Ministerie van Buitenlandse Zaken


---


1 Inleiding

2 Kenia
2.1 Regelgeving ten aanzien van vreemdelingen
2.2 Feitelijke positie van Burundezen
2.3 Toegang
2.4 Uitzetting

3 Uganda
3.1 Regelgeving ten aanzien van vreemdelingen
3.2 Feitelijke situatie van Burundezen
3.3 Toegang
3.4 Uitzetting

4 Tanzania
4.1 Regelgeving ten aanzien van vreemdelingen
4.2 Feitelijke positie van Burundezen
4.3 Toegang
4.4 Uitzetting

5 Beleid andere landen

6 Samenvatting
I Openbare bronnen
Burundezen in Kenia, Uganda en Tanzania Thema-ambtsbericht derde landen


1 Inleiding

---

Dit algemene ambtsbericht geeft een beschrijving van de situatie van Burundezen in de volgende landen van eerste opvang: Kenia, Uganda en Tanzania. Dit bericht moet worden geplaatst in de context van het beleid inzake verblijf in een derde land als contra-indicatie voor verlening van een voorwaardelijke vergunning tot verblijf . Het beoogt die informatie aan te leveren die relevant is voor de uitvoering van het beleid inzake verblijf van Burundezen in de genoemde derde landen.

In deze context wordt op een viertal aspecten in het bijzonder ingegaan. Eerst wordt de regelgeving ten aanzien van vreemdelingen beschreven. Hierna wordt ingegaan op de feitelijke situatie van Burundezen in de drie hogergenoemde landen, inclusief de positie van illegale Burundezen. Vervolgens wordt ingegaan op de (weder)toegangsvereisten in genoemde landen voor Burundese vreemdelingen. Hierna wordt het uitzettingsbeleid en de praktijk dienaangaande in de drie landen uiteengezet. Tot slot wordt het beleid van een aantal andere Europese landen ten aanzien van uitzetting van Burundezen naar derde landen behandeld. Het ambtsbericht wordt afgesloten met een samenvatting.

Aan dit ambtsbericht liggen vertrouwelijke rapportages van de Nederlandse vertegenwoordigingen in de desbetreffende landen ten grondslag, alsook informatie uit openbare bronnen. Een overzicht van de openbare bronnen is opgenomen als bijlage.


2 Kenia

---

2.1 Regelgeving ten aanzien van vreemdelingen

---
In de regelgeving ten aanzien van vreemdelingen kan een onderscheid worden gemaakt in vluchtelingen en reguliere vreemdelingen.

Vluchtelingen
Kenia is partij bij het Vluchtelingenverdrag van Genève van 1951 en bij dat van de Organisatie van Afrikaanse Eenheid (OAE) van 1969 . De Keniaanse wet voorziet in toekenning van de vluchtelingenstatus. Er bestaat een commissie, voorgezeten door de hoogste ambtenaar van het ministerie van Binnenlandse Zaken, die individuele asielzaken beoordeelt. Deze commissie is evenwel sinds januari 2000 niet meer bijeengekomen. In totaal heeft de commissie in haar bestaan 112 zaken behandeld, waarvan er 72 zijn erkend.

De overgrote meerderheid van individuele zaken wordt beoordeeld door UNHCR. Ten aanzien van Burundezen vindt op individuele basis statusbepaling plaats. De gang van zaken is als volgt. Na aanmelding bij UNHCR ontvangt men een bewijs van een afspraak voor een gehoor ('appointment sheet'). Met dit document mag men legaal verblijven, in afwachting van het gehoor. Dit gehoor vindt in de regel binnen twee maanden plaats. Men ontvangt in die wachttijd geen hulp van of opvang door UNHCR, wel - zonodig - juridische bescherming. Indien men wordt erkend als vluchteling, ontvangt men van UNHCR een document met die strekking. Men wordt verwezen naar één van de kampen Kakuma of Dadaab. Het is bewoners van deze kampen niet toegestaan zich vrij te bewegen buiten de 'provincie'. Zij mogen buiten het kamp geen onderwijs volgen of werk zoeken . Uitzonderingen hierop zijn mogelijk, bijvoorbeeld op grond van medische behandeling, of indien een voor betrokkene specifiek veiligheidsrisico in het kamp bestaat, of indien men kan aantonen voldoende middelen van bestaan te hebben. Men ontvangt dan een document waarop de vrijstelling wordt vermeld. Een kaart met hierop de plaats van deze kampen is opgenomen als bijlage.

