Ministerie van Financiën

Persbericht
PERS-2002-128
Den Haag, 14-5-2002

Vragen van Giskes aan de minister van Financiën over de nikkelafgifte van euromunten

Bijgaand de vragen van Giskes (D66) over de nikkelafgifte door euromunten en de antwoorden van de minister van Financiën hierop. Vragen:

1. Klopt het bericht dat de euromunten weliswaar minder nikkel bevatten dan de guldenmunten maar meer nikkel afgegeven?


2. Geven de euromunten 100 keer meer nikkel af dan wettelijk is toegestaan voor voorwerpen die voortdurend in contact staan met de huid?


3. Waarom is bij het maken van de euro's niet met dit aspect rekening gehouden?

4. Welke oplossing ziet u voor mensen die veel met geld moeten werken, bijv. in winkels?

5. Wilt u deze vragen beantwoorden vóór het overleg met de Kamer met u over de evaluatie van de introductie van de euro?
Antwoorden:


1.
In het aangehaalde artikel wordt niet gesteld dat de euromunten minder nikkel bevatten dan de guldenmunten maar meer nikkel afgegeven. Uit onderzoekingen is dat niet gebleken.

In 1997 is door de Scientific Committee for Toxicity and Ecotoxicity of Chemical Compounds (CSTE) op verzoek van de Europese Commissie een onderzoek gedaan naar het risico van allergische aandoeningen als gevolg van nikkel in euromunten. In zijn advies van 24 oktober 1997 heeft de CSTE, voor zover van belang, het volgende aangegeven:

a. Allergie zou het enige gezondheidsprobleem kunnen zijn, dat in verband kan worden gebracht met de nikkelafgifte door euromunten. De risico's van nikkelafgifte kunnen zijn, zowel het veroorzaken van een allergische aandoening als het ontwikkelen van een allergische huidontsteking, als gevolg van blootstelling aan nikkel door personen die al gevoelig zijn voor dat metaal. Zo zich een aandoening voordoet, is de ontwikkeling van een allergische huidontsteking het meest waarschijnlijk.
b. Er zijn weinig gegevens beschikbaar over nikkel bevattende munten en de oorzaak van een allergische huidontsteking, maar het risico van een allergische huidontsteking neemt toe, wanneer de nikkelafgifte van nikkelbevattende voorwerpen toeneemt.
c. De beperkt aanwezige gegevens tonen aan, dat de in 1997 in omloop zijnde munten die nikkel bevatten, meer nikkel afgeven dan in de nikkelrichtlijn is vastgelegd.
d. Uit eerdere testen met Zweedse een-kroonmunten en Britse tien-pencemunten en uit een uitgevoerde test met munten van 2 euro is niet gebleken, dat de nikkelafgifte van de munten van 2 euro (en derhalve ook de munten van 1 euro) hoger is dan de nikkelafgifte van de reeds in de lidstaten van de Europese Unie omloop zijnde munten die nikkel bevatten.


2.
Een studie zou hebben aangetoond , dat de munten van 1 en 2 euro een mogelijke nikkelafgifte hebben tot 100 keer hoger dan in de nikkelrichtlijn is opgenomen voor nikkellegeringen in (1) piercingsieraden, (2) artikelen die bestemd zijn om in direct en langdurig contact met de huid te komen en (3) nikkelen artikelen onder (2) die een niet-nikkelen coating hebben. De 100 keer hogere nikkelafgifte zou tot 30 keer boven het drempelniveau liggen voor het ontwikkelen van een nikkelallergie. De nikkelrichtlijn is evenwel niet van toepassing op munten. Voorts moet bij de uitkomst van dit onderzoek worden aangetekend, dat in de studie twee-euromunten gedurende een week zijn gelegd in een op menselijk zweet gelijkende oplossing om het effect van personen die met munten omgaan na te bootsen.


3.
Bij de besluitvorming over de vaststelling van de technisch specificaties van de munten van 1 en 2 euro is aandacht besteed aan het probleem van de nikkelallergie. In het rapport van de CSTE, opgesteld op verzoek van de Europese Commissie, is geconcludeerd, dat de nikkelafgifte van de munten van
1 en 2 euro niet hoger ligt dan de nikkelafgifte van de toen in omloop zijnde zuiver nikkelen en cupronikkelen munten. Verder is het aantal goed bruikbare metaalsoorten en -legeringen voor zilverkleurige munten zeer beperkt. Het beste zilverkleurige muntmetaal is puur nikkel, gevolgd door cupro-nikkel en diverse nikkelhoudende staalsoorten en als laatste roestvaststaal. Roestvaststaal is echter een zeer hard metaal, dat in combinatie met een zachtere metaalsoort (geelkleurige kern 2 euro en ring 1 euro) niet bruikbaar is voor de aanmunting van bicolormunten van 1 en 2 euro. Ten einde het risico van valsmunterij zoveel als mogelijk te minimaliseren is voor de munten van 1 en 2 euro gekozen voor een uitvoering in bicolor.
Daarnaast hebben bij de keuze voor nikkel in de munten van 1 en 2 euro de goed meetbare magnetische eigenschappen van nikkel een rol gespeeld. Deze meetbaarheid is met name van belang bij gebruik van munten in automaten en vermindert het risico van het gebruik van nep'munten'. Tot slot moet erop worden geattendeerd, dat met de invoering van de euromunten het aantal muntdenominaties met nikkel of een nikkellegering is afgenomen. In Nederland bevatte de rijksdaalder, de gulden, het kwartje en het dubbeltje 99,5% nikkel en de vijfgulden 99,5% nikkel met een bronzen coating.Thans bevatten alleen de munten van 1 en 2 euro nikkel, waarbij de zilverkleurige gedeelten (cupronikkel) een percentage van 25% nikkel bevatten en de geelkleurige gedeelten (nikkelmessing) 5% nikkel .


4.
Op basis van informatie op Internet kan ten aanzien van nikkelallergie het volgende worden opgemerkt. Nikkelallergie ontstaat na (meestal langdurig) huidcontact met nikkel. Is eenmaal nikkelallergie vastgesteld, dan is het verstandig om contact met nikkelen voorwerpen te vermijden. Het probleem hierbij is, dat nikkel in veel objecten in de dagelijkse leefomgeving is verwerkt, zoals in sieraden, kleding (onder andere BH-sluitingen en ritssluitingen) en huishoudelijke voorwerpen (bijvoorbeeld: deurknoppen, scharen, stofzuigerstangen, sleutels). Eczeem en jeuk kunnen worden behandeld met een corticosteroid('hormoon')-zalf. Overigens komt nikkel ook in voedsel voor. Zo bevatten voedsel uit blik en chocolade relatief veel nikkel.


5.
     Ja.

http://europa.eu.int/comm/food/fs/sc/oldcomm5/out01_en.html Richtlijn 94/27/EG van het Europees Parlement en de de Raad van de Europese Unie van 30 juni 1994 tot de twaalfde wijziging van Richtlijn 76/769/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuurlijke bepalingen der Lid-Staten inzake de beperking van het op de markt brengen en het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (PbEG L 188). Zie persbericht Reuters: http://www.rense.com/general17/eurocoins.htm Info: http://www.huidinfo.nl/nikkelallergie.html