Ministerie van Algemene Zaken
07-05-2002, NOS, Extra journaal, Nederland 2, 13.30 uur
VERKLARING MINISTER-PRESIDENT KOK OVER DE VERKIEZINGEN VAN 15 MEI
KOK:
We hebben ons de afgelopen uren, dagdelen, natuurlijk heel indringend gebogen - om te
beginnen gisteren in het kabinet - over de vraag wat wijsheid is in de nu ontstane
omstandigheden, waarbij we natuurlijk ook onder ogen moeten zien de vraag omtrent de
datum van de parlementsverkiezingen. Het kabinetsberaad van gisteren heeft ons voldoende
aanknopingspunten geboden om daaromtrent een afweging te maken. Ons - dat zijn de vice-
premiers, mevrouw Borst, mevrouw Jorritsma, minister De Vries van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties en ondergetekende. We hebben vanochtend natuurlijk heel goed geluisterd
naar de gevoelens van de Lijst Pim Fortuyn ter zake. We hebben ook zeer zorgvuldig
meegewogen de opvattingen die in de andere politieke partijen daaromtrent bestaan. Er zijn
met name ook de nodige contacten geweest met de voorzitter van de Tweede Kamer, die op
haar beurt weer regelmatig overleggen heeft gehad met de fractievoorzitters. Dat alles heeft
ons tot het inzicht gebracht, in het verlengde van de loop van de ministerraad van gisteren, dat
het verstandig moet worden geacht om in de oorspronkelijke datum van de verkiezingen, 15
mei, geen wijziging te brengen. Daarmee wordt recht gedaan en ook rekening gehouden met
breed levende opvattingen in het geheel van de politieke wereld. Ik zeg nog eens: natuurlijk
hebben we daarbij zeer zwaar laten meewegen wat we vanmorgen van de Lijst Pim Fortuyn
hebben gehoord, maar we hebben ook zwaar gewogen de opvattingen in andere politieke
partijen ter zake. Dit betekent uit de aard der zaak dat in een zeer korte tijd van nu acht dagen
Nederland nog veel emoties zal laten zien en tonen, hebben ook, na het overlijden, na de
moord op Pim Fortuyn, en dat in diezelfde periode in een atmosfeer die onbeschrijfelijk
afwijkt van een normale verkiezingscampagne onze bevolking zich voorbereidt op een keuze
voor de komende vier jaar. En dat trekt een zware wissel op het vermogen ook, denk ik, van
onze burgers om zeer afgewogen oordelen te vormen. Maar onze bevolking kan veel aan. En
ik denk dat we dit kunnen dragen. Ik denk ook dat het een heel goed signaal is, en ook een
belangrijk signaal, dat de democratie functioneert en blijft functioneren, inclusief
verkiezingen in een democratie, ondanks het meest grove geweld.
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd, SR)