Partij van de Arbeid

Naar een nieuwe levensloop: voorstellen voor eigentijdse combinaties van arbeid, zorg, scholing en pensioen

Een plan van de PvdA Tweede-Kamerfractie

!!EMBARGO TOT DINSDAG 23 APRIL, 16.30 UUR!!

Jet Bussemaker
Staf Depla
Jeroen Dijsselbloem
Mariëtte Hamer
Saskia Noorman-den Uyl 's-Gravenhage, 23 april 2002 Inleiding

Vaste patronen verdwijnen

Nog niet zo lang geleden leek de indeling van een mensenleven vrij eenvoudig. Na de middelbare schooltijd volgden mannen een opleiding en zochten een baan, het liefst één met een vaste aanstelling, een goede pensioenregeling en een inkomen waarvan je behalve jezelf, ook je vrouw en kinderen kon onderhouden. Als het beviel bleef je meestal lang bij dezelfde baas werken, soms zelfs tot je pensioen. Daarna kwam de tijd om van een welverdiende rust te genieten. Zie hier het gemiddelde levenspatroon van kostwinners in Nederland begin jaren zestig.

Het levenspatroon van vrouwen zag er anders uit. Na het verplichte onderwijs werd soms wel, maar vaak ook niet, een vervolgopleiding gevolgd. Vrouwen werkten tot ze trouwden of tot er kinderen kwamen, daarna hield dat meestal op. Als de kinderen wat ouder waren, werd soms een baan gezocht voor enkele uren per week, soms werd vrijwilligerswerk verricht of een cursus gevolgd.

Deze min of meer standaard levenspatronen van mannen en vrouwen zijn sterk veranderd. De eenvoud van opeenvolgende fasen in het leven bestaat niet meer. Er is veel meer diversiteit, en beweging. Leren doe je niet meer alleen tussen pak weg je vijfde en twintigste, maar een leven lang. Mensen wonen vaker een periode alleen en ongehuwd samenwonen is een aanvaardbaar alternatief voor het huwelijk geworden. Een loopbaan vindt minder vaak bij één werkgever plaats; mensen wisselen vaker van werkkring en bouwen zo 'hoppend' een carrière op. Steeds meer mensen werken bij verschillende werkgevers, werken als zelfstandige of via een flexibel contract. En betaald werken wordt steeds vaker gecombineerd met andere verantwoordelijkheden, zoals de zorg voor kinderen, huis en hulpbehoevenden of het verrichten van vrijwilligerswerk. Of met scholing. En de periode van het pensioen, tenslotte, is niet meer alleen een tijd waarin men geniet van een welverdiende rust. Voor veel mensen is het ook het begin van iets nieuws, bijvoorbeeld van een hobby, cursus of studie waar eerder nooit tijd voor was. In toenemende mate nemen grootouders in deze periode ook een gedeelte van de zorg voor hun jonge kleinkinderen op zich, bijvoorbeeld via een vaste `oma- en/of opadag'. Het pensioen begint bovendien niet meer altijd op een vaste leeftijd en is flexibeler aan het worden.

Te veel tegelijk in een te korte tijd

Meer diverse, onvoorspelbare en door elkaar lopende levenspatronen, brengen nieuwe behoeften met zich mee. Behoefte aan flexibiliteit, en aan keuzevrijheid. Concreet gaat het bijvoorbeeld om behoefte aan mogelijkheden om de loopbaan te onderbreken, via ouderschapsverlof, sabbaticals of via spaarrekeningen voor tijd. De `nieuwe ouderen' hebben behoefte aan zelfstandigheid, aan vormen om in te wonen bij familieleden, en aan vormen om binnen professionele instellingen meer rekening te houden met culturele verschillen. Want ook de komst van nieuwe bevolkingsgroepen heeft de groeiende diversiteit aan behoeften beïnvloed.

Behalve dat activiteiten zich minder in vaste opeenvolgende levensfasen afspelen, hebben mensen ook steeds meer te maken met combinaties van activiteiten, zoals bijvoorbeeld in deeltijd werken en kinderen verzorgen of deels in loondienst en deels als zelfstandige werken. Er ontstaan nieuwe groepen op de arbeidsmarkt. Een voorbeeld vormen de ZZP-ers, de zelfstandigen zonder personeel. Het beleid is niet op hen afgestemd; in de ene regeling worden ze als zelfstandigen behandeld, en in een andere weer als werknemer. Dezelfde problematiek ervaren mensen bij het geheel of gedeeltelijk uittreden van de arbeidsmarkt voor een bepaalde tijdsperiode. Dit komt steeds vaker voor, bijvoorbeeld om te scholen of te zorgen.

Onze huidige voorzieningen gaan nog te veel uit van het oude lineaire standaard levensloop, waarin mensen een voorspelbare ontwikkeling doormaken en waarin de ene activiteit wordt afgewisseld door een volgende. Ons stelsel en onze voorzieningen zijn nog onvoldoende ingericht op de groeiende diversiteit aan levenspatronen en op de nieuwe behoeften. Zo verlies je momenteel rechten op pensioen en werkloosheidsuitkering, en soms ook WAO, als je langdurig onbetaald verlof opneemt. Een ander knelpunt vormt de piek van werk en de zorg voor kinderen. Carrière maken en kinderen opvoeden vallen voor velen in dezelfde levensfase; dit spitsuur in het leven is vaak overbelast, waarin zowel een tekort aan geld als tijd bestaat. Voorzieningen voor deze fase zijn er onvoldoende.