Indien men niet wordt erkend, houdt de bemoeienis van UNHCR op. In de praktijk zijn de erkenningspercentages (zeker voor Burundezen) hoog, omdat UNHCR toetst op basis van de ruime vluchtelingendefinitie van het eerdergenoemde OAE-verdrag. Wel zouden Burundezen afgewezen kunnen worden op grond van eerder verblijf in Tanzania. De Keniaanse autoriteiten erkennen genoemd UNHCR-document als een geldig verblijfsdocument, in afwachting van nieuwe wetgeving. Een wetsontwerp, dat ertoe strekt dat de Keniaanse autoriteiten voorzien in de verblijfsregeling van vluchtelingen (de Refugee Bill 2000), werd begin 2000 ter goedkeuring aan het Kabinet gestuurd. Niet bekend is wanneer en in welke vorm de wet van kracht wordt.

Regulier verblijf
Regulier verblijf in Kenia is overeenkomstig de Immigration Act mogelijk op een aantal gronden, waaronder:


- huwelijk met een Keniaan(se);


- werkvergunning. Deze wordt alleen verleend als men bijzondere kwalificaties heeft (c.q. kwalificaties waarvan in Kenia een tekort is). Welke dit zijn, wordt door de overheid periodiek aangegeven ('prescribed professions');


- pensioen;


- medische behandeling;


- training, opleiding.

Formeel moet de aanvraag vanuit het buitenland gedaan worden, maar deze regel wordt niet streng gehandhaafd; in de praktijk kan de aanvraag ook in Kenia worden ingediend.

2.2 Feitelijke positie van Burundezen

---
De positie van Burundezen verschilt, afhankelijk van welke verblijfsstatus men heeft. Kwantitatief de grootste groep betreft vluchtelingen; daarnaast is er nog een onbekend aantal reguliere vreemdelingen en illegalen.

De Keniaanse overheid biedt asiel aan totaal circa 225.000 vluchtelingen die bij UNHCR zijn geregistreerd, waarvan enkele honderden Burundezen. De overheid heeft de vluchtelingen geconcentreerd in twee kampen, Kakuma en Dadaab. VN- en non-gouvernementele organisaties voorzien er in de basisbehoeften, zoals voedsel, drinkwater en gezondheidszorg . Burundezen verblijven met name in Kakuma. Hun bewegingsvrijheid is beperkt tot het Turkana District, het grootste district van Kenia, groter dan Nederland.

In en vooral rondom de kampen kunnen vluchtelingen te maken krijgen met banditisme, gewapende overvallen en verkrachting. Ook zijn er (onbevestigde) berichten dat de kampen worden gebruikt als doorvoerstation van wapens. De Keniaanse politie is niet bij machte om adequate bescherming te bieden. Om die reden ondersteunde UNHCR in het afgelopen jaar de politie met een bedrag van USD 80.000, voor brandstof, onderhoud van voertuigen en voor betaling van gewapende escortes van medewerkers. Daarnaast heeft UNHCR mobiele rechtbanken helpen opzetten, die ertoe moeten bijdragen dat het recht effectiever zijn beloop krijgt. Hoewel de situatie nog steeds zorgelijk is, valt wel een verbetering te constateren. Werden er in Dadaab in 1998 nog 142 verkrachtingen gemeld, in 2000 waren dit er 72. In 2000 werden 15 moorden gemeld, waarvan 9 in januari van dat jaar . Het is moeilijk om algemene uitspraken te doen over specifieke categorieën kwetsbare groepen Burundese vluchtelingen. Een risico kan zich plotseling voordoen als gevolg van politieke ontwikkelingen in het land van herkomst.

Er zijn dezerzijds geen berichten bekend dat Burundezen in Kenia blootstaan aan gevaar voor lijf en leden of stelselmatig worden achtergesteld. Voor Burundezen zonder verblijfstitel is Kenia evenwel geen aantrekkelijke optie, vanwege de taal alsook vanwege het geringe aantal van hen dat buiten de kampen reeds in Kenia verblijft. Zij kunnen nauwelijks terugvallen op een sociaal netwerk dat hen via de informele economie in staat stelt in het levensonderhoud te voorzien. Het is voor illegalen vrijwel onmogelijk een werkvergunning te verkrijgen, zodat deelname aan de formele economie evenmin een optie is. Wel ontvangen Burundese vreemdelingen steun van katholieke hulporganisaties.

