monster wordt bij ID-Lelystad volgens een vastgestelde procedure verwerkt. Het al of niet operationeel zijn van het geautomatiseerde systeem is daarbij niet van betekenis; elke inzending wordt uniek gecodeerd en afzonderlijk bewerkt.


---
De testen zijn door verschillende medewerkers van ID-Lelystad volgens de geldende procedures uitgevoerd. De betrokken medewerkers zijn ervaren in de virologische laboratoriumdiagnostiek.


---
Deze vraag moet, naar van de zijde van ID-Lelystad is verzekerd, op een misverstand berusten. Van de inzet van een externe kracht is geen sprake geweest.

De minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

mr. L.J. Brinkhorst

datum

kenmerk

bijlage
Vragen

Vragen van de leden Atsma en Mosterd (beiden CDA) aan de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij over MKZ en
Kootwijkerbroek.(Ingezonden 18 februari 2002)

1
Waarom zijn niet alle aanwezige monsters ingezet in de virusisolatietest van 26 maart op lammerniercellen, nu er wordt gesteld dat er op 28 maart een positieve uitslag was van de virusisolatietest op monster RAA0005462-2 en dat daarom geen tweede test is ingezet? Is de test van het genoemde monster gestart op 26 maart? Waren op 26 maart nog zeven andere heparinemonsters van het bedrijf van Teunissen aanwezig bij ID Lelystad (te weten drie van de eerste inzending en vier van de tweede inzending) waaronder een van hetzelfde dier als het monster RAA0005462-2?

2
Is er na het ontstaan van alle twijfel en commotie over MKZ in Kootwijkerbroek ook een hertest op het tweede monster van hetzelfde dier uitgevoerd? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wat was dan de uitslag en hoe is die gecommuniceerd?

3
Op welk tijdstip is men gestart met de eerste test op de monsters van het bedrijf van Teunissen?

4
Hoe is gewaarborgd dat verschillende inzendingen van de avond van 20 maart niet zijn verwisseld ondanks het buiten gebruik zijn van het informatiesysteem?

5
Wie heeft de eerste testen uitgevoerd en welke documenten zijn daarbij gebruikt?

6
Waarom moest er een extern komen om de monsters van de taxichauffeur in ontvangst te nemen? Waren er geen mensen van ID Lelystad aanwezig die dit konden doen?

Aanvullende vragen naar aanleiding van de antwoorden in uw brief van 17 januari 2002 over MKZ en Kootwijkerbroek, kenmerk VVA 02.67/GK. De eerste twee aanvullende vragen hebben specifiek betrekking op antwoord 21 van genoemde brief en de overige vragen hebben betrekking op antwoord 22 van de genoemde brief.


---