Universiteit Leiden

Meer informatie: dienst Interne en Externe Communicatie, tel. 071-5273282

Woensdag 27 maart 14.15 uur
Karel M. Braun
Aftrek van voorbelasting in de BTW
Faculteit Rechtsgeleerdheid
Promotor: prof. dr. M.E. van Hilten

BTW drukt soms ten onrechte --- Regelgeving aftrek voorbelasting nodeloos ingewikkeld
In de jaren zestig van de vorige eeuw besloten de lidstaten van de EEG de bestaande omzetbelastingen te vervangen door een gemeenschappelijk BTW-stelsel. Alle aandacht ging toen uit naar het systeem van heffen. Het doel was een stelsel dat de concurrentieverhoudingen niet zou verstoren. Vragen naar wie en wat de BTW zou belasten en naar de rechtvaardiging speelden bij de keuze voor het stelsel geen rol van betekenis. Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat de BTW in Nederland particuliere consumenten treft. Door het recht op aftrek van voorbelasting drukt geen belasting bij ondernemers, maar bij eindverbruikers van goederen en diensten. Deze eindverbruikers zijn echter niet altijd consumenten. Onder dwang van Europese richtlijnen kunnen ondernemers in een aantal gevallen hun voorbelasting niet in aftrek nemen. Hierdoor wordt de BTW soms tot een bedrijfsbelasting, zonder dat daar een rechtvaardiging voor is. Na een rechtstheoretisch deel geeft dit proefschrift een overzicht van de Nederlandse regelgeving met betrekking tot het aftrekrecht. Getoetst is of de Nederlandse regels in overeenstemming zijn met de Europese richtlijnen. Ook is onderzocht of het instrument van aftrek van voorbelasting bewerkstelligt dat de BTW uitsluitend daar drukt waar dat in de optiek van de auteur het geval behoort te zijn. De belangrijkste conclusies zijn dat de BTW in een aantal gevallen ten onrechte drukt en dat de regelgeving inzake de aftrek van voorbelasting nodeloos ingewikkeld is.

Van dit proefschrift verschijnt een handelseditie bij uitgeverij Kluwer in de serie Fiscale Monografieën (nr. 99), ISBN 90 200 2481 7

Informatie: Hilje Papma, wetenschapsvoorlichter, 071-527 3282