2.3 Toegang

---
Burundezen met een geldig Burundees paspoort kunnen een visum krijgen bij aankomst in Kenia. Men moet dan wel voldoen aan de voorwaarden van voldoende middelen voor de duur van het beoogde verblijf en een geldig verblijfsdoel. Dit visum is geldig tot 90 dagen en kan worden verlengd met nog eens 90 dagen.

2.4 Uitzetting

---
De Keniaanse regering zet illegale vreemdelingen niet zonder meer uit. Bovendien is er geen actief opsporingsbeleid van illegalen. In de praktijk kunnen illegalen zich in het algemeen vrij bewegen in Kenia. Zonder documenten is een eventueel beroep op overheidsvoorzieningen echter niet mogelijk. Ook vinden er van tijd tot tijd politie-acties plaats, met als doel illegalen te arresteren. Indien zij worden gearresteerd door de politie, lukt het vaak door betaling van smeergeld op vrije voeten te komen. Indien dit niet lukt, kunnen illegalen gerechtelijk worden vervolgd wegens overtreding van de vreemdelingenwetgeving. Indien betrokkene zich beroept op asiel zal hij/zij worden overgedragen aan UNHCR. Erkende vluchtelingen worden naar de kampen overgebracht. Gerechtelijke vervolging vindt zelden plaats en repatriëring nog minder. Zo zouden er in het jaar 2000 geen erkende vluchtelingen gedwongen zijn gerepatrieerd .


3 Uganda

---

3.1 Regelgeving ten aanzien van vreemdelingen

---
Uganda is partij bij het Vluchtelingenverdrag van Genève van 1951 en bij dat van de OAE van 1969. De overheid werkt samen met UNHCR. De geregistreerde vluchtelingen genieten bescherming van de UNHCR, hetgeen door de autoriteiten gerespecteerd wordt. Dit komt dus neer op prima facie erkenning. UNHCR geeft aan vluchtelingen een brief af waaruit die beschermde status blijkt. De autoriteiten geven op hun beurt een identiteitskaart af, op grond waarvan het is toegestaan arbeid te verrichten.

Naast verblijf als vluchteling kent Uganda reguliere verblijfstitels op grond van een werkvergunning, huwelijk met een Ugande(e)s(e), enzovoorts.

3.2 Feitelijke situatie van Burundezen

---
Er verblijven in Uganda circa 215.000 door UNHCR geregistreerde vluchtelingen, waarvan slechts 20 Burundezen (eind december 2000). Vluchtelingen dienen zich in beginsel op te houden in daartoe aangewezen kampen en dorpen, maar men kan bijvoorbeeld om medische redenen toestemming krijgen om zich elders op te houden. Mochten vluchtelingen zonder toestemming de kampen verlaten en om de een of andere reden door de politie worden aangehouden, zal de politie eerst controleren of het een vluchteling betreft. In het bevestigende geval zullen zij worden vrijgelaten. Gezien het kleine aantal is het moeilijk om verdere algemene uitspraken over deze groep te doen. Het is dezerzijds niet bekend hoeveel Burundezen, al dan niet op een andere verblijfstitel, verder in Uganda verblijven. Er zijn dezerzijds geen berichten bekend dat Burundezen er blootstaan aan gevaar voor lijf en leden of stelselmatig zouden worden achtergesteld.

3.3 Toegang

---
Er worden Burundezen geen beletsels opgelegd om voor een tweede maal of meermalen Uganda binnen te komen, mits men beschikt over een geldig paspoort en een visum. Dit geldt niet indien men wegens een misdrijf eerder is uitgezet.

3.4 Uitzetting

---
Voorzover dezerzijds bekend vindt er nauwelijks gedwongen uitzetting plaats. Alleen indien men wegens het begaan van een misdrijf in aanraking komt met de politie zal, afhankelijk van de aard van het delict, gevangenisstraf worden opgelegd en/of worden uitgezet.


4 Tanzania

---

4.1 Regelgeving ten aanzien van vreemdelingen

---
Ook in Tanzania dient een onderscheid te worden gemaakt in vluchtelingen en reguliere vreemdelingen.

