GroenLinks

GroenLinks Tweede-Kamerfractie Nieuwsbrief 9 april 2002 18:11
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Uitbreiding van veehouderijen in Reconstructiegebieden

( 9 april 2002)

Vragen van de leden M.B. Vos en Van Gent (GroenLinks) aan de ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu en van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij over uitbreiding van veehouderijen in Reconstructiegebieden.


1.
Is het u bekend, dat in meerdere gemeentes in Noord-Brabant nog steeds uitbreiding van intensieve veehouderijen plaatsvindt, terwijl deze bedrijven hoogstwaarschijnlijk in het kader van de reconstructie zullen worden verplaatst (o.a. in de gemeente Mill)?


2.
Doet deze situatie zich ook in andere reconstructieprovincies voor? Zo ja, waar en in welke gevallen?


3.
Heeft u zicht op de ruimte die gemeentelijke bestemminsplannen bieden voor uitbreiding en nieuwvestiging in gebieden die waarschijnlijk tot verwevings- of extensiveringsgebied worden aangewezen? In hoeveel gemeentes komt deze situatie voor?


4.
Bent u het met de fractie van GroenLinks eens dat uitbreiding en nieuwvestiging in gebieden, waar de intensieve landbouw juist zal moeten verdwijnen of verminderen, in strijd is met de intentie van de Reconstructiewet? Zo nee, waarom niet?


5.
Wat zal er volgens u, op het moment dat de daadwerkelijke uitvoering van de Reconstructieplannen start, gebeuren met bedrijven die heden uitbreiden of zich nieuw vestigen in een reconstructiegebied? Vindt u het te verdedigen dat, bij inwerkingtreding van de Reconstructiewet, opstallen van één à twee jaar oud mogelijk gesloopt zullen moeten worden?


6.
Welke mogelijkheden ziet u om de nieuwvestiging en uitbreiding van bedrijven in bedoelde gebieden een halt toe te roepen? Ziet u bijvoorbeeld kans om via het aanwijzingsinstrument gemeentes te verplichten een voorbereidingsbesluit te nemen waarmee de bebouwingsruimte in de bestemmingsplannen wordt gedicht?


7.
Welke juridische en financiële gevolgen zijn er mogelijk verbonden aan een door de minister opgelegde wijziging van bestemmingsplannen, zoals bedoeld bij de vorige vraag? Hoe verhouden deze kosten, die mogelijk heden gemaakt moeten worden, zich tot de verwachte kosten van de uitkoop van -tegen de intentie van de Reconstructiewet gerealiseerde- opstallen in de reconstructiegebieden in volgende jaren?


- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -