RAI VERENIGING

RAI:Nederland koploper in Europese caravanbranche

De kampeerbranche heeft nog steeds de wind mee. Terwijl vorig jaar in Nederland de vraag naar duurzame consumptiegoederen stagneerde, bleek de afzet van toercaravans, vouwwagens, stacaravans en kampeerautos ongevoelig voor de economische tegenwind. In totaal werden in 2001 bijna 32.000 nieuwe caravans en kampeerautos (+ 1,4%) verkocht. Vooral toercaravans, die ongeveer driekwart van de totale markt omvatten, zijn in zwang. Met een verkoopvolume van 23.500 eenheden is ons land goed voor ruim twintig procent van de totale Europese markt, zo blijkt uit het jaarverslag van de RAI Vereniging.

Volgens Bert de Winkel, voorzitter van de RAI afdeling Caravans neemt Nederland een bijzondere positie in binnen Europa. Kamperen zit een beetje in onze genen, zo verklaart hij de populariteit van het caravannen. De Winkel maakt de vergelijking met enkele omringende landen: Slechts één op de tien Belgen en één op de veertien Duitsers kampeert, terwijl eenderde van alle Nederlanders er jaarlijks voor een kampeervakantie op uittrekt.
Hoewel de Nederlandse markt van kampeerautos niet zo omvangrijk is, is ook hier sprake van een flinke stijging in absolute aantallen. In 2001 werden zo een 750 nieuwe campers geregistreerd, driehonderd meer dan het jaar daarvoor. De verkoop van stacaravans vertoonde met 2.600 stuks (+4%) een kleine groei, terwijl de markt van vouwwagens stabiliseerde op het niveau van 5.000 stuks. Nederlanders gaven het afgelopen jaar bijna twee miljard euro uit aan kampeervakanties. Per persoon komt dit neer op een bedrag van driehonderd euro.

Ieder huishouden een gemotoriseerde tweewieler
Het segment geregistreerde motorfietsen verbeterde in 2001 met zo een vijf procent tot 111.421 eenheden. Dit was vooral te danken aan de groei van de gebruikte markt, die profiteerde van de veranderde BPM-wetgeving. Het aantal nieuw verkochte modellen daalde van 19.626 tot 17.562. RAI afdelingsvoorzitter Dick van Beek betreurt in het jaarverslag het gebrek aan politieke aandacht voor gemotoriseerde tweewielers. Een tweede auto vinden we heel normaal, stelt hij, maar juist voor de kleinere afstanden tot zo een tien kilometer is een gemotoriseerde tweewieler een ideaal vervoermiddel. Zowel snor- en bromfietsen als motorfietsen passen volgens hem prima in het beleid om de mobiliteit te verbeteren. Hij vindt dan ook dat ieder huishouden een gemotoriseerde tweewieler hoort te bezitten. Van Beek wil de gemotoriseerde tweewielers op de politieke agenda krijgen. Politici moeten inzien dat deze vervoermiddelen wel degelijk een bijdrage kunnen leveren aan de mobiliteitsverbetering.

Oplossing congestieprobleem
Henk Nooteboom, voorzitter van de afdeling Speciale Voertuigen doet de overheid in het RAI jaarverslag een oplossing voor het congestieprobleem aan de hand. Sta langere opleggercombinaties toe, zo luidt zijn credo. Hij rekent voor dat tien procent extra laadlengte maar twee tot drie procent extra ruimte opeist. Dat betekent dat je met minder voertuigen meer kunt vervoeren. Over het veiligheidsaspect hoeft niemand zich zorgen te maken, stelt hij. We beschikken nu over technieken, zoals ABS en meesturende assen, waardoor de manoeuvreerbaarheid van een oplegger even groot is als van een aanhangwagen. Er is dus geen enkele reden meer om de maximumlengte niet te verhogen.

Einde bericht