Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal Binnenhof4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 2500 EB Den Haag
Datum 5 april 2002 Behandeld Trooster

Kenmerk DAM-/02 Telefoon 348-5423

Blad /3 Fax 348-6639

Bijlage(n) E-Mail DAM@minbuza.nl

Betreft Verslag van spoedbijeenkomst EU-ministers van Buitenlandse Zaken over de crisissituatie in het Midden-Oosten d.d. 3 april 2002 Zeer geachte Voorzitter,

Gaarne doe ik u hierbij verslag van de spoedbijeenkomst van de EU-Ministers van Buitenlandse Zaken op 3 april jl. ter bespreking van de ernstige crisissituatie in het Midden-Oosten. Nederland had bij het Spaanse voorzitterschap aangedrongen op een dergelijke bijeenkomst in het licht van de zeer ernstige ontwikkelingen in de regio. Het totale isolement van Arafat houdt aan. Israel zet de militaire acties, aangevangen naar aanleiding van de vreselijke zelfmoordaanslag in Netanya vlak voor Pasen en een daaropvolgende reeks andere aanslagen, onverminderd voort. Woensdagnacht trok het Israelische leger met grote aantallen tanks Nablus binnen waar inmiddels hevige gevechten zijn uitgebroken. Explosies en vuurgevechten zijn geregistreerd rond de Geboortekerk in Betlehem waar gewapende Palestijnen zich schuilhouden.

Zoals ik u afgelopen woensdag tijdens het interpellatiedebat meldde, is deze crisis ook een bedreiging voor de stabiliteit in de hele regio. In dat verband noem ik ook de verontrustende ontwikkelingen aan de noordgrens van Israël waar Hezbollah op 2 april jl. voor de eerste maal sinds de Israëlische terugtrekking uit Libanon in mei 2000 een Katushya-raket afvuurde op Israëlisch grondgebied. Ook nemen de gewelddadige incidenten rond het omstreden gebied van de Sheba-farms toe. Israël, dat Syrië en Iran verantwoordelijk houdt voor de aanslagen van Hezbollah, heeft gedreigd met de zwaarste middelen terug te slaan als Hezbollah een 'tweede front' zou willen openen.

Tegen deze achtergrond van escalerende confrontaties, van een groeiende humanitaire noodsituatie en dreiging van destabilisatie van de gehele regio, had de spoedzitting van EU-ministers van Buitenlandse Zaken woensdagavond in Luxemburg plaats. Onder de EU-lidstaten bleek een grote mate van eensgezindheid te bestaan over de te volgen lijn. Er was consensus over de opstelling van de Spaanse voorzitter om niet met nieuwe voorstellen te komen maar voort te bouwen op bestaande initiatieven zoals de recent aangenomen resoluties in de Veiligheidsraad 1397 en 1402 en de verklaringen van de Europese Raad in Laken en in Barcelona. Algemeen was ook de overtuiging dat nauwe samenwerking met de VS noodzakelijk bleef met het oog op de effectiviteit van de internationale inspanningen. Het kwartet-overleg, waaraan naast de EU en de VS ook Rusland en de Verenigde Naties deelnemen, zou hier goede diensten kunnen bewijzen. Het komende bezoek van Secretary of State Powell aan Madrid voor EU-VS overleg zou voor nadere afstemming aangegrepen kunnen worden. Inmiddels is duidelijk dat de Russische minister van Buitenlandse Zaken Ivanov en Secretaris Generaal van de Verenigde Naties Kofi Annan ook in Madrid aanwezig zullen zijn.

De vergadering nam het besluit een missie naar het conflictgebied te sturen ondanks het besef dat deze in de huidige situatie mogelijk geen effect zou kunnen sorteren. Dit risico moest genomen worden. Aanvankelijk werd overwogen premier Aznar deel uit te laten maken van de missie maar aangezien de Israëlische regering niet de verzekering wilde geven dat de missie president Arafat zou mogen bezoeken is van deelname van Aznar afgezien. De missie die donderdagochtend is vertrokken, bestaat uit de Hoge Vertegenwoordiger Solana en Minister Piqué. De missie had als mandaad contact te leggen met beide partijen teneinde aan te dringen op uitvoering van resolutie 1402 die de partijen oproept tot een staakt- het-vuren, Israel oproept zich terug te trekken uit de Palestijnse steden, inclusief Ramallah, en oproept tot hervatting van de onderhandelingen. In het licht van de Israëlische weigering om de missie toe te staan Arafat te ontmoeten, hebben andere Palestijnse vertegenwoordigers laten weten niet bereid te zijn als gesprekspartner de plaats van Arafat in te nemen. Als gevolg daarvan hebben Solana en Piqué besloten de missie af te breken.

Ik heb in mijn interventies in de spoedzitting de vaste ijkpunten van het Nederlandse beleid naar voren gebracht, geheel in lijn met mijn bijdrage aan het interpellatiedebat in de Tweede Kamer (inclusief de elementen van de ingetrokken motie van de leden Koenders en Hoekema). Ik benadrukte dat niet alleen druk op Israël moet worden uitgeoefend om zich terstond conform resolutie 1402 van de Veiligheidsraad terug te trekken maar dat ook Arafat een duidelijke boodschap zou moeten krijgen.

Het is wenselijk dat de Palestijnse leider met Zinni tot snelle overeenstemming komt aangaande de voorwaarden voor een staakt-het-vuren en zich helder uitspreekt tegen de Palestijnse terreurdaden. Anderzijds zal hij in staat moeten worden gesteld zijn verantwoordelijkheid te nemen als de legitieme leider van het Palestijnse volk. Zijn belegering moet daarom onmiddellijk worden opgeheven. Tevens blijft de noodzaak bestaan dat parallel aan het veiligheidsspoor concrete vooruitgang wordt geboekt op weg naar een politieke oplossing.

De Minister van Buitenlandse Zaken


Kenmerk

Blad /1

===