---

Brieven aan de Kamer
---

Reductie aantallen vlag- en opperofficieren

16-05-2002

Inleiding

Het aantal vlag- en opperofficieren is bij diverse begrotingsbehandelingen een steeds terugkerend onderwerp van discussie. Ook bij de behandeling van de Defensiebegroting 2002 in zowel de Tweede Kamer als in de Eerste Kamer is stilgestaan bij de aantallen vlag- en opperofficieren in de Nederlandse defensie-organisatie (28000 X, Handelingen 2001-2002, nr. 16 en 17 Tweede Kamer en 28000 X, Handelingen 2001-2002, nr. 18 Eerste Kamer). Reeds bij de behandeling van de ontwerpbegroting 1999 in de Tweede Kamer is uitgebreid over deze aangelegenheid gedebatteerd. Ik heb toentertijd gesteld voornemens te zijn het toenmalige aantal van 110 generaals met 11 terug te brengen tot 99 door 2 functies op te heffen en 9 generaalsfuncties te verlagen tot kolonelsniveau. Ik heb hierbij expliciet vermeld dat het een reductie betreft binnen de 86 generaalsfuncties in de Nederlandse krijgsmacht (krijgsmachtdelen, CO en DICO), dus exclusief de internationale plaatsingen (26200 X, Handelingen 1998-1999, nr. 32 en 33 Tweede Kamer). Door middel van deze nota informeer ik u over het resultaat van de door mij in 1998 gedane toezegging.

Herwaardering (* betreft Commandeur / Brigade-Generaal / Commodore, ** betreft Schout-bij-Nacht / Generaal-Majoor, *** betreft Vice-Admiraal / Luitenant-Generaal, **** betreft Luitenant-Admiraal / Generaal )

De in 1998 aangekondigde herwaardering van militaire topfuncties is inmiddels doorgevoerd. Tijdens deze herwaardering zijn de functies van alle vlag- en opperofficieren opnieuw bezien en gewaardeerd. Dit heeft er toe geleid dat 2 generaalsfuncties zijn komen te vervallen, dat 4 generaalsfuncties (**) één niveau lager zijn gewaardeerd (*) en dat 16 generaalsfuncties zijn omgevormd tot kolonelsfuncties (waarvan er overigens 3 titulair generaal blijven). Tegenover deze neerwaartse herwaarderingen staan 4 positieve herwaarderingen: drie kolonelsfuncties zijn als generaalsfunctie gewaardeerd en één generaalsfunctie is één niveau hoger gewaardeerd. Voorts zijn drie nieuwe generaalsfuncties gecreëerd.

Per saldo betekent dit dat er thans 12 generaalsfuncties minder zijn dan in 1998 en dat 3 generaalsfuncties één niveau lager zijn gewaardeerd (** => *). Daarmee is de in 1998 toegezegde reductie van het aantal vlag- en opperofficiersfuncties gerealiseerd.

Opgemerkt zij volledigheidshalve dat het effect van deze herwaarderingsoperatie nog niet geheel zichtbaar is in de opbouw van het personeelsbestand en dus in de huidige aantallen vlag- en opperofficieren. Veel naar kolonelsniveau bijgestelde functies worden nu nog bekleed door brigade-generaals. Hiervoor kunnen de volgende verklaringen worden aangevoerd:

· Rechtspositioneel geldt dat wijzigingen in het functiebestand pas leiden tot een aanpassing in rang, en daarmee in het aantal vlag- en opperofficieren, bij een opvolging van de zittende functionaris. · Daarnaast geldt dat reeds eerder toezeggingen ten aanzien van bevorderingen kunnen zijn gedaan waarop moeilijk kan worden teruggekomen. Daardoor kan het voorkomen dat ook bij aflossing van de zittende functionaris de verlaging van het rangsniveau nog niet wordt geëffectueerd, maar dat deze wijziging eerst bij de volgende functiewisseling wordt doorgevoerd. · In sommige gevallen wordt afgeweken van het functieniveau in verband met het carrièreperspectief binnen specifieke beroepsgroepen (accountantsdienst, militair medisch functiegebied).

In de bijlage zijn de aantallen vlag- en opperofficieren (per 1 maart 2002) weergegeven.

Conclusie

De in 1998 toegezegde herwaardering van het aantal vlag- en opperofficiersfuncties heeft geresulteerd in een reductie van 12 generaalsfuncties en in 3 generaalsfuncties die één rang lager zijn gewaardeerd. Het effect van deze herwaarderingsoperatie zal over enige jaren volledig zichtbaar zijn in de aantallen vlag- en opperofficieren.

Zie het origineel http://www.mindef.nl/nieuws/p...502_reductie.html .