European Commission

ECA/02/6 Luxembourg, 27 maart 2002

Persbericht van de Europese Rekenkamer betreffende speciaal verslag nr. 1/2002 over macrofinanciële bijstand (MFB) aan derde landen en structurele aanpassingsfaciliteiten (SAF) in de mediterrane landen (1)

In het kader van het begrotingsonderdeel voor externe maatregelen helpt de Europese Unie derde landen niet alleen via specifieke programma's en projecten, maar ook via economische overgang in het algemeen en structurele hervorming. Verleend aan derde landen zoals de kandidaat-lidstaten, de westelijke Balkan en de Nieuwe Onafhankelijke Staten, heet deze bijstand "macrofinanciële bijstand" (MFB), en verleend aan de mediterrane (MEDA) derde landen "structurele aanpassingsfaciliteiten" (SAF). Gedurende de periode 1998-2000 werd aan MFB in negen landen 822 miljoen euro besteed, terwijl in de periode 1996-2000 voor SAF-programma's aan vijf landen 460 miljoen euro werd betaald.

De controle van de Rekenkamer was gericht op:
de opzet van de instrumenten;
de wijze waarop de Commissie de betalingen goedkeurde en erop toezag;
de wijze waarop de Commissie over deze twee programma's verslag uitbracht en ze evalueerde.

Tijdens haar controlewerkzaamheden onderzocht de Rekenkamer 23 betalingen voor MFB-acties en de betalingen voor zes SAF-programma's.

Voor de SAF-programma's houdt de Commissie geen documentatie bij over de wijze en grondslag waarop zij belangrijke beslissingen neemt over bijvoorbeeld de omvang van subsidies, of de omvang en het tijdschema van de tranches waarin wordt betaald. De Rekenkamer constateerde ook dat de programmavoorwaarden vaak slechts betrekking hadden op de opstelling van wetgeving en actieplannen, en niet op de concrete uitvoering ervan.

De Rekenkamer constateerde dat de Commissie bij het verlenen van MFB niet altijd de vijf beleidsbeginselen in acht nam die de ECOFIN-Raad in 1995 heeft vastgelegd. Zo wordt de bijstand soms regelmatig en doorlopend verleend, terwijl hij slechts bij uitzondering mag worden verleend. Verder vervult het ontvangende land niet altijd de politieke voorwaarden vooraf. De Rekenkamer constateerde weliswaar dat het beginsel van het stellen van voorwaarden met betrekking tot politieke en economische hervormingen altijd in acht werd genomen, maar in deze voorwaarden waren vaak niet de duidelijke en meetbare prestatiecriteria opgenomen die nodig zijn om de nakoming te kunnen verifiëren. Verder werd het met het beginsel van macro-economische conditionaliteit niet zo nauw genomen wanneer bij betalingsbesluiten rekening werd gehouden met urgenties en politieke knelpunten. De Rekenkamer constateerde binnen de Commissie ook problemen met de coördinatie tussen MFB en andere vormen van EU-steun.

Uit de werkzaamheden van de Rekenkamer bleek dat de Commissie tekort schoot in de beoordeling van de betrouwbaarheid van de begrotings- en boekhoudprocedures van de landen die MFB en SAF ontvangen. Dit vormt een ernstige tekortkoming bij maatregelen ter ondersteuning van de begroting zoals deze, aangezien de middelen rechtstreeks in het begrotingssysteem van het land worden opgenomen en de besteding ervan niet als zodanig kan worden onderkend. Het is van het grootste belang dat op de begrotings- en boekhoudprocessen als zodanig kan worden vertrouwd.

De Rekenkamer heeft fluctuaties geconstateerd in het doorlopende toezicht van de Commissie op het hervormingsbeleid en de vervulling van bepaalde voorwaarden door de ontvangende landen. De Commissie verlangt niet dat elke voorwaarde is vervuld voordat zij betalingen verricht, maar welke redenering schuilgaat achter de verlening van dergelijke vrijstellingen wordt niet altijd duidelijk gemotiveerd.

Het jaarverslag over MFB is een uitvoerig document, maar de uitleg bij de macro-economische resultaten en structurele hervormingen verschaft te weinig inzicht in de verbanden met de betaalde bijstand. Evaluatie van de maatregelen door de Commissie bleek ofwel te ontbreken (MFB), of van een beperkte reikwijdte te zijn (SAF).

De Rekenkamer concludeert dat de instrumenten de algemene hervormingsprocessen voor economische overgang en structurele aanpassing stellig hebben aangezwengeld, maar dat de goedkeuring, het beheer, het toezicht en de evaluatie sterk voor verbetering vatbaar zijn. Zij beveelt het volgende aan:
de Commissie moet meer informatie verstrekken over haar besluitvorming voor de diverse fasen van het beheer van de bijstand; MFB en SAF moeten beter worden gecoördineerd, zodat landen die in soortgelijke situaties verkeren dezelfde soort behandeling krijgen;
wanneer de Commissie vrijstelling van voorwaarden verleent, moet zij haar motivering documenteren;
de Commissie moet haar beoordeling van de kwaliteit van de begrotings- en boekhoudprocedures in de begunstigde landen verbeteren;
de Commissie moet zich aan haar eigen voorschriften houden en in alle gevallen volledige en doeltreffende evaluaties verrichten; de meerwaarde van de acties van de Europese Unie moet duidelijk worden bepaald, bewaakt en geëvalueerd.

Dienst Externe betrekkingen van de Europese Rekenkamer, tel. (352) 4398-45410, fax: (352) 4398-46430, e-mail: euraud@eca.eu.int

(1)
Dit persbericht wil slechts een samenvatting geven. Het door de Rekenkamer vastgestelde speciaal verslag is beschikbaar op haar website ( HYPERLINK http://www.eca.eu.int http://www.eca.eu.int) en zal binnenkort in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, serie C, verschijnen.