Voor een deel heeft het kabinet al aanpassingen aangebracht. Zo zijn de meeste regelingen waarin een vrouw vanzelfsprekend via haar man verzekerd was voor verlies van inkomen, ook als ze zelf geen inkomen had, grotendeels verdwenen met het afschaffen van het kostwinnersmodel. Daarvoor in de plaats is een beleid gekomen dat mannen en vrouwen stimuleert economisch zelfstandig te zijn en het individuele recht op verzekering en voorzieningen geeft. Via eigen inkomsten of een individuele bijverzekering zal het risico van inkomensverlies nu gedekt moeten worden. Een nieuw levensloopperspectief neemt dus ook nieuwe risico's met zich mee. Een nieuw risico is bijvoorbeeld het verlies aan inkomen dat kan ontstaan bij (onverwachte) zorgverplichtingen; een verzekering voor zorgverlof kan tegemoet komen aan dat risico. Andere nieuwe sociale risico's zijn het alleenstaand ouderschap, flexibele arbeidscontracten en psychische arbeidsongeschiktheid.

De PvdA wil...……

De PvdA wil de arbeidsparticipatie verhogen, zodat economische zelfstandigheid voor iedereen mogelijk is. Maar behalve dat willen we dat werk loont, en willen we ook dat we voor elkaar kunnen zorgen. De PvdA streeft naar meer flexibiliteit en gemakkelijke overgangen tussen betaald werk en andere activiteiten. Ook streeft de PvdA naar `lucht' op een gespannen arbeidsmarkt. Niet alleen voor de goed verdienende moderne tweeverdieners, maar voor iedereen. Want levensloopbeleid dient een breed maatschappelijk belang. Het komt tegemoet aan moderne behoeften in de samenleving. Het draagt bij aan meer (en duurzame) arbeidsparticipatie, aan een lager ziekteverzuim en minder uitkeringsafhankelijkheid. De nieuwe gevarieerde levenspatronen maken het nodig dat de voorzieningen op de nieuwe behoeften worden afgestemd.

Voorzieningen moeten daartoe flexibeler kunnen worden ingezet, bijvoorbeeld door deeltijd- of prepensioenregelingen, spaarregelingen voor verlof, sociale zekerheidsrechten die rekening houden met onderbroken carrières en onregelmatige arbeidspatronen en mogelijkheden voor bijscholing gedurende de levensloop. Ook het opnemen van krediet tijdens het `spitsuur' van het leven moet mogelijk zijn. Tegelijkertijd hebben we oog voor de nieuwe risico's die een moderne arbeidsmarkt met zich mee brengt. Zoals risicoselectie. En het risico van onvoldoende scholing. Daar willen we bescherming tegen bieden.

Kortom, er moet meer rekening gehouden worden met variëteit en diversiteit in het sociale beleid, terwijl tegelijkertijd de solidariteit niet bedreigd mag worden. Dat is een uitdaging waar de PvdA al enige tijd mee bezig is. De eerste contouren daarvan zijn geschetst in de Sociale zekerheid bij de tijd uit 1996. De PvdA liep daarmee voorop met het breken van een lans voor de combinatie van werken, zorgen, leren en samen leven. In Sociale zekerheid bij de tijd werden concrete voorstellen gedaan voor een eigentijds stelsel voor sociale zekerheid, waarin naast verzekeringselementen ook spaarelementen werden ingevoerd. Sindsdien zijn onderdelen verder uitgewerkt in concrete voorstellen voor onder andere het introduceren van individuele leerrechten (vouchers), sparen voor verlof en vakantie, instellen van een arbeid&zorg-fonds, alsmede een verzekering voor zorgverlof, uitbreiding van de kinderopvang, stimuleren van deeltijdpensioen en nieuwe experimenten voor persoonlijke dienstverlening.

De noodzaak van modernisering van beleid en levensloopbestendige regelingen is de afgelopen tijd ook door anderen opgepakt. Zo heeft een studiegroep van de SER recentelijk het rapport Levensloopbanen: gevolgen van veranderende arbeidspatronen uitgebracht. De regering komt met een verkenning naar levensloopbeleid. Andere politieke partijen, D66 en CDA, hebben suggesties gedaan voor een levensloopbewust beleid. Tijd voor de PvdA om haar visie te actualiseren en aanvullende voorstellen te doen. Naar een Eurovloot voor iedereen!

Uitgangspunten

Samen verantwoordelijk voor zorgen en werken en leren

Mensen willen keuzevrijheid. Maar ook solidariteit. Bovendien mag van burgers ook een eigen verantwoordelijkheid worden gevraagd. De PvdA wil daarom als uitgangspunt een stelsel dat collectieve en persoonlijke verantwoordelijkheid met elkaar combineert, waarin de overheid, sociale partners en burgers elk een deel van de lasten op zich nemen.

In een samenleving waarin mannen en vrouwen werken, en waarin we willen stimuleren dat mensen langer door blijven werken, zullen overheid, sociale partners en individuele werknemers samen moeten investeren om de zorg voor kinderen, partners, ouders en dierbaren op evenwichtige wijze vorm te geven. De overheid, omdat de zorg een gezamenlijk belang is. Sociale partners, omdat een goede combinatie van arbeid en zorg duurzame participatie bevordert. En individuele werknemers, omdat zij baat hebben bij het verlichten van de combinatiestress door arbeid en zorg op evenwichtige wijze te kunnen combineren.