Vluchtelingen
Tanzania is partij bij het vluchtelingenverdrag van Genève van 1951 en bij dat van de OAE van 1969. De Tanzaniaanse autoriteiten beschouwen Burundezen als prima facie vluchtelingen. Er zijn eigenlijk twee categorieën Burundese vluchtelingen: de golf die begin jaren '70 arriveerde en de golf van begin jaren '90. UNHCR schat de aantallen op 173.926 (juli 2000) respectievelijk 357.039 (oktober 2000). In totaal gaat het dus om meer dan 530.000 personen. De door UNHCR gefaciliteerde (vrijwillige) terugkeer van Burundezen werd in augustus 1999 opgeschort wegens de algehele situatie in Burundi. De UNHCR assisteert alleen de 'tweede golf', maar de Tanzaniaanse regering erkent beide categorieën als vluchteling.

Regulier verblijf
Behalve als vluchteling is legaal verblijf mogelijk op basis van een werkvergunning. Hiervan bestaan drie categorieën, afhankelijk van de aard van het werk, elk met een verschillende prijs (leges) variërend van USD 50 tot meer dan 600. Een werkgever moet garant staan en het werk moet niet door een Tanzaniaan gedaan kunnen worden. Dit is ter beoordeling van de desbetreffende ambtenaar, waarbij een hoge mate van discretionaire vrijheid bestaat. Het is moeilijk voor Burundese vluchtelingen om een werkvergunning te verkrijgen. Dit geldt niet voor de 'oude' Burundese vluchtelingen die als boeren onder dezelfde omstandigheden leven en werken als de lokale bevolking. Er zijn wel vluchtelingen in de steden die economisch onafhankelijk zijn, maar hun wettelijke status is dikwijls niet geregeld.

4.2 Feitelijke positie van Burundezen

---
Burundese vluchtelingen zijn verplicht te verblijven in speciaal daarvoor aangewezen gebieden ('refugee designated areas'). De situatie aldaar is niet rooskleurig. Met name ten aanzien van geweld jegens vrouwen zijn negatieve berichten verschenen. UNHCR is vanaf 1999 bezig dit probleem op systematische wijze aan te pakken, onder meer door (steun aan) bewustwordingsactiviteiten.
Vluchtelingen die zich ophouden buiten die gebieden zonder toestemming van het bevoegde gezag kunnen worden vervolgd op grond van de Refugees Act met maximaal zes maanden gevangenisstraf en/of een boete. De stand van zaken in september 2000 volgens drie van de vier UNHCR-veldkantoren ter plekke was dat 76 Burundezen op grond van de vluchtelingenwet vastzaten.

De positie van Burundese vluchtelingen lijkt in toenemende mate onder druk te staan, als gevolg van groeiende vijandigheid van de zijde van de lokale bevolking. In mei 1999 zou een groep Burundese vrouwen in Kasulu door dorpelingen zijn aangevallen en verkracht. Terecht of onterecht worden Burundese vluchtelingen beschuldigd van banditisme, gewapende overvallen en andere gewelddadige misdrijven. De Burundese regering heeft voorts de Tanzaniaanse regering ervan beschuldigd Burundese rebellen te herbergen en te trainen. Wat hier ook van zij, een en ander vergroot de druk op de Tanzaniaanse regering om een meer repressieve houding aan te nemen. Recente uitlatingen van de Tanzaniaanse president illustreren dit. Zijn reactie begin mei jl. op genoemde beschuldigingen was zeer expliciet: Burundi diende zijn eigen problemen op te lossen, zodat de Burundese vluchtelingen konden terugkeren.

Afgezien van het bovenstaande zijn er dezerzijds geen berichten bekend dat Burundezen in Tanzania blootstaan aan gevaar voor lijf en leden of dat zij stelselmatig zouden worden achtergesteld. Wel kunnen Burundezen zonder verblijfstitel (regulier of als vluchteling) gearresteerd en vastgezet worden. Zij kunnen worden vervolgd wegens illegaal verblijf (op grond van de Immigration Act) met maximaal drie jaar en/of een boete. De stand van zaken in september 2000 volgens drie van de vier UNHCR-veldkantoren ter plekke was dat 49 Burundezen vastzaten op grond van de immigratiewet.

