LEI
persbericht / nr. 1689
30-mei-2002
Internationale handel en buitenlandse investeringen vullen elkaar aan
Buitenlandse investeringen door de Nederlandse
voedingsmiddelenindustrie betekenen lang niet altijd een beperking van
de internationale handel, maar kunnen die handel juist versterken.
Innovatieve bedrijven investeren in het buitenland om te profiteren
van verschillen in kennis- en technologieniveaus. Deze investeringen
zullen nieuwe internationale handel uitlokken. Minder innovatieve
bedrijven gebruiken buitenlandse investeringen juist als
vervangingsmiddel voor de handel. Dit is een van de belangrijkste
conclusies van het proefschrift Trade and Foreign Direct Investment
Patterns: the Case of Dutch Agribusiness waarop Siemen van Berkum op 4
juni aan de Universiteit van Amsterdam hoopt te promoveren.
Bedrijven in de voedingsmiddelenindustrie internationaliseren in hoog
tempo. Zij doen dit door middel van handel en door buitenlandse
directe investeringen (BDI). De belangrijkste economische theorieën
beschouwen beide manieren als alternatieven, maar empirisch onderzoek
duidt er eerder op dat zij complementair zijn. Siemen van Berkum
onderzoekt in zijn proefschrift de opstelling van de Nederlandse
multinationals in de agribusiness tegen de achtergrond van moderne
handelstheorieën.
Het proefschrift valt uiteen in drie onderdelen. Het eerste deel
behandelt de literatuur over traditionele en moderne handelsmodellen.
Het tweede deel onderzoekt de toepasbaarheid van moderne theorieën bij
de verklaring van Nederlandse handel in landbouw- en
voedingsproducten. De bepalende factoren voor de handel binnen deze
sector worden econometrisch getoetst. Een belangrijk onderscheid dat
daarbij wordt gehanteerd, is dat tussen verticale en horizontale
handel. Verticale handel betreft producten die van elkaar verschillen
in kwaliteit. Voor de handel in deze producten blijken investeringen
in technologie een verklarende factor te zijn. In algemene zin is voor
de handel in landbouw- en voedingsmiddelen productdifferentiatie een
belangrijke bepalende factor. In het derde deel van het proefschrift
komt de invloed van buitenlandse investeringen op de handel aan de
orde. Het recent ontwikkelde 'kennis-kapitaal model' van Markusen
staat daarbij centraal. Dit model wordt getoetst aan de hand van
cijfers over de Nederlandse internationale handel en buitenlandse
investeringen in de agribusiness. Ter aanvulling op de econometrische
analyse worden ervaringen besproken van een aantal geselecteerde
Nederlandse agribusiness bedrijven. Deze bedrijven hanteren
verschillende strategieën om hun activiteiten te internationaliseren.
De verschillen hangen vooral samen met de vraag of een bedrijf
beschikt over specifieke activa, zoals kennis van procédés of een
sterk merk. Een innovatief bedrijf dat zich hiermee van concurrenten
weet te onderscheiden, investeert in het buitenland meestal op een
manier waardoor handel niet wordt ondervangen maar juist wordt
gestimuleerd.