In een samenleving kan levensloopbeleid pas groeien en kan aan behoeften als flexibiliteit en (keuze)vrijheid worden voldaan als kwalitatief goed en toegankelijk onderwijs voor handen is. De overheid moet daar zorg voor dragen. Maar onderwijs houdt niet op bij het volgen van een opleiding of het behalen van een diploma. Kennis veroudert snel en het is een gezamenlijk belang van overheid, sociale partners en individuen dat mensen blijven leren. Voor de overheid is het belangrijk het nationale kennisniveau verder te ontwikkelen om bij de koplopers van Europa te kunnen horen. Bedrijven hebben baat hebben bij goed functionerende en opgeleide werknemers. En individuele werknemers hebben belang bij verdere scholing omdat zij op die manier in zichzelf en hun loopbaan kunnen investeren. Maar om te kunnen blijven leren heb je wel tijd en geld nodig. Ook hiervoor zijn nieuwe voorzieningen nodig

Naast gebrek aan geld bestaat er ook zoiets als gebrek aan tijd. In een samenleving waarin 1 op de 3 werknemers aangeeft vaak last te hebben van werkdruk, waarin het spitsuur van het verkeer moeiteloos overgaat in het spitsuur thuis, en waarin mensen op de vraag hoe met ze gaat antwoorden `druk', is het een gezamenlijk belang naar rustmomenten te zoeken. Onthaasting, sabbaticals, deeltijdarbeid en deeltijdpensioen kunnen daaraan bijdragen. Ook hier dienen gezamenlijke en individuele verantwoordelijkheid samen te gaan.

Drie pijler model

Een goed voorbeeld uit de bestaande wetgeving ten aanzien van een evenwichtige verantwoordelijkheidverdeling tussen overheid, sociale partners en individuele burgers vormt het drie-pijler model van de oudedagsvoorziening. Een basispensioen dat voor iedereen geldt, namelijk de AOW, de pensioenvoorziening die uit premies wordt betaald, en tenslotte individuele spaarregelingen om het individuele pensioen aan te vullen.

Een dergelijke aanpak heeft de PvdA ook voorgesteld voor langerdurend zorgverlof. De overheid schept een basisvoorziening, bijvoorbeeld via een integrale verlofwet in de vorm van een volksverzekering voor alle werknemers waarin rechten zijn geformuleerd die voor iedereen gelden, ook voor degenen die niet onder een cao vallen (nog altijd zo'n 17 %). Dat wil zeggen dat de basisvoorziening ook geldt voor zelfstandigen, flexwerkers ZZP-ers en anderen. Sociale partners kunnen de basis vervolgens aanvullen in betaling of duur. Vervolgens hebben werknemers een eigen verantwoordelijkheid door een redelijk percentage aan inkomensverlies te aanvaarden. Daarnaast kunnen werknemers sinds kort ook zelf sparen voor verlof door een deel van hun inkomen (maximaal 10 %) opzij te zetten en later in de vorm van verlof weer op te nemen.

Levensloopbeleid

Een levensloopbeleid kan het best gebaseerd worden op een verlofverzekering én op verlofsparen, volgens een dergelijk drie-pijler systeem. Er komt een collectief gefinancierde verlofverzekering. Met een basis door de overheid voor alle burgers, waarin de meest belangrijke risico's gedekt worden en voorzieningen getroffen worden. De overheid faciliteert daarnaast het verlofsparen. Aanvullend maken sociale partners afspraken én kunnen individuen eigen arrangementen afsluiten.

Op die manier kunnen enerzijds de in de levensloopregeling gedekte risico's aangevuld worden en kan anderzijds `tijd' gespaard worden voor sociale behoeften, zoals sabbaticals, opfrisverlof, vrijwilligersverlof en extra vrije dagen. Werknemers kunnen zelf op individueel niveau sparen voor tijd en geld om de basisregeling en aanvullende afspraken op eigen wijze aan te vullen. Op deze manier is de verantwoordelijkheid eerlijk verdeeld en wordt het gevaar weggenomen dat de druk op de verzorgingsstaat te groot wordt.

Een dergelijk beleid sluit aan bij hetgeen Anthony Giddens heeft omschreven als de sociale investeringsstaat. Daarin staat erkenning van diversiteit en variëteit centraal, richt men zich op het investeren in menselijk kapitaal, meer dan op het bieden van economische zekerheid. De eigen verantwoordelijkheid van burgers wordt benadrukt, alsmede het belang van samenwerking met maatschappelijke organisaties via het sluiten van oude en nieuwe coalities. In de sociale investeringsstaat blijft solidariteit een belangrijke pijler, maar is er tegelijkertijd ruimte voor variëteit en eigen verantwoordelijkheid. Variëteit of keuzevrijheid is daarin niet een liberale optie van `je zoekt het zelf maar uit', maar een eigentijdse combinatie van solidariteit en eigen verantwoordelijkheid.

Op basis van gedeelde verantwoordelijkheid presenteert de PvdA een Levensloopplan. In Deel I doet de PvdA voorstellen voor een levensloopverzekering en tijdsparen op de Eurovlootrekening. In Deel II worden voorstellen gedaan op het gebied van werk en scholing, kinderen en kinderopvang, de zorg voor dierbaren, de oude dag en pensioen.


---

DEEL I

Levensloopplan: Driekleurverzekering en Eurovlootrekening

Driekleurverzekering met de overheid de basis

De PvdA wil een collectieve levensloopverzekering voor iedereen op basis van gedeelde verantwoordelijkheid, de zogenaamde driekleur. Elk individu krijgt op een bepaalde leeftijd (bijvoorbeeld bij 18 jaar) een tijdkaart. Een soort strippenkaart voor tijd met de wettelijke verlofregelingen. Zo is er tijd gereserveerd voor zorgverlof, voor adoptieverlof, voor bevallingsverlof etc. En wat de PvdA betreft ook voor ouderschapsverlof. Het verlof op de tijdkaart geeft recht op een inkomenscompensatie van een bepaald percentage, bijvoorbeeld 70% van het wettelijk minimumloon. De tijdkaart groeit als je participeert op de arbeidsmarkt. Maar al meteen bij het `instappen' heb je wettelijke verlofdagen als basis. Je begint dus met een buffer, en hoeft dus niet alle rechten te verwerven als werknemer. De dagen op de tijdkaart worden deels gereserveerd voor bepaalde doelen, zoals een vast aantal dagen voor scholing of zorgverlof. Daarnaast bevat de tijdkaart een aantal vrij te besteden dagen. Die kan men gebruiken om studie- en zorgverlof aan te vullen, voor andere vormen van verlof of voor pre- of deeltijdpensioen.

