Raad voor Cultuur


27 maart 2002

Nationaal museum voor Nederlandse geschiedenis niet realistisch

DEN HAAG - Eén fysiek nationaal museum dat een volledig beeld geeft van de Nederlandse geschiedenis is noch realistisch noch gewenst. De musea die verschillende aspecten van de nationale geschiedenis tonen, bezitten gezamenlijk één virtuele collectie. Mits deze deelcollecties zinvol worden ontsloten en er meer afstemming en samenhang in de programmering tot stand komt, is er geen behoefte aan een fysiek, nationaal geschiedenismuseum. Dat schrijft de Raad voor Cultuur in zijn vandaag uitgebrachte advies aan staatssecretaris Van der Ploeg over de presentatie van Nederlandse geschiedenis in musea.

Aanleiding voor dit advies was de vraag van Van der Ploeg welke rol de rijksoverheid heeft bij de presentatie van de nationale geschiedenis in musea die over historische collecties beschikken. Daarbij verwees hij speciaal naar het Rijksmuseum, gezien de plannen voor een geïntegreerde presentatie van kunst en geschiedenis en de voorgenomen aandacht voor de 20e-eeuwse geschiedenis.

Volgens de Raad voor Cultuur moet de overheid aan historische presentaties in musea de eis van openheid stellen. Daarnaast moet de nadruk liggen op de uitwisseling van kennis en ervaring tussen de verschillende generaties. Ook moet de overheid volgens de Raad pluriformiteit waarborgen, opdat er op verschillende plekken verschillende visies op de geschiedenis kunnen worden getoond. In dit opzicht is ook een rol weggelegd voor lokale en regionale musea.

Overigens constateert de Raad dat de musea en de rijksoverheid beperkt zijn in hun mogelijkheden om het historisch besef te stimuleren. Behalve musea spelen ook onderwijs en andere media (omroep, pers, film en digitale media) een belangrijke rol. In dit opzicht vindt de Raad de 'Boulevard van het Actuele Verleden' een veelbelovend nieuw initiatief. De Boulevard zal geen museum worden maar biedt de kans om voor een breed publiek het staatkundig-historische kader te presenteren, dat in het nieuwe Rijksmuseum minder aandacht lijkt te krijgen.

De plannen van het Rijksmuseum om ook 20e-eeuwse geschiedenis te tonen, zijn volgens de Raad nog niet voldoende uitgewerkt. Desondanks pleit hij voor terughoudendheid aangezien het verzamelen van 'moderne' historische voorwerpen een geheel eigen aanpak vergt. Hierover bestaat nog geen consensus. Op het gebied van moderne kunst dreigt bovendien overlap met het verzamelbeleid van andere musea. De plannen van het Rijksmuseum voor een gemengde historische en kunsthistorische opstelling vindt de Raad nog onvoldoende uitgewerkt om een goed oordeel over te geven.


Noot voor de redactie (