BedrijfsautoRAI

12-4-2002

Remenergie helpt stadsbus bij wegrijden

In Neurenberg rijdt momenteel een experimentele stadsbus, die remenergie in elektriciteit omzet. De stroom wordt in condensatoren met hoge capaciteit opgeslagen en tijdens het wegrijden weer gebruikt. Dat scheelt aanzienlijk in verbruik en emissies.

MAN Nutzfahrzeuge houdt zich actief bezig met de ontwikkeling van nieuwe aandrijfsystemen voor bussen en vrachtwagens. Daarbij wordt naar maximale efficiëntie bij het brandstofverbruik en een minimale uitstoot van geluid en schadelijke stoffen gestreefd. In het kader van dit onderzoek hebben MAN, Siemens Transport Systems, EPCOS en Voith Turbo Antriebstechnik een NL 223 DE lagevloer stadsbus omgebouwd en voorzien van een nieuw opslagmedium voor remenergie: condensatoren met hoge capaciteit (Ultracaps). De bus gebruikt de daarin opgeslagen elektriciteit bij het wegrijden. Zo bespaart hij tot 20% brandstof en reduceert zowel het motorgeluid als ongewenste emissies. Een prototype rijdt enkele maanden op proef bij het openbaar vervoerbedrijf VAG Nürnberg. Het Beierse ministerie van Economie, Verkeer en Technologie subsidieert dit project.

Kinetische remenergie

Bij gewone bussen komt de kinetische energie, die tijdens het remmen wordt opgewekt, vrij in de vorm van nutteloze warmte. Experimenten waarbij deze energie op een vliegwiel wordt overdragen en bij het wegrijden kan worden benut, zijn al langer gaande. Dit Ultracap project heeft evenwel een ander uitgangspunt. De bus is namelijk uitgerust met een standaard D0826LUH dieselmotor (162 kW), die een generator met hoog vermogen aandrijft. Op zijn beurt voedt deze twee elektromotoren, die via een speciale overbrenging de aandrijving van de achteras verzorgen. Dit deel van het aandrijfsysteem is tevens verbonden met een opslagmedium op het dak.
Tijdens het afremmen fungeren de elektromotoren als generator. Het remvermogen van 140 kW is onder doorsnee omstandigheden voldoende om de bus tot stilstand te brengen. Indien nodig springt het conventionele remsysteem bij. De hierbij opgewekte elektriciteit gaat naar de Ultracaps op het dak van de bus.

Schoon en stil

Bij het wegrijden betrekken de elektromotoren hun energie uit de Ultracaps. Dit heeft als voordeel dat de bus op elektriciteit (dus schoon en stil) bij de haltes wegrijdt. Daarna neemt de dieselmotor de aandrijving over en loopt het toerental op.
Tijdens de rit levert de dieselelektrische installatie zoveel vermogen als op dat moment benodigd is, waarbij de Ultracaps als buffer fungeren. Zo werkt de dieselmotor altijd binnen het optimale toerentalgebied en worden brandstofverbruik en emissies nog verder teruggedrongen.

288 Ultracaps

De high-tech condensatoren hebben een hoger opnamevermogen en een veel grotere energiedichtheid dan accu's of vliegwielen. Omdat de bedrijfsspanning maximaal 2,5 Volt bedraagt, is er een groot aantal condensatoren in serie geschakeld. In totaal zijn er 288 Ultracaps van de firma EPCOS op het dak van de bus gemonteerd, met voldoende capaciteit om de elektrische energie van een complete vertraging in zijn geheel op te nemen.
Omdat de spanning van de Ultracaps afhankelijk is van het laadniveau, kunnen ze niet rechtstreeks in het gelijkspanningcircuit van de aandrijving opgenomen worden. De stroomopname en -afgifte verloopt dan ook via omvormers.

Praktijkproef

De praktijkproef bij VAG Nürnberg moet uitwijzen of de experimentele bus tegen dagelijkse inzet opgewassen is. Tevens wordt gekeken of de levensduur van de componenten aan alle eisen voldoet en of de berekende voordelen op het gebied van brandstofconsumptie en emissies realistisch zijn. De besparing op brandstof schiet nog tekort om de hoge investeringskosten terug te verdienen, maar het project stelt onderzoekers wel in staat om deze techniek in de praktijk te testen. Een andere voorbeeld op dit gebied is de bus met brandstofcel. Met een opslagmedium zoals de Ultracap zou deze efficiënter worden, een grotere actieradius krijgen en tegen geringere investerings- en exploitatiekosten kunnen rijden.