Ook andere partijen hebben in het kader van de levensloopverzekering ideeën ontwikkeld. Zo wil het CDA een levensloopverzekering voor studie, zorg- en ouderschapsverlof en andere vormen van verlof. Het CDA voorstel bevat sympathieke elementen, maar het grote probleem van het CDA-plan is dat de levensloopverzekering aan de arbeidsovereenkomst is verbonden en dus een individuele verzekering is. Het uitgangspunt dat er sociale risico's en sociale behoeften zijn die door de samenleving als geheel gedragen moeten worden, verdwijnt daarmee uit het zicht. Een individuele verzekering kan ongewenste effecten hebben.

Onderzoek dat de Universiteit Utrecht in opdracht van de PvdA heeft gedaan, laat zien dat wanneer risico's individueel gedragen moeten worden dat problemen kan geven voor werkgevers die te maken krijgen met veel werknemers met zorgverplichtingen. Het kan leiden tot risicoselectie, bijvoorbeeld omdat werkgevers geen mensen meer willen aannemen die wellicht meer dan anderen gebruik zullen maken van verlof. Bovendien leidt een individuele verzekering er toe dat vooral mensen met goede inkomens in de gelegenheid zullen zijn verlof op te nemen.

Voor de PvdA is het belangrijk een aantal risico's te delen en dus een gemeenschappelijke basis voor iedereen te garanderen. Op verzoek van de PvdA onderzoekt de regering momenteel de mogelijkheden voor een publieke verzekering voor zorgverlof binnen het kader van een levensloopbeleid. Een volgende stap kan zijn om na te gaan of ook andere collectieve doelen in deze regeling ondergebracht kunnen worden.

...aangevuld met afspraken via (cafetaria) cao's en individuele arrangementen

Sociale partners spelen een belangrijke rol in de modernisering van het sociale beleid. Tijdens het arbeidsvoorwaardenoverleg kunnen afspraken worden gemaakt over aanvulling van de tijdkaart. Zo zou voor bepaalde doelen de inkomenscompensatie van 70 % WML aangevuld kunnen worden. Of kan men afspreken voor bepaalde doelen, bijvoorbeeld ouderschapsverlof of studieverlof, extra dagen te regelen. Ruimte voor individuele voorkeuren via het cafetariamodel is hierbij van belang. Werknemers kunnen aangeven van welke regelingen zij gebruik willen maken. De PvdA juicht deze keuzevrijheid toe. Maar ze vindt dat deze in samenhang met de hierboven genoemde collectieve regeling moet worden gezien; zo moet het recht op zorgverlof niet als individuele preferentie worden gezien die net zo gemakkelijk ingeruild kan worden voor een lease-auto. Aanvullend kunnen individuen arrangementen afsluiten.

Daarnaast sparen op de Eurovlootrekening

Nederlanders zijn een spaarzaam volkje. Wij sparen meer dan elk ander land voor ons pensioen. Wij sparen voor ons huis, onze vakantie en onze kinderen. Soms helpt de overheid daar een handje bij, bijvoorbeeld door sparen fiscaal aantrekkelijk te maken en wettelijke belemmeringen weg te nemen. Dat is onlangs bijvoorbeeld gebeurd met verlofsparen en het sparen van vakantiedagen. Maar het is niet genoeg. Wij willen uitbreiding van spaarmogelijkheden, het creëren van de mogelijkheid om krediet te staan en van de overheid impulsen om sparen te stimuleren.

Vroeger konden kinderen sparen met een Zilvervlootrekening. Deze rekening werd door de overheid gestimuleerd door na afloop van de spaarregeling een premie te geven. De PvdA wil een dergelijke regeling weer invoeren, maar dan in een eigentijds jasje; een Eurovloot rekening voor iedereen! Op deze rekening kunnen mensen verlof bij elkaar sparen. Dat kan via verlofsparen, via de vrij te besteden dagen op de tijdkaart, via CAO-afspraken (vakantie, flexibel pensioen) én via individueel georganiseerde spaararrangementen. Sparen kan in tijd of in geld. Dat kan men later op een zelf te bepalen moment opnemen. De overheid geeft dan een bonus in de vorm van een fiscale korting bij opname van de Eurovloot rekening.

De spaarregeling moet zo flexibel mogelijk zijn om tegemoet te komen aan de diversiteit in behoeften. Ook aan de behoeften van mensen die nog niet voldoende gespaard hebben, maar toch al verlof op willen nemen. Dat kan zich bijvoorbeeld voordoen als je kleine kinderen hebt, en verlof wilt, maar nog niet een lang arbeidsverleden hebt en dus weinig opgebouwd, en wellicht ook nog hoge woonlasten. Daarom moet er via de Eurovloot rekening een beperkte kredietmogelijkheid zijn, met inkomen of tijd als onderpand. Beperkingen die nu nog gelden bij sparen van vakantiedagen en fiscaal verlofsparen moeten opgeheven worden. Ook bestaande regelingen voor het sparen van pensioen moeten veel flexibeler gemaakt worden om de keuzevrijheid te vergroten. Maar hier is een grens aan: als mensen hun hele pensioengeld stoppen in opfrisverlof als ze 45 jaar zijn, hebben ze later geen enkele euro meer voor aanvullend pensioen. Een eerste stap is om de fiscale stimulansen te verruimen die nu al bestaan om individueel te sparen voor pre-pensioen. Op die manier kunnen gespaarde middelen om eerder met pensioen te gaan ook ingezet worden voor andere doelen.