4.3 Toegang

---
Tanzania stuurt vluchtelingen terug naar een veilig land van eerste ontvangst. Evenzeer is Tanzania bereid om per geval te overwegen om een vreemdeling terug te nemen die eerder in het land verbleven heeft, ongeacht of de vreemdeling gedwongen of vrijwillig terugkeert. Dit is niet vastgelegd in voorwaarden/criteria; in de praktijk zijn prima facie vluchtelingen, inclusief Burundezen, zonder problemen opnieuw ingereisd. Naar het oordeel van UNHCR maakt de Tanzaniaanse wetgeving het mogelijk dat vluchtelingen die er eerder bescherming hebben genoten, naar Tanzania kunnen terugkeren. Immers, sectie 4 (4)e van de Refugees Act van 1998 erkent het beginsel van "safe country of first asylum".

4.4 Uitzetting

---
Volgens schattingen van UNHCR zijn er van januari tot december 2000 tussen de 420 en 588 Burundezen gedwongen teruggestuurd naar Burundi . Zij verbleven met name in de regio Kagera en de uitzettingen leken vooral een initiatief van de regionale autoriteiten aldaar. In juni 2000 kwamen de uitzettingen ten einde. Het betrof vluchtelingen die buiten de aangewezen gebieden werden aangetroffen en direct (buitengerechtelijk) werden uitgezet, aldus UNHCR. Veel familieleden werden van elkaar gescheiden. Ook Amnesty International noemt een aantal van 'meer dan 580' maar noemt als plaatsen van handeling het district Biharmulo en Ngara .


5 Beleid andere landen

---

Vanwege de verschillen tussen de systemen voor bescherming van vreemdelingen van diverse westerse landen is een onderlinge vergelijking lastig. De meeste landen kennen niettemin een vorm van subsidiaire bescherming (dat wil zeggen een status anders c.q. lager dan de vluchtelingenstatus). Hieronder wordt voor een viertal landen aangegeven in hoeverre verblijf in een derde land voorafgaand aan de komst naar het bestemmingsland een contra-indicatie voor verlening van een dergelijke subsidiaire status oplevert. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat van andere landen op dit punt geen informatie werd ontvangen.

Denemarken werpt verblijf in een derde land tegen. In de eerste plaats op basis van de Conventie van Dublin. Bij landen die geen partij zijn bij Dublin is maatgevend of betrokkene in het desbetreffende derde land te vrezen heeft voor vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag, dan wel gevaar loopt te worden uitgezet naar een land waar hij voor dergelijke vervolging te vrezen heeft. Gedacht wordt aan landen als Noorwegen, Zwitserland, VS en Canada. De duur van het verblijf in dat derde land is hierbij niet gespecificeerd; de Deense vreemdelingenwet spreekt in dit verband van "een langer verblijf, naaste verwanten of andere omstandigheden waardoor hij nauwere banden heeft met een ander land waar hij geacht kan worden bescherming te genieten" (par. 7(3)). In de praktijk komt het slechts enkele malen per jaar voor dat een asielzoeker op deze grond wordt verwijderd naar een derde land.

Duitsland werpt verblijf in een derde land tegen. Een asielzoeker die in een derde land (waaronder de - uitputtend opgesomde - 'veilige derde landen') veilig heeft kunnen verblijven, kan niet worden erkend als asielgerechtigde. Daarbij is niet van belang uit welk land de asielzoeker afkomstig is en om welk derde land het gaat. Belangrijk is dat de asielzoeker zijn vlucht voor zijn komst naar Duitsland in een derde land heeft beëindigd. Dit is niet het geval indien het een doorreis betreft. De asielzoeker mag noch in het derde land zelf worden vervolgd, noch aldaar - direct of indirect - blootstaan aan de greep van het land van herkomst. Wordt aan deze voorwaarden kennelijk voldaan, en is teruggeleiding naar het derde land mogelijk, wordt het asielverzoek als 'unbeachtlich' (irrelevant) afgewezen. In dergelijke gevallen wordt niet onderzocht of er met betrekking tot het land van herkomst sprake is van een uitzettingsverbod of van uitzettingsbelemmeringen. Staat evenwel niet vast dat aan de bovengenoemde voorwaarden is voldaan of kan betrokkene niet binnen drie maanden naar het derde land worden teruggeleid, moet wel worden onderzocht of uitzetting naar het land van herkomst is verboden of wordt belemmerd.

