Samenwerkende Instellingen Gezondheidszorg Regio Amsterdam


Nieuwe bouwwet gezondheidszorg zal niet helpen

De Wet Exploitatie Zorginstellingen (WEZ) is de beoogde nieuwe bouwwet voor de gezondheidszorg. De wet, die nu in parlementaire behandeling is, moet het systeem van centrale aanbodsturing te vervangen door vraagsturing in de regio´s. Een ongetwijfeld goede bedoeling. Maar grondige lering van de wet leert dat de kans groot is dat de gezondheidszorg wordt opgescheept met de volgende niet werkende wet.

De Wet Exploitatie Zorginstellingen (WEZ) is de opvolger, vervanger van de Wet ZiekenhuisVoorzieningen (WZV). Het is in gezondheidszorgland een publiek geheim dat de WZV en haar uitvoeringsinstrumentarium ervoor heeft gezorgd dat met name in de care sectoren (lees de chronische zorg) er is (en wordt) gebouwd op een wijze waarvan al bij het slaan van de eerste paal bekend is dat het verouderde, ouderwetse bouw is. Bouw die niet is toegesneden op de behoefte van het heden, laat staan van de toekomst. De WEZ is gemaakt met de intentie het bovenstaande tot het verleden te laten behoren. Maar zal deze langverwachte hoop ook bewaarheid worden.

In de nota staat dat het wetsvoorstel geen financiële taakstelling heeft. De overgang van de WZV naar de WEZ geschiedt dan ook budgettair neutraal. Dat wil zeggen de overgang heeft geen gevolgen voor de macrokosten en het budgettair kader zorg (BKZ). De WEZ dient ter begeleiding van de overgang van een stelsel van centrale aanbodsturing naar een decentraal vraaggericht stelsel. Bij een werkelijk vraaggericht systeem met onafhankelijke indicatiestelling en eigen budget/reserveopbouw door de instellingen voor de toekomst past in de eerste plaats niet dat weer ingestoken wordt op budgettaire neutralileit. Al gauw bekruipt je dan het oude wijn in nieuwe zakken gevoel.

In de tweede plaats moeten de condities voor alle zorgsectoren gelijk zijn. Dit is niet het geval.Voor de algemene ziekenhuizen zal op termijn alleen voor volledig vervangende nieuwbouw een vergunning vereist zijn. Voor de sector verpleging en verzorging is het de bedoeling een grensbedrag te hanteren voor de bepaling of het bouwregime van toepassing is. Alle vormen van bouw in de gehandicaptenzorg, uitgezonderd kleinschalige woonvormen, zullen onder het bouwregime vallen. Voor de sector GGZ ligt het in de bedoeling alleen uitbreidingsbouw met een capaciteitsvergroting van meer dan 25% en vervangingsnieuwbouw die de 25% van de instellingscapaciteit te boven gaat onder het bouwregime te laten vallen.

In de derde plaats moeten de rechten en plichten van de verzekeraars/zorgkantoren vastgelegd worden. In de nota staat dat elke geïndiceerde zorgvraag door de verzekeraar moet worden gehonoreerd. Ook staat er dat voor initiatieven met bouw op dit moment geldt dat die in procedure worden genomen, als de verzekeraar instemt met het voorgenomen project. Hier ligt een spanningsveld. Wat te doen als de verzekeraar niet meewerkt aan het realiseren van de voor de geïndiceerde zorgvraag benodigde bouwinitiatieven? Hoe is dat democratisch beïnvloedbaar of controleerbaar? Hoe ligt zoiets juridisch?

In de vierde plaats moeten de zorginstellingen met meerdere verzekeraars/zorgkantoren in onderhandeling kunnen gaan, net als de verzekeraars/zorgkantoren dit met meerdere instellingen kunnen (en niet meer moeten, want de contracteerplicht is in de WEZ immers voor de verzekeraars/zorgkantoren afgeschaft!). Alleen dan is er sprake van echte markt. Aan deze voorwaarde wordt niet voldaan, want in een regio is er een monopoliepositie van de verzekeraar/zorgkantoor.

Het bovenstaande is destemeer nodig gegeven de passage waarin staat dat het verlenen van toestemming (lees: exploitatie - toestemming aan de zorginstelling) niet betekent dat de instelling tot productie of levering is verplicht. De verantwoordelijkheid om de instelling aan te spreken op de levering van de zorg berust bij de verzekeraar, die daartoe met de betreffende instelling een overeenkomst heeft gesloten. Wat als die verzekeraar niet contracteert? Dan dient de instelling wel naar een andere verzekeraar te kunnen gaan. Dan pas is er van marktpartijen in gelijkwaardige, onderhandelingsposities.

Worden de zaken zoals hierboven aangegeven niet geregeld, dan zal de WEZ de volgende diffuse niet eigentijdse wet zijn die vraaggericht toekomst bestendige zorg onvoldoende verder brengt. Of hebben we toch maar liever een half ei dan een lege dop.