Ministerie van Economische Zaken Berichtnaam: OLIECONCERNS IN DE KNEL DOOR LIBERALISERING VAN DE ENERGIEMARKT Nummer: 71 Datum: 06-05-2002

De leden Crone en Witteveen-Hevinga (beiden PvdA) hebben aan de minister van Economische Zaken op 22-03-2002 de volgende schriftelijke vragen gesteld.

1 Kent u het artikel 1) 'Olieconcerns in de knel door liberalisering energiemarkt'?

2 Kunt u, mede in gedachte van uw antwoorden op eerdere vragen van het eerst bovengenoemde lid 2), uw mening geven over het in het genoemde artikel gestelde dat de Europese energiemarkt keihard op weg naar een klassieke oligopolistische situatie?

3 Deelt u de kritiek op de Europese Commissie als zou die te weinig doen aan het bevorderen van een concurrerende marktstructuur? Zo ja, hoe moet dit naar uw mening worden verbeterd? Zo neen, waarom niet?

4 Is op de recente Europese Top in Barcelona het voorkomen van een oligopolistische structuur aan de orde geweest? Zo ja, kunt u dan aangeven wat daarover afgesproken is? Zo neen, deelt u de mening dat dit wel een punt van zorg is?

5 In hoeverre verstoort de concentratietendens van energiebedrijven in de Europese Unie het 'level playing field' voor energie op de interne markt? Wat zijn hiervan de gevolgen voor de Nederlandse energiebedrijven?

6 Zijn er in Barcelona afspraken gemaakt om de bestaande ongelijkheid tussen lidstaten voor wat betreft beleid voor het milieu voor de verschillende manieren van energieopwekking op te heffen, omdat anders evenwichtige concurrentie niet mogelijk is?

7 Hoe verhoudt zich de concentratietendens op bijvoorbeeld de Duitse energiemarkt zich tot het ontbreken van een onafhankelijke toezichthouder daar en tot het onvoldoende functioneren van een Europese toezichthouder?

8 Kunt u de antwoorden op bovenstaande vragen nog voor de behandeling van het Energierapport aan de Tweede Kamer doen toekomen?
---
1 Financieele Dagblad, 21 maart jl. 2 Aanhangsel Handelingen Tweede Kamer, Vergaderjaar 2001-2002, nrs. 273, 574 en 607.

De Minister van Economische Zaken, A. Jorritsma-Lebbink, heeft deze vragen als volgt beantwoord. Ministerie van Economische Zaken


