FNV VROUWENBOND

Hoe (veel) zorgen kamerleden?

Een Tweede Kamerlid besteedt naast zijn of haar werkweek van gemiddeld 62 uur nog geen uurtje per dag aan onbetaalde (zorg)arbeid. Zes en een half uur per week nemen de kamerleden gemiddeld de tijd voor hun huishouden en de verzorging van eventuele kinderen en/of naasten. Dat blijkt uit een enquête die de FNV Vrouwenbond onder Tweede Kamerleden heeft gehouden ter ere van 1 mei, de dag van de Arbeid én Zorg.

Het meest en het minst
Corrie Hermann van Groen Links besteedt per week de meeste tijd aan onbetaalde zorgarbeid, namelijk 12 uur en 40 minuten per week. PvdA-kamerlid Desirée Duijkers het minst. Zij is met 10 minuten afwassen per week klaar. De rest van de huishoudelijke taken heeft ze uitbesteed. Dat is een heel contrast met haar partijgenoot Bert Middel. Hij besteedt ruim acht uur per week aan huishoudelijke taken als afwassen, boodschappen doen, eten koken, de kinderen naar bed brengen, strijken en stofzuigen. Middel is daarmee het kamerlid dat er het best (efficiëntst) in slaagt zijn betaalde werk van 65 uur te combineren met zijn zorgtaken.

Opscheppers?
Overigens overschatten vrijwel alle kamerleden zichzelf als het gaat om onbetaalde arbeid. Zo schat Bert Middel dat hij 25 uur per week bezig is met zorg en huishouden. Maar op basis van de door hem ingevulde tijdsbesteding per klus blijkt dat dus net eenderde daarvan te zijn. En partijgenoot José Smits zegt maar liefst 50 uur per week in touw te zijn met het huishouden en de zorg voor haar kinderen en naasten. Een precieze tijdsbesteding heeft ze niet ingevuld, maar op basis van het gemiddelde van zes en een half uur lijkt 50 uur toch wat overdreven.
De discrepanties kunnen drie dingen betekenen. Ofwel deze kamerleden verrichten een heleboel zorg- en huishoudelijke taken die niet in de enquête worden genoemd ofwel een paar minuten huishoudelijk werk lijken in hun beleving uren te duren ofwel ze scheppen erg op over de tijdsbesteding aan onbetaalde arbeid.

Mannen en vrouwen gelijk?
Er bleek geen verschil te zijn tussen mannen en vrouwen voor wat betreft de uren die zij aan betaalde en onbetaalde arbeid (zeggen te) verrichten. Ook blijken mannelijke en vrouwelijke kamerleden ongeveer evenveel zorgtaken uit te besteden.

Schoonmaaksters en partners
Schoonmaken lijkt onder de kamerleden de minst populaire activiteit te zijn. Dat is in elk geval een klus die het meest wordt uitbesteed. Tweederde van de onderzochte kamerleden heeft een schoonmaakster in dienst. Daarnaast lijkt een partner de kamerleden ook nogal wat onbetaalde (zorg)arbeid uit handen te nemen, want kamerleden die een huishouden delen met een partner besteden minder tijd aan zorg en huishouden dan hun single collega's. Ze blijken overigens ook minder workaholic, want ook aan betaalde arbeid besteden ze minder tijd.

Fractievoorzitters hebben geen tijd voor onbetaalde arbeid PvdA-fractieleider Ad Melkert riep vorig jaar 1 mei uit tot de dag van de Arbeid én de Zorg. Een verheugend gebaar, vond de FNV Vrouwenbond, die graag zou zien dat politici meer aandacht hebben voor de economische en maatschappelijke waarde van onbetaalde arbeid. De bond nodigde daarom dit jaar alle fractievoorzitters uit om onder het toeziend oog van een camera op 1 mei een paar uur te besteden aan onbetaalde (zorg)arbeid naar keuze. Behalve Paul Rosenmöller en Jan Marijnissen gaven de heren echter niet thuis. Ze hadden geen tijd!

Respons
De Vrouwenbond besloot daarop te onderzoeken hoeveel tijd de kamerleden nou eigenlijk besteden aan huishoudelijke klussen en zorgarbeid voor kinderen en of naasten. 21 kamerleden stuurden de enquête terug, onder wie overigens geen enkele fractievoorzitter. De PvdA stak met 11 respondenten met kop en schouders boven de andere partijen uit. Van het CDA en Groen Links kwamen 3 enquêtes terug, D66 leverde er twee en de SP en de VVD elk één. In totaal vulden 13 vrouwen en 8 mannen de enquête in.