Nederlands Centrum voor Dopingvraagstukken


NeCeDo onderschrijft controles op EPO bij voetballers

Zoals reeds eerder is aangekondigd worden de voetballers tijdens het WK voetbal in Seoul op EPO (erytropoëtine) en soortgelijke middelen gecontroleerd . Voor velen kwam dit bericht zeer onverwachts, EPO zou immers alleen toegepast worden in duursporten zoals wielrennen en langlaufen. Het Nederlands Centrum voor Dopingvraagstukken (NeCeDo) is echter van mening dat EPO wel degelijk een positief effect zou kunnen hebben op de prestaties in het voetbal.

Voetbal is een interval sport wat wil zeggen dat laag intensieve inspanningen, het dribbelen op het veld, worden afgewisseld met hoog intensieve inspanningen, het sprinten naar of met de bal. Tijdens de laag intensieve inspanningen wordt er energie geleverd waarbij zuurstof wordt gebruikt, ook wel aërobe inspanningen genoemd. Tijdens de hoog intensieve inspanningen produceert het lichaam energie via de aërobe energievoorziening maar schakelt tevens een andere, krachtigere, energiebron in. Deze manier van energie produceren wordt anaërobe energievoorziening genoemd. Dus zowel de aërobe als anaërobe energievoorziening spelen hierbij een rol.

Bloed bevat rode bloedcellen die in de longen zuurstof opnemen uit de buitenlucht en vervolgens transporteren naar allerlei cellen in het lichaam, zoals de spiercellen. Tijdens een aërobe inspanning, dus tijdens dribbelen maar ook tijdens een volle sprint, zullen spieren zuurstof verbruiken om energie te leveren. Hoe meer rode bloedcellen er in het bloed aanwezig zijn, hoe meer zuurstof er bij de spieren terecht komt. De spieren zullen langer energie kunnen leveren zonder vermoeid te raken. EPO kan dus van invloed zijn op de aërobe inspanningen tijdens het voetbal.

Rode bloedcellen vervoeren niet alleen zuurstof vanuit de longen naar de spieren toe, ze transporteren ook afvalstoffen vanuit de spiercellen terug naar de longen. Bij anaërobe inspanningen, dus tijdens hoge intensieve inspanningen, komen in de spier afvalstoffen vrij in de vorm van melkzuur. Het melkzuur wordt vervolgens in de spier afgebroken waarbij een zogenaamd 'zuurmolecuul', een H+, ontstaat. Het zuurmolecuul geeft een brandend en pijnlijk gevoel in de spieren en als dit niet wordt verwijderd dan zal de inspanning uiteindelijk gestaakt moeten worden. Het H+ wordt onder meer verwijderd door de rode bloedcellen die het meenemen naar de longen. In de longen wordt het vervolgens uitgescheiden in de uitademinglucht. Op theoretische gronden mag worden verwacht dat hoe meer rode bloedcellen er in het bloed aanwezig zijn, hoe meer H+ er kan worden weggevangen en hoe langer de anaërobe inspanning kan worden volgehouden. Er zijn dus redenen om aan te nemen dat EPO ook van invloed is op de anaërobe inspanningen tijdens het voetbal.

EPO heeft ontegenzeggelijk een effect op het herstelvermogen van een voetballer. Na een training of wedstrijd moet het lichaam herstellen van de zware inspanning dat het geleverd heeft. Tijdens de herstelprocessen in het lichaam wordt zuurstof gebruikt en als er dankzij EPO meer zuurstof aanwezig is, zal het herstel sneller verlopen.

Op grond van de bovengenoemde redenen is het aannemelijk dat EPO een positieve invloed kan hebben op de prestaties van een voetballer. Het NeCeDo is er dan ook een voorstander van dat voetballers en soortgelijke intervalsporters op EPO gecontroleerd worden.