VIANED


PERSBERICHT

Nieuwe milieumaatregelen kosten samenleving honderden miljoenen euro's.


1 mei 2002

Rigide en nieuwe milieuregelgeving dreigt de grond-, water- en wegenbouwsector in toenemende mate in de problemen te brengen en de belasting betaler veel geld te kosten.
De reden ios dat de regelgevende overheid oorzaak Het betreft hier een duidelijk voorbeeld van een landelijke overheid die iets oplegt aan een lagere overheid, die de oplegde maatregelen niet kan uitvoeren.

Het handelt om maatregelen die het hergebruik van bijvoorbeeld straatklinkers, zand en grond steeds moeilijker maakt. Vrijkomende straatklinkers, zand en grond worden per 1 mei aanstaande, zonder afdoende verklaring, als gevaarlijke afvalstoffen bestempeld, als gevolg van de Eural-wetgeving.
Omdat de regelgeving volledig uit de pas loopt met de onderzoeksmogelijkheden van met name gemeentes kan dit de belastingbetaler honderden miljoenen euro's per jaar gaan kosten en de gww-sector in belangrijke mate lam leggen. Zo laat VIANED na eigen onderzoek weten. VIANED is de grootste branchevereniging in de gww-sector met 550 aangesloten ondernemingen die gezamenlijk een omzet hebben van 4 miljard euro en 28.000 mensen werk geven.

In de gww-sector wordt jaarlijks zo'n 25 miljoen vierkante meter aan straatklinkers voor bestrating hergebruikt. Grofweg de helft ervan, zo'n 12,5 miljoen vierkante meter, wordt op een andere plek voor bestrating gebruikt dan waar het verwijderd is. De nieuwe Eural-regelgeving frusteert dit laatstgenoemde hergebruik, tenzij de opdrachtgever na onderzoek kan aantonen dat de klinkers herbruikbaar zijn. Omdat opdrachtgevers, zoals gemeenten vanwege te weinig personeel of tijd dan wel gebrek aan deskundigheid de benodigde strenge keuringen in veel gevallen niet kunnen uitvoeren, moeten de niet beoordeelde klinkers bestempeld worden als gevaarlijke afvalstoffen. De Eural-wetgeving bepaalt dat de keuringen voor een mogelijk transport van de materialen moet plaatsvinden. Als er tot de tijdrovende keuringen wordt overgegaan kan een project danig vertraagd worden. In veruit de meeste gevallen is er echter geen sprake van verontreinigde klinkers. Het gevolg is dat op zich goed her te gebruiken klinkers, wanneer keuring uitblijft, verwerkt moeten worden tot puingranulaat waarmee een kapitaalsvernietiging optreedt van zo'n kleine 120 miljoen Euro. Hergebruikte klinkers hebben een marktwaarde van gemiddeld 11,5 euro per vierkante meter, terwijl puingranulaat een kleine 2 euro per vierkante meter kost. Omdat de verloren gegane klinkers vervangen moeten worden door nieuwe kost dit boven op de 120 miljoen euro nog eens zo'n 285 miljoen euro aan vervangingskosten.

Een vergelijkbare situatie doet zich voor met betrekking tot hergebruik van grond en zand. Per jaar wordt er circa 20 miljoen ton in de gww-sector hergebruikt. Hetgeen voor straatklinkers geldt gaat ook op voor grond en zand. Vanwege de Eural-wetgeving moet deze bij ontgraving gekeurd worden op milieu eisen. Wordt die keuring om bovengenoemde redenen niet in afdoende mate verricht dan wordt de grond geoormerkt als gevaarlijke afvalstof en moet deze gestort worden in speciaal daarvoor ingerichte depots. De handelingen die hiervoor benodigd zijn worden begroot op zo'n 200 miljoen euro.

Het niet mogelijk maken van hergebruik betekent ook dat er een beroep moet worden gedaan op de winning van de schaarse en belangrijke natuurlijke grondstoffen in ons land, hetgeen haaks staat op de bescherming van ons milieu.

Een belangrijk bijkomend probleem betreft de beperkte stortmogelijkheden die ons land te bieden heeft. Nederland heeft bij lange na niet de hoeveelheid depots die nodig is om de hierboven aangegeven hoeveelheden al dan niet tijdelijk onder te brengen.

Gouda, 1 mei 2002.