Door fiscale ondersteuning stimuleert de overheid al bepaalde vormen van sparen. Dat kan nog verder gestimuleerd worden en verbeterd worden. Zo is de huidige fiscale ondersteuning van het sparen voor verlof nog vrij voorzichtig. Uitbreiding van de fiscale ondersteuning kan in de vorm van een vrijstelling van belastingafdracht op het moment van sparen én een fiscale korting op het moment van opname van het gespaarde bedrag. Premieafdracht vindt dan plaats bij opname van het verlof. Daarmee draagt de verlofganger ook in de verlofperiode bij aan de collectieve regelingen van sociale zekerheid en is de verlofganger verzekerd. De spaarrekening is individueel en volgt de rekeninghouder tijdens verlof en naar een nieuwe werkgever

Samenvatting

De PvdA wil:

· Een complete verlofverzekeringszuil op basis van een gedeelde verantwoordelijkheid, waarbij de overheid via een tijdkaart de basis legt voor verlofdagen met inkomenscompensatie. De tijdkaart biedt verlofdagen voor iedereen vanaf een bepaalde leeftijd en groeit bij participatie op de arbeidsmarkt · Aanvullend verlof en aanvullenden financiering van verlof via CAO en individuele verzekeringen · Een spaarzuil voor flexibel sparen van verlof op de Eurovloot rekening: verlofsparen, CAO-afspraken (vakantie, pre-pensioen) en individuele arrangementen. De Overheid kent bonussen toe in de vorm van een fiscale korting bij opname van het gespaarde verlof van de Eurovloot rekening · Beperkingen bij sparen van vakantiedagen en fiscaal verlofsparen opheffen. Fiscale stimulansen die nu bestaan om individueel te sparen voor pre-pensioen verruimen zodat sparen voor eerder met pensioen gaan ook voor andere doelen ingezet kan worden · Een kredietfaciliteit via de Eurovlootrekening, met inkomen of tijd als onderpand · Onderzoeken of de fiscale facilitering van de verschillende spaarregelingen voor scholing, verlof, vakantie en oude dag, en op termijn ook eigen huis tot één regeling kunnen worden omgebouwd zodat afhankelijk van de fase in de levensloop verschillende accenten gelegd kunnen worden.

De driekleur verlofverzekering en de Eurovloot spaarrekening vormen het kader van het levensloopplan. Daarbinnen vragen bepaalde punten om meer specifieke aandacht. In Deel II doen we voorstellen voor de meest belangrijke: werk en scholing, kinderen, dierbaren en de oude dag.


---

DEEL II

Zorg voor werk en scholing

Scholing houdt niet op als je geen leerplicht meer hebt. Veel mensen leren ook na die leeftijd door en behalen een diploma. Maar te veel jongeren verlaten school zonder een startkwalificatie. Ook zijn er volwassenen die onvoldoende scholing hebben genoten. Daaronder bevinden zich Marokkaanse en Turkse Nederlanders, evenals oudere werklozen en WAO'ers. De PvdA stelt voor de individuele leerrechten voor werkenden zonder of met alleen een startkwalificatie verder uit te breiden, zodat mensen die zonder diploma van school gaan de gelegenheid krijgen zich later alsnog te kwalificeren. Jongeren die hun vmbo-diploma halen krijgen een bonus.

Voor mensen zonder baan, maar die wel kunnen of willen werken dienen meer leer-werk trajecten ontwikkeld te worden. Met name voor kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt, zoals alleenstaande vrouwen in de bijstand en allochtonen, kan het van groot belang zijn werk en opleiding te combineren. In de praktijk blijkt dat meer vruchten af te werpen dan eerst een opleiding volgen en dan werken.

Degenen die werken zullen vaker in hun loopbaan te maken krijgen met scholing; het kan dan gaan om bijscholing, opfris- of bijspijker cursussen, maar ook om fundamentele omscholingscursussen. In de meeste gevallen is sprake van een gecombineerde verantwoordelijkheid van werkgever en werknemer. Via de levensloopverzekering en de Eurovloot spaarrekening levert ook de overheid een bijdrage. Sociale partners dragen bij via de persoonlijke ontwikkelingsregeling (POR). Via de Nationale Actieplan uit het PvdA-verkiezingsprogramma kunnen nadere afspraken worden gemaakt tussen overheid en sociale partners over scholing van werknemers. De overheid zou hierbij het fiscale instrument in kunnen zetten om voor, na- en bijscholing te stimuleren.

Ouderen vragen om bijzondere aandacht. Nu werkt in Nederland één op de drie werknemers tussen 55 en 65 jaar. Als we ouderen willen stimuleren langer te blijven werken, dan is (bij)scholing nodig. In het verlofsysteem dat ons voor ogen staat, is het denkbaar dat op hogere leeftijd extra verlofstrippen worden bijgeschreven op de tijdkaart. Ook het afwisselen van werken in vol- en deeltijd is belangrijk om ouderen te behouden.

Samenvatting

De PvdA wil:

· Een bonus voor jongeren die een vmbo-diploma halen · Uitbreiding van de mogelijkheden voor degenen die zonder startkwalificatie de school verlaten; · Uitbreiding leer-werk trajecten voor uitkeringsgerechtigden en herintreders; · Ondersteuning van opfris- of bijspijkerverlof en omscholing via de verlofkaart; · Afspraken in een Nationaal Actieplan en fiscale ondersteuning van scholing; · Extra verlof voor ouderen die zich scholen, zodat zij een extra stimulans krijgen op de arbeidsmarkt te blijven;

Zorgen voor kinderen: kinderopvang, verlof en kredietmogelijkheden

Naarmate meer vrouwen een betaalde baan hebben, zijn er meer regelingen nodig om arbeid en zorg voor zowel mannen als vrouwen goed te kunnen combineren. Toegankelijke en betaalbare kinderopvang is daarvoor een voorwaarde. Er is de afgelopen kabinetsperiode gewerkt aan een verdubbeling van de kinderopvang plaatsen. De verwachting is dat eind 2002 80.000 plaatsen extra tot stand zijn gekomen. Dit is een goed begin. Maar de vraag naar kinderopvang blijft stijgen. Verdere uitbreiding in de komende kabinetsperiode is dus nodig.

