Ministerie van Financiën

Persbericht
PERS-2002-129
Den Haag, 14 mei 2002

Onderzoek naar verschil in de prijsontwikkeling van het BBP (Bruto Binnenlands Product) of de NB (Nationale Bestedingen)

Naar aanleiding van vragen gesteld door het kamerlid Crone (PvdA) tijdens het Kamerdebat over de Voorjaarsnota op 24 april 2002, heeft demissionair minister Zalm een onderzoek toegezegd naar de prijsontwikkeling van respectievelijk het Bruto Binnenlands Product (pBBP) en de Nationale Bestedingen (pNB).

De Studiegroep Begrotingsruimte beveelt in haar rapport Stabiel en Duurzaam Begroten aan om in een volgende kabinetsperiode de pNB (Nationale Bestedingen = BBP waarbij geen rekening wordt gehouden met het verschil tussen de prijsontwikkeling van onze export en de prijsontwikkeling van onze import) te gebruiken als deflator voor het uitgavenkader in plaats van de pBBP. Dit omdat de pNB minder fluctuaties zou vertonen vanwege het buiten beschouwing laten van de ontwikkeling van de export- en importprijzen.

Op basis van de analyse over een periode van 10 jaar blijkt dat het voor de cumulatieve ontwikkeling van de ruilvoet niet uitmaakt of de pBBP of de pNB als deflator (prijsindicatie lopende prijzen) gehanteerd wordt. Het gemiddelde verschil tussen beide indicatoren bedraagt nul. Overigens zij opgemerkt dat de keuze voor de pBBP of de pNB als deflator geen enkele invloed heeft op de budgettaire ruimte de beschikbaar is bij de start van het Regeerakkoord.

De fluctuatie in de raming is bij de pNB kleiner dan bij de pBBP. Het absolute verschil tussen de maximum- en de minimumraming is voor de pNB gemiddeld 0,2%-punt kleiner dan voor de pBBP. Deze analyse bevestigt de conclusies op basis waarvan de Studiegroep aanbeveelt de komende kabinetsperiode de pNB als deflator te gebruiken.

Zie verder de brief: http://www.minfin.nl/BZ02-575.doc