ST PRINS BERNHARD CULTUURFONDS


Cultuurfonds kent drie prijzen toe

Amsterdam, 14 mei. Het Prins Bernhard Cultuurfonds heeft drie oeuvreprijzen toegekend. De Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs voor Natuurbehoud gaat naar Koos van Zomeren, de Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs voor de Geesteswetenschappen naar Gerard Rooijakkers en de Prins Bernhard Cultuurfonds Muziek Prijs naar Walter van Hauwe. De prijzen worden 31 oktober uitgereikt in De Nieuwe Kerk te Amsterdam. Eerder dit jaar werd de David Röell Prijs toegekend aan Roy Villevoye. Aan elke prijs is een bedrag van 50.000 euro verbonden.

Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs voor Natuurbehoud Koos van Zomeren (Velp, 1946) uit Arnhem is journalist en schrijver. In zijn boeken, columns en artikelen neemt hij het al jarenlang op voor dieren, natuur en landschap. Hij schrijft met een eigen stem die veel mensen aanspreekt; verwoordt treffend wat velen denken en legt verband tussen natuur en omringend landschap. Voor NRC Handelsblad schrijft hij momenteel de rubriek De levende have, stukken over het leven van dieren in de context van onze maatschappij.

Koos van Zomeren zet zich niet alleen op papier in voor dieren. Na J.J. Voskuil was hij een tijdje ambassadeur van de stichting Varkens in Nood, die zich keert tegen de intensieve varkenshouderij in Nederland. In 2001 was hij een van de ondertekenaars van het Manifest voor het houden van vee, waarin een aantal maatschappelijke organisaties en personen het Nederlandse volk oproept een start te maken met een nieuwe, verantwoorde veehouderij. De jury van de Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs voor Natuurbehoud, bestaande uit Cees Blom, Juun de Boer, Ron Lodewijks, Peter van Wijmen en Christine Stigter, lauwert Koos van Zomeren voor zijn activiteiten op het gebied van de natuur in brede zin.

Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs voor de Geesteswetenschappen Gerard Rooijakkers (Eindhoven 1962) uit 's-Hertogenbosch, studeerde geschiedenis aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (KUN) en volkskunde aan de Westfälische Wilhems-Universität in Münster. Na zijn studie werkte hij voor een aantal volkenkundige musea in Nederland. In 1988 werd hij aio bij de afdeling Nieuwe Geschiedenis van de KUN. Sinds 1991 is hij werkzaam als onderzoeker op de afdeling Volkskunde van het Meertens Instituut. In 1994 promoveerde Rooijakkers aan de KUN op een studie over volkscultuur in oostelijk Noord-Brabant in de periode 1559-1853 onder de titel Rituele repertoires. Sindsdien heeft hij vele publicaties (mede) totstandgebracht over tal van onderwerpen, zoals de duivel, koperslagers, Brabantse zielpriesters en klederdracht.
Zeer onlangs verscheen onder zijn redactie de bundel De musealisering van het platteland.

Behalve wetenschapper is Rooijakkers freelance adviseur op cultuurhistorisch en cultuurtoeristisch gebied en initiatiefnemer en projectleider van een regionaal ecomuseum in oprichting te Eindhoven, waar hij tevens als coördinator cultuurhistorie werkzaam is. 'Rooijakkers heeft de Nederlandse volkskunde een nieuw gezicht gegeven', aldus de jury, die bestond uit Christien Brinkgreve, Ileen Montijn, Herman Pleij (voorzitter), Niek van Sas en Riet Schenkeveld-van der Dussen

Prins Bernhard Cultuurfonds Muziek Prijs
Walter van Hauwe (Delft 1948) uit Amsterdam studeerde blokfluit aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, van 1966 tot 1969 bij Frans Brüggen. Hij is in de eerste plaats een uitmuntend blokfluitist en een veelzijdig musicus, die zowel het terrein van de oude als de nieuwe muziek gedegen kent en daar zijn sporen heeft verdiend. Voor Van der Hauwe zijn inmiddels tal van stukken gecomponeerd waarin het instrument op allerlei ongekende manieren en in ongekende vormen wordt bespeeld. De blokfluit is dankzij hem letterlijk gegroeid: van de allerkleinste sopraninofluit tot metershoge basblokfluiten, al dan niet in combinatie met elektronica.

Naast zijn werk als uitvoerend podiumkunstenaar heeft Van Hauwe een veelomvattende repertoirecatalogus voor blokfluit gemaakt (te raadplegen via www.blokfluit.nl) en didactische werken over blokfluit geschreven. Sinds 1971 is hij als docent verbonden aan het Sweelinck Conservatorium te Amsterdam. Hij schreef, speciaal voor blokfluitdocenten en professionele studenten, een driedelige methode The Modern Recorder Player, uitgegeven bij Schott London, die inmiddels in diverse talen is vertaald. Als docent geniet hij internationale faam. Uit alle landen komen studenten naar hem toe. Niet alleen geeft hij technisch blokfluitles, ook brengt hij zijn studenten alles bij wat er voor het vak van uitvoerend musicus noodzakelijk is: van organisatie van concerten en gepaste kleding, tot professioneel opkomen en bedanken. 'Niet alleen heeft Van Hauwe zelf veel gedaan voor de emancipatie van het instrument, maar hij weet zijn studenten zo te motiveren dat die dat ook doen, en daarin in nog veel verder gaan dan hij'.

De jury bestond uit Pay-Uun Hiu, Lucas Vis, Willem Vos, Cynthia Wilson (voorzitter) en Jan Zekveld.

Alle juryrapporten worden op 31 oktober bekendgemaakt.

Noot voor de redactie,