In de nieuwe Wet basisvoorziening kinderopvang wordt geregeld dat ouders meer zeggenschap krijgen over welke vorm van kinderopvang zij willen. Dat sluit goed aan bij ons uitgangspunt van variëteit en keuzevrijheid. Een randvoorwaarde is dan wel dat er veel meer aanbod komt, anders valt er nog niets te kiezen. De wet gaat uit van het hierboven genoemde drie pijler model. De financiering van de kinderopvang is een verantwoordelijkheid van overheid, werkgevers en individuele werknemers. Het is van groot belang dat met name ouders met lage(re) inkomens ook gebruik kunnen maken van de kinderopvang. De PvdA staat dus voor een inkomensafhankelijke regeling.

In de nieuwe wet wordt niet alleen de kinderopvang voor 0 tot 4 jarigen geregeld, maar ook de buitenschoolse opvang (de opvang voor en na schooltijd). Ondanks de uitbreiding van de kinderopvang staan te veel kinderen hier nog voor op een wachtlijst. Daarom zal er de komende jaren extra in de buitenschoolse opvang geïnvesteerd moeten worden. Als je het internationaal vergelijkt is het overblijven op school van kinderen slecht geregeld als in Nederland. Daarom heeft de PvdA het afgelopen najaar extra geld geclaimd voor de tussenschoolse opvang. Ook is er aan het kabinet de eis gesteld met een definitieve regeling te komen.

De verschillende vormen van kinderopvang moeten beter op elkaar worden afgestemd en bij voorkeur in een dagarrangement worden ondergebracht, zodat er een geïntegreerd aanbod komt in plaats van verschillende voorzieningen voor schooltijd, tussen schooltijd en na schooltijd. Hiervoor is een stimuleringsregeling nodig zoals voorgesteld door de commissie Dagarrangementen (cie Pijlman). Dat sluit aan bij de opzet van de brede buurtschool en multifunctioneel gebruik van gebouwen.

Een groot probleem bij kinderopvang is het gebrek aan personeel. Terwijl met name veel allochtone en herintredende vrouwen interesse tonen voor dit beroep. Meer gerichte werk-leertrajecten en combinatiefuncties van bijvoorbeeld onderwijsassistent en overblijfkracht dienen daartoe te worden ontwikkeld.

Naast kinderopvang zijn meer voorzieningen nodig om arbeid en zorg te combineren. Kinderen kunnen ziek worden. Lange schoolvakanties zullen voorlopig nog niet geheel overbrugd worden door nieuwe voorzieningen. En veel ouders willen gewoon ook zelf een deel van de zorg doen. Daarom is de Wet Aanpassing Arbeidsduur van belang. Deze wet geeft werknemers het recht in deeltijd te werken, en zowel een verzoek te doen minder uren dan wel meer uren te werken. Met de Wet Arbeid en Zorg, die o.a. recht geeft op kraamverlof en 10 dagen zorgverlof tegen 70 % van het salaris regelt voor werknemers, is een eerste stap gezet naar een volwaardig verlofstelsel. Maar er is nog veel te verbeteren. Zo is ouderschapsverlof helaas in de meeste sectoren nog altijd onbetaald. En dat heeft vooral consequenties voor vaders. Bij onbetaald verlof neemt slechts 5 % van de mannen verlof op, bij betaald verlof is dat 50 %. Wanneer we serieus werk willen maken van een meer gelijke verdeling van zorg en arbeid tussen mannen en vrouwen, dan zullen we een deel van het ouderschapsverlof collectief moeten gaan betalen, bijvoorbeeld door het onder te brengen op de tijdkaart binnen de verlofverzekering. Het ouderschapsverlof moet ook uitgebreid worden. Behalve verlof kan ook tijdsparen via de Eurovloot spaarrekening ouders helpen, door b.v. bij lange schoolvakanties zelf langere tijd thuis te zijn.

Werkenden met kinderen worden momenteel fiscaal gefaciliteerd om werk en zorg beter te kunnen combineren via de combinatiekorting. Taakcombineerders met een kind jonger dan 12 jaar en een inkomen boven een bepaald niveau profiteren van deze regeling. Door de combinatiekorting om te zetten in een extra toeslag op de arbeidskorting wil de PvdA meer effect sorteren voor mensen met lagere inkomens. De extra toeslag loopt op met het inkomen en is maximaal op 115% WML. In tegenstelling tot de combinatiekorting is er geen minimum inkomensgrens en profiteren werkende mensen dus direct. Ook taakcombineerders met kleinere deeltijdbanen. De toeslag loopt ook weer af vanaf inkomens boven modaal. Per saldo betekent dit dat meer werken voor de lagere inkomen meer gaat lonen.

Ouders kunnen kinderopvang tot een zekere grens aftrekken van de belasting. De PvdA wil dat de mogelijkheden om af te trekken worden verruimd, met name voor groepen die minder dan modaal verdienen. Bovendien willen we dat de drempel voor aftrek van kinderopvang bij het tweede inkomen naar rato van de arbeidstijd wordt ingevoerd. Iemand die nu b.v. in september als onderwijzers gaat werken, verdient dat jaar niet voldoende om voor aftrek in aanmerking te komen.