In Frankrijk bestaat geen subsidiaire bescherming, boven de bescherming uit hoofde van het Vluchtelingenverdrag. Afgewezen asielzoekers c.q. illegalen kunnen wel worden verwijderd naar een derde land. In de regel zal dit het land zijn van waaruit men Frankrijk is binnengekomen.

Navraag bij de Zwitserse autoriteiten wees uit dat een asiel of een andere verblijfsstatus kan worden afgewezen wegens verblijf in een derde land (voor binnenkomst in Zwitserland) van meer dan 20 dagen. Voorwaarde is dat betrokkene kan terugkeren naar het desbetreffende derde land. De Zwitserse autoriteiten hebben geen moeite met uitzetting naar Kenia of Uganda. Uitzetting naar Tanzania is om technische redenen tijdelijk niet mogelijk.


6 Samenvatting

---

In alle drie behandelde landen (Kenia, Uganda en Tanzania) kunnen Burundese vluchtelingen bescherming genieten. In Kenia geldt een individuele statusbepaling (door UNHCR), waarbij de overgrote meerderheid als vluchteling wordt erkend; in Tanzania en Uganda worden Burundezen als prima facie vluchteling erkend. Hierbij is van belang dat in deze landen getoetst wordt aan de (ruime) vluchtelingendefinitie van het OAE-Vluchtelingenverdrag.

Het geboden asiel is evenwel gebonden aan bepaalde voorschriften. Zo zijn vluchtelingen in alle drie de landen in beginsel verplicht in daarvoor aangewezen gebieden/ kampen te verblijven. Wel zijn hier uitzonderingen op mogelijk.
Voorts mogen vluchtelingen in Kenia en Tanzania (zonder werkvergunning) geen arbeid in loondienst verrichten.

Behalve als vluchteling, verblijft een onbekend aantal Burundezen hetzij legaal, hetzij illegaal in genoemde landen. Illegalen lopen het risico opgepakt te worden bij politie-acties en gerechtelijk te worden vervolgd op grond van de vreemdelingenwetgeving. De mate waarin de wetgeving in de praktijk wordt gehandhaafd, varieert. De kans op gedwongen terugzending is klein.

Er bestaan in de drie besproken landen over het algemeen geen specifieke beletselen voor terugkeer c.q. toegang, nadat men eerder in het desbetreffende land heeft verbleven. Wel dient men over een reisdocument en een visum te beschikken.

In de andere Europese landen van wie op dit punt informatie is ontvangen, wordt verblijf in een derde land ook tegengeworpen bij de beoordeling of een asielzoeker subsidiaire bescherming verdient, met name in Denemarken, Duitsland en Zwitserland. In Frankrijk kan een asielzoeker die niet voor vluchtelingschap in aanmerking komt naar een derde land worden uitgezet.

Amnesty International: Great Lakes Region - Refugees denied protection (mei 2000)

Human Rights Watch: Tanzania, in the name of security (juli 1999)

Idem: Seeking Protection: Addressing sexual and domestic violence in Tanzania's refugee camps (september 2000)

UNHCR: Mid-Year Progress Report 2000

Idem: Consolidated Appeal 2001, januari 2001

US Department of State: Country Report on Human Rights Practices (Kenya, Uganda, Tanzania), februari 2001

Dan wel, met inwerkingtreding van de nieuwe Vreemdelingenwet, de vergunning asiel voor bepaalde duur op grond van art 29, lid, 1 onder d.

De Convention Governing the Specific Aspects of Refugee Problems in Africa. Belangrijk verschil met het Vluchtelingenverdrag van Genève van 1951 is de definitie van vluchteling, die in het OAE-Verdrag bijvoorbeeld ook mensen omvat die gedwongen waren te vertrekken als gevolg van "events seriously disturbing public order in either whole or part of his country of origin ()".

Ibidem p. 8.

De hoeveelheid water en voedsel per persoon in Kakuma ligt boven het Keniaanse gemiddelde, vlg. UNHCR: Minimum Standards and Essential Needs, p.19.

IRIN, Somali refugees struck by insecurity, 25.11.2000.

US Department of State, Country Report on Human Rights Practices: Kenya, febr.2001.

Het aantal 588 wordt genoemd door UNHCR Burundi, 420 door UNHCR Tanzania.

AI, Great Lakes Region, Refugees denied protection, p. 1.

===