Raad voor de Transportveiligheid

RAAD V D TRANSPORTVEILIGHEID

Mr. Pieter van Vollenhoven bij opening Brandweeroefenplaats

PERSBERICHT 21 mei 2002

Embargo tot 21 mei 2002, 14 uur

Mr. Pieter van Vollenhoven bij opening brandweeroefenplaats Schiphol 'Verwachtingspatronen' over veiligheid zijn wellicht niet realistisch

Het verwachtingspatroon van de Nederlandse burgers over hun veiligheid en over de mogelijkheden die een hulpdienst, zoals de brandweer, heeft om hen te redden uit levensbedreigende situaties, is wellicht niet realistisch. Dat zei dinsdagmiddag 21 mei 2002 de voorzitter van de Raad voor de Transportveiligheid, mr. Pieter van Vollenhoven, bij de officiële ingebruikneming van de Brandweeroefenplaats op de Luchthaven Schiphol. Op deze oefenplaats kan de brandweer onder realistische omstandigheden, met onder meer een nagebouwd vliegtuig, oefenen in het bestrijden van vliegtuigbranden. Mr. Van Vollenhoven sprak zijn waardering uit voor de forse investering van de luchthaven in deze oefenfaciliteit.

Het is, aldus mr. Van Vollenhoven, de taak van de Raad voor de Transportveiligheid (RvTV) en, straks, van de nieuw op te richten Onderzoeksraad voor Veiligheid, om binnen de samenleving een discussie op gang te brengen over de verwachtingen die mensen hebben ten aanzien van hun veiligheid en de bescherming daarvan. Mr. Van Vollenhoven is enkele maanden geleden aangewezen als beoogd voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, die onafhankelijk onderzoek zal gaan uitvoeren naar ongevallen op alle maatschappelijke terreinen. De bestaande RvTV heeft alleen de verschillende sectoren van verkeer en vervoer (luchtvaart, wegverkeer, scheepvaart, railverkeer en buisleidingvervoer) als werkterrein.

De voorzitter van de RvTV memoreerde dat de Raad slechts na aarzeling heeft besloten in te gaan op het verzoek van de Tweede Kamer een nader onderzoek te verrichten naar de ramp met het Hercules vliegtuig in Eindhoven, in 1996. 'De Raad heeft het verzoek van het Kamerpresidium aanvaard, omdat naar onze mening het laatste woord over het 'Redden en Blussen', met name bij de vliegtuigbrandbestrijding, nog niet is gesproken', aldus mr. Van Vollenhoven. Hij vestigde de aandacht op het feit dat de huidige generatie vliegtuigen maximaal 500 personen vervoert, terwijl toestellen met een capaciteit van 800 passagiers op de tekentafel liggen.

Mr. Van Vollenhoven wees erop dat bij een vliegtuigbrand binnen enkele minuten de temperatuur kan oplopen tot 1000 graden Celsius of hoger. De wand van een vliegtuig is slechts 2,5 minuut bestand tegen een temperatuur van 600 graden. De geldende regels gaan ervan uit dat de luchthavenbrandweer in twee minuten ter plaatse moet kunnen zijn, bij een vliegtuigbrand. 'Dan heb je nog een minuut om de brand te beheersen, te controleren'.

'De Raad hoopt met de brandweer en met de maatschappij verder te discussiëren, zeker nadat het Hercules rapport zal zijn uitgekomen, over 'de verwachtingspatronen', aldus mr. Van Vollenhoven. 'Het heeft geen zin dergelijke debatten pas te voeren als het ongeluk al is gebeurd. Ik zie het als onze taak om daar, in de toekomst, op vooruit te lopen'.