1 Ja.



2 en 4 Onmiskenbaar vindt op de Europese energiemarkt een ontwikkeling naar grotere energiebedrijven plaats. Drijvende kracht achter deze ontwikkeling zijn onder andere de kostenverlagingen die door schaalvoordelen als gevolg van samengaan van marktpartijen te behalen zijn. Alhoewel het hier een ontwikkeling betreft die de aandacht van zowel de Europese als nationale overheden vergt, is naar mijn oordeel geen sprake van een ontwikkeling naar een klassiek oligopolie, zoals in het artikel wordt beweerd. Juist in de energiemarkt zijn bedrijven onderhevig aan overheidsregulering, die met name waarborging van publieke belangen tot doel heeft. Sinds het van kracht worden van de Elektriciteits- en de Gasrichtlijn van de Europese Commissie wordt door de lidstaten van de Europese Unie hard gewerkt aan de totstandkoming van een Europese energiemarkt. Hierbij is vaak, naast algemeen mededingingstoezicht, sprake van specifiek voor de betreffende sectoren vormgegeven regulering. Een belangrijk onderscheid is die tussen het netwerkmonopolie en de productie- en leveringsfunctie. Bij de vormgeving van de regulering is onder andere aandacht geschonken aan de regulering van het netwerkmonopolie om non-discriminatoire toegang tot de netten te kunnen garanderen. Tijdens de recente top van regeringsleiders in Barcelona is op dit punt belangrijke vooruitgang geboekt. Met de regulering wordt beoogd om misbruik van monopolieposities te voorkomen en een Europese markt te creëren die voordelen voor consumenten oplevert. Nu in de EU-lidstaten gedurende een aantal jaren wetgeving van kracht is wordt een trend naar consolidatie zichtbaar, die zou kunnen leiden tot een afname van de concurrentie. Hierdoor is denkbaar dat bijvoorbeeld behaalde schaalvoordelen niet of onvoldoende aan consumenten ten goede komen en dat voordelen die tot nu toe met meer marktwerking zijn behaald, teniet worden gedaan. Ik vind het van groot belang dat de komende tijd zowel door nationale overheden als door de Europese Commissie de mogelijke gevolgen van de trend naar consolidatie worden onderzocht. Deze gevolgen zijn nu niet duidelijk en zijn overigens niet als zodanig in Barcelona onderwerp geweest van de besprekingen. Om meer zicht te krijgen op de gevolgen van de consolidatietrend heb ik recent enkele acties ondernomen. Zo heeft de NMa een notitie gepubliceerd over concentraties op de energiemarkt. Verder heb ik verkennende gesprekken gevoerd met enkele andere EU-lidstaten en ben ik voornemens om nog dit jaar een bijeenkomst met andere lidstaten te organiseren om te bezien wat de gevolgen zijn van de trend naar consolidatie en tot welk aanvullend beleid dit zou moeten leiden. Hierbij zal tevens de vraag aan de orde komen of nadere overheidsbemoeienis ten aanzien van consolidatie noodzakelijk is. Wanneer mocht blijken dat door consolidatie de belangen van consumenten zouden worden bedreigd meen ik dat gerichte overheidsmaatregelen onontkoombaar zijn.


3 Nee, die kritiek deel ik niet. Het is juist de Europese Commissie die voor een belangrijk deel verantwoordelijk is voor de huidige ontwikkeling van meer marktwerking in de energiemarkt. Wel is duidelijk dat met de verdere ontwikkeling van een Europese energiemarkt nieuwe knelpunten zichtbaar worden in de marktordening die om een oplossing vragen. Zo ben ik van oordeel dat overheidsingrijpen noodzakelijk is wanneer de gesignaleerde trend naar consolidatie de werking van de energiemarkt negatief beïnvloedt. In voorkomend geval zal de Europese Commissie hierbij een belangrijke rol dienen te spelen, zoals zij dit tot nu toe steeds heeft gedaan.
5 Naar mijn oordeel is het nog te vroeg om een inschatting te maken van de invloed van de tendens naar concentratie op het Europees level playing field. Wel menen vele deskundigen dat de Nederlandse bedrijven onvoldoende schaalgrootte hebben om zelfstandig op een Europese energiemarkt te overleven. Ik meen overigens ook dat het hebben van een zelfstandige Nederlandse speler op de Europese energiemarkt geen zelfstandige doelstelling van de overheid behoort te zijn. Het is aan marktpartijen zelf een strategie uit te formuleren en stappen te zetten naar samenwerking met andere marktspelers.

6 Nee, dergelijke afspraken zijn niet gemaakt.

7 Zoals gezegd is het nog te vroeg om een inschatting te maken van de invloed van de tendens naar concentratie op het Europees level playing field. Ik kan ook nog geen oordeel geven over de verhouding tussen de concentratietendens op de Duitse energiemarkt en het ontbreken van een onafhankelijke toezichthouder in dat land. In Barcelona hebben de lidstaten van de Europese Unie overeenstemming bereikt over het instellen van een regulerende functie in alle lidstaten, ook in Duitsland. Naar ik heb begrepen is de Duitse overheid tevreden over deze conclusie. Ik verwacht dan ook dat binnen afzienbare termijn in Duitsland een toezichthouder zal worden opgericht die deel zal uitmaken van het Bundeskartelamt.

8 Gezien de complexiteit van het onderwerp is het mij helaas niet gelukt deze vragen eerder te beantwoorden.