Samenvatting

De PvdA wil:

· Een verdere uitbreiding van de kinderopvang en verbetering van kwaliteit; · Betaalbare kinderopvang voor iedereen;
· Gegarandeerde tussenschoolse opvang binnen vier jaar; · Een stimuleringsregeling voor dagarrangementen, zodat geïntegreerde voor- tussen en naschoolse opvang en multifunctioneel gebruik van gebouwen bevorderd wordt; · Gerichte werktrajecten voor herintreders in de kinderopvang en ontwikkeling van combinatiefuncties van bijvoorbeeld onderwijsassistent, overblijfkracht en opvangleider; · Uitgebreid en betaald ouderschapsverlof op de tijdkaart als onderdeel van de collectieve verlofverzekering; · Omvorming van de combinatiekorting zodat ook taakcombineerders met kleine deeltijdbanen profiteren;

Zorgen voor dierbaren: een zorgverlofverzekering en goede professionele ondersteuning

Maatschappelijke veranderingen vormen voor een groot deel de oorzaak van de afnemende beschikbaarheid en bereidheid om zorg te verlenen aan verwanten of vrienden. Steeds meer vrouwen van oudsher de groep die het leeuwendeel van de traditionele zorg op zich neemt gaan werken, terwijl mannen en jongeren de zorg niet in gelijke mate overnemen. Bovendien wonen familieleden verder uit elkaar dan vroeger en nemen sociale netwerken in omvang af. Daartegenover staat dat de zorgvraag de komende twintig jaar toeneemt als gevolg van vergrijzing en de toenemende groep alleenstaanden. Hierdoor dreigt een 'zorgvacuüm' te ontstaan.

Nu al doen zich knelpunten in de mantelzorg voor. Om de positie van mantelzorgers te verbeteren heeft de PvdA eerder een Handvest voor Mantelzorgers gepresenteerd. Ze pleit daarin onder andere voor respijtzorg en meer professionele ondersteuning van mantelzorgers. In het kader van het levensloopbeleid is met name het PvdA-voorstel voor een collectieve verzekering voor langdurend zorgverlof van belang. De regering stelt een geclausuleerd recht op betaald langerdurend zorgverlof voor van 6 maal de arbeidsduur per week voor maximaal de helft van de arbeidsduur in geval van een stervende partner, kind of ouder of van kinderen met een levensbedreigende ziekte. Dat is een begin, maar lang niet voldoende. De PvdA wil voor de gevallen waarin mensen in hun nabije omgeving geconfronteerd worden met langdurige ernstige ziekte een collectieve verlofvoorziening. Dit vormt de basis voor alle werknemers, en kan vervolgens worden aangevuld via CAO of een particuliere verzekering.

Daarnaast dient ook de woningbouw en dienstverlening beter afgestemd te worden op zorg op maat, onder andere door uitbreiding van woon-zorg combinaties. Speciale aandacht dient daarbij te worden besteed aan behoeften van allochtonen.

Samenvatting

De PvdA wil:

· Verlof voor de langdurige zorg voor dierbaren als onderdeel van de collectieve verlofverzekering; · Goede professionele ondersteuning van mantelzorgers vanuit de thuiszorg en overige gezondheidszorg; · Integratie van wonen, zorg, dienstverlening, vrijwilligerwerk en werk, vanuit de visie van levensloopbestendig woningen en voorzieningen. · Uitbreiding van het kraamverlof voor vaders

Zorg voor de oude dag: een zeker maar flexibel pensioen

Mensen worden steeds ouder en blijven ook meestal nog gezond en actief. De tijd dat eenmaal met pensioen niet meer meetelde, is gelukkig voorbij. Maar naarmate mensen langer leven is er ook meer geld nodig voor een goed pensioen. Gelukkig heeft Nederland daar goed voor gezorgd. Van de Europese lidstaten kent Nederland het meest robuuste en financieel degelijke stelsel. Maar ook hier liggen nog de nodige uitdagingen.

De PvdA wil stimuleren dat arbeidsgeschikte personen onder de 60 jaar deelnemen aan het arbeidsproces en dan vanaf 60 jaar werknemers die dat willen, worden ondersteund (eventueel in deeltijd) te blijven werken. De overgang van werk naar pensioen kan dan geleidelijk verlopen en zelfs indien gewenst na 65-jarige leeftijd plaatsvinden. Om mensen te stimuleren langer te blijven werken is een actief leeftijdsbewust personeelsbeleid nodig met mogelijkheden voor ouderen om korter te gaan werken en gedeeltelijk met pensioen te gaan. Of met de mogelijkheid om aan het einde van een loopbaan een stapje terug doen zonder dan dit ten koste gaat van de pensioenopbouw. Daarbij past ook het stimuleren dat ouderen meer gelegenheid krijgen om zich te blijven scholen.

Opgebouwd pensioen biedt werknemers wellicht mogelijkheden om spitsuren in het leven op te vangen. Voorzichtigheid is hier geboden. Het risico bestaat immers dat mensen die onder druk (zorg voor kinderen, zorg voor ouders, de keuze voor kinderen) staan zo veel uit hun pensioenpotje opnemen, dat ze dat niet meer in kunnen halen en een slechte oude dagvoorziening voor zichzelf overhouden. Daar staat tegenover dat het flexibel inzetten van de oudedagsvoorziening kan helpen voorkomen dat mensen uit het arbeidsproces stappen of arbeidsongeschikt raken omdat ze arbeid en zorg en scholing niet kunnen combineren. Ook dan wordt de opbouw van de oudedagsvoorziening negatief beïnvloed. Het flexibel inzetten van pensioenaanspraken om eerder te kunnen stoppen met werken, kan nuttig zijn om individuele werknemers meer mogelijkheden te geven om het gespaarde op een andere manier vorm te geven of anders aan te wenden. De PvdA wil daarom de prepensioen regeling (het opgespaarde pensioen om eerder te kunnen stoppen met werken) open stellen voor opname voor verlof of loopbaanonderbreking. Het pensioen vanaf de pensioengerechtigde leeftijd blijft dan gereserveerd voor de oude dag.

