Universiteit Maastricht
Universiteit Maastricht
Persbericht
12 april 2002
UM start onderzoek naar positieve invloed van internet voor ouderen
De Universiteit Maastricht (UM) gaat onderzoek doen naar het effect van het
gebruik van internet-diensten zoals email en websurfen op het cognitief
functioneren en de levenskwaliteit van ouderen. Aan het onderzoek wordt
meegedaan door 240 ouderen tussen de 65 en 75 jaar die geen computer- en
internetervaring hebben. De onderzoekers verwachten aan te tonen dat
computer- en internetgebruik door ouderen leidt tot een verbetering van
cognitieve vaardigheden die betrekking hebben op geheugen, aandacht en
verwerkingssnelheid van informatie. Ook kan het computergebruik een
positieve invloed hebben op het sociale netwerk van ouderen, de tevredenheid
over het leven en de mate waarin ouderen het gevoel hebben dat ze hun eigen
leven kunnen inrichten. Dat alles zou ertoe moeten leiden dat ouderen worden
gestimuleerd en gesteund om zich de mogelijkheden van de
informatietechnologie (IT) eigen te maken.
IT-toepassingen zijn in hoog tempo onderdeel gaan uitmaken van ons
dagelijkse leven: men kan zich nauwelijks veroorloven om hieraan niet mee te
doen. Thuisbankieren, reisboekingen, zoeken in bibliotheekbestanden, al
dergelijke bijna dagelijkse handelingen worden steeds vaker via
computersystemen uitgevoerd en doen een beroep op de vaardigheden van de
mensen die dergelijke diensten willen gebruiken. Vele oudere mensen hebben
echter een relatieve achterstand op jongeren omdat ze in hun leven minder
intensief en pas later met computers in aanraking zijn gekomen. Het is
echter van belang dat de 65+ generatie van nu leert omgaan met de nieuwe
mogelijkheden in informatie- en communicatietechnologie om de aansluiting
bij verschillende ontwikkelingen in de moderne informatiesamenleving te
behouden. Het is te verwachten dat hun zelfstandigheid op latere leeftijd
deels zal afhangen van hun vermogen om toepassingen van IT naar eigen
behoefte aan te wenden.
Daarnaast is er steeds sterkere wetenschappelijke evidentie dat een
voortdurende activering van hogere hersenfuncties (of cognitie) kan helpen
bij het tegengaan van leeftijds-geassocieerde achteruitgang van dergelijke
functies. Dit wordt ook wel de use-it-or-lose-it-hypothese genoemd: door het
trainen van de hersenen vergroot men de cognitieve reserve op latere
leeftijd. Het aanleren van nieuwe en direct toepasbare vaardigheden is een
uitdaging voor het brein en kan ouderen niet alleen helpen om zich in de
virtuele werkelijkheid te oriënteren, maar ook om bij de tijd te blijven.
Het onderzoek is erop gericht om definitief vast te stellen of het gebruik
van internetdiensten - zoals email en websurfen - en andere basale
computervaardigheden een gunstige werking hebben op het cognitief
functioneren en de levenskwaliteit van oudere mensen. Om dit doel te
bereiken zullen diverse groepen van gezonde oudere personen tussen 65 en 75
jaar en zónder computerervaring gedurende een jaar worden gevolgd en aan het
einde met elkaar worden vergeleken: een groep van 180 mensen met interesse
in het aanleren van computer- en internetvaardigheden en een vergelijkbare
groep van 60 mensen zonder deze belangstelling. Van de eerste groep ontvangt
tweederde (120 personen) een speciale internettraining, het andere eenderde
deel van de groep krijgt geen training. Vervolgens krijgt weer de helft van
de mensen die is getraind een standaard internetcomputer (Apple iMac),
voorzien van een snelle kabelverbinding, thuis geïnstalleerd. In totaal zijn
er dus vier groepen van ieder 60 personen, waarvan één groep een jaar lang
ervaring opdoet met computer- en internetgebruik. Deze groep wordt 'bij de
les gehouden' door het uitvoeren van 2-wekelijkse opdrachten die per
internet worden verstrekt. Alle groepen worden op drie opeenvolgende
momenten onderzocht op hun cognitieve vaardigheden (zoals geheugen,
informatieverwerkingssnelheid en aandacht), verschillende kennisaspecten,
kwaliteit-van-leven en de omvang van het sociaal netwerk: aan het begin van
het onderzoek, na vier maanden en na twaalf maanden. De studie wordt
uitgevoerd in de regio Maastricht, Zuid-Limburg.
De verwachting is dat er verhoudingsgewijs een verbetering zal optreden in
de cognitieve vaardigheden in de groep van computergebruikers. Ook kunnen er
verschillen ontstaan in het sociale netwerk, de tevredenheid over het leven,
en of men het gevoel heeft het eigen leven te kunnen inrichten. De
verwachting is dat deze studie het startpunt zal zijn voor rationele
interventieprogramma's gericht op extra ondersteuning van ouderen in onze
informatiemaatschappij.
Het onderzoek wordt uitgevoerd door het Instituut Hersenen en Gedrag van de
UM, een internationaal erkend centrum voor hersenonderzoek waar momenteel
verschillende studies worden uitgevoerd naar hersenveroudering en de
factoren die daarop van invloed zijn. De studie wordt financieel ondersteund
door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).