Pensioenbreuken als gevolg van langdurig verlof of als gevolg van de overstap van de ene naar de andere werkgever is bij uitstek iets wat niet thuishoort op een levensloopbestendige arbeidsmarkt. Opgebouwd pensioen volgt de werknemer, ook als die tijdelijk niet actief is op de arbeidsmarkt. Vrijwillige deelname aan een pensioenregeling moet dan mogelijk zijn.

Samenvatting

De PvdA wil:

· Dat oudere werknemers een reële keus hebben wanneer ze met (deeltijd)pensioen gaan; · Dat mensen die tijdelijk het arbeidsproces verlaten de mogelijkheid behouden om vrijwillig deel te blijven nemen aan een pensioenregeling; · Uitbreiding van de mogelijkheden om gespaard pre-pensioen (om eerder te kunnen stoppen met werken) in te zetten voor scholing en verlof eerder in de levensloop;


---

Ten slotte

Winst van de Eurovloot

Een beter evenwicht tussen leren, werken, zorgen en rusten, in een goed evenwicht tussen solidariteit en keuzevrijheid, creëert een meer ontspannen levensloop. Bewust levensloopbeleid maakt een eind aan gejakker en gejaag in één fase, en verplichte rust in een andere. Het draagt bij tot meer duurzame arbeidsparticipatie doordat werknemers per saldo langer kunnen blijven werken en gemotiveerd blijven voor hun werk. Een goed levensloopbeleid draagt bij tot minder ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. Nu al blijkt dat bedrijven die een goed verlofbeleid hebben, minder ziekteverzuim hebben. Bij diverse bedrijven zakte het ziekteverzuim tot onder de 5 %, na het opzetten van een modern personeelsbeleid. Zo verdient een goed beleid zichzelf terug! En misschien nog wel het belangrijkste, een goed levensloopbeleid draagt bij tot aandacht en zorg voor dierbaren. Dat is nooit in geld uit te drukken, maar van immens belang is voor de kwaliteit van het bestaan.

Dat alles geldt alleen als de regeling breed toegankelijk is. De PvdA vindt dat een afweging tussen scholing, zorg, vrije tijd en pensioen voor alle inkomensgroepen mogelijk moet zijn. Daarom is het zo belangrijk dat de basis voor iedereen geldt, en er een evenwichtige verantwoordelijkheidsverdeling is tussen overheid, sociale partners en individuele burgers. Natuurlijk zijn mensen met hoge inkomens altijd in staat meer te sparen dan mensen met lage inkomens. Dat is nu een keer zo. Maar we kunnen wel zorgen dat er bijzondere stimuleringsregelingen zijn voor mensen met lage inkomens, om knelpunten in de levensloop te verzachten. Daarvoor zijn in dit plan een aantal concrete suggesties gedaan.

Tot slot

Een evenwichtig levensloopstelsel is alleen mogelijk als we beschikken over toegankelijke, goede publieke voorzieningen zoals in het onderwijs en de gezondheidszorg. Er dienen meer voorzieningen te komen die zijn toegesneden op de individuele moderne wensen van burgers, en die hun zelfstandigheid respecteren. Te denken valt in dat verband onder meer aan dienstverlenings- en servicecentra, ondersteuning aan huis, gebruik van telediensten, introductie van employee-benefits. Binnen het beleid zal aandacht nodig blijven voor bepaalde groepen, bijvoorbeeld voor oudere werknemers, als we serieus willen dat zij langer blijven werken, voor vrouwen die een tijd het arbeidsproces uit zijn geweest en weer willen werken, voor flexwerkers die vaak onderbroken carrières hebben, en voor allochtonen die te maken hebben met taalachterstand, discriminatie of met eigen voorkeuren over de inrichting van hun oude dag. Dat kan allemaal binnen het levensloopmodel. Als we variëteit en solidariteit maar als twee onlosmakelijk met elkaar verbonden waarden zien. Het blijft het onze opdracht de solidariteit te organiseren; tussen oud en jong, tussen mannen en vrouwen, tussen autochtonen en allochtonen en tussen insiders en outsiders op de arbeidsmarkt.


---

LEVENSLOOPPLAN

VERZEKERINGSZUIL

DRIEKLEUR

OVERHEID (rood)
Individuele strippenkaart met wettelijke verlofdagen als basis (tegen 70% WML)

CAO (wit)
Aanvullende financiering
Aanvullende dagen
Aanvullende verlofvormen

INDIVIDU (blauw)
Aanvullende financiering
Aanvullende verlofvormen

Wettelijke dagen kunnen worden aangevuld met CAO-afspraken, daarbovenop kunnen individuen aanvullende arrangementen inzetten. Op deze manier ontstaat een gezamenlijk gedragen verzekeringszuil

SPAARZUIL

EUROVLOOTREKENING

OVERHEID
(fiscale facilitering)

CAO (wit)
Verlofsparen (via werkgever)
Vakantiedagen
Pensioen ...

INDIVIDU (blauw)
Verlofsparen

Verlofsparen gaat nu op basis van uitgestelde belastingbetaling. Wij stellen voor bij opname van verlof vanuit de Eurovloot spaarrekening een bonus te geven in de vorm van een fiscale korting. Deze blijft beschikbaar op de Eurovloot spaarrekening.