Gemeente Zwijndrecht

Bestrijding onderwijsachterstanden

Gelijke kansen voor alle kinderen
De overheid stelt van 2002 tot 2006 jaarlijks een bedrag van 450.000 euro beschikbaar voor het gemeentelijk onderwijs achterstandenbeleid. Alle kinderen moeten namelijk de kans krijgen zo goed mogelijk toegerust te zijn voor deelname aan de samenleving. Om eventuele achterstanden of dreiging van achterstand te signaleren en te voorkomen wil de gemeente zich inzetten om alle kinderen gelijke kansen te bieden.

Het gemeentelijk onderwijs achterstandenbeleid is er op gericht om die ongelijkheid aan te pakken en jongeren zo goed mogelijk voor te bereiden op deelname aan de samenleving. Projecten richten zich vooral op het wegnemen van achterstanden bij jonge kinderen en beheersing van de Nederlandse taal zowel van allochtone als autochtone leerlingen. Het blijkt dat achterstanden sterk gekoppeld zijn aan het opleidingsniveau van de ouders. Vooral als een laag opleidingsniveau gepaard gaat met andere factoren zoals werkeloosheid en een laag inkomen, is de kans op achterstand van het kind groot.

Voor 2 tot 6 jarigen is vorig jaar in Zwijndrecht de VVE (Voor- en Vroegschoolse Educatie) regeling ingezet. De aandacht gaat daarbij vooral uit naar jonge kinderen. De achterliggende gedachte is dat vroegtijdige signalering van problemen de kans op achterstand in ontwikkeling kan voorkomen. Door vroegtijdige signalering van achterstanden kunnen kinderen worden doorverwezen naar voorschoolse voorzieningen. De start van het Piramide project vorig jaar is zo'n programma waaraan kinderen van 2 tot 6 jaar meedoen. Uitgangspunt is om een stevige basis te leggen zodat de kinderen in groep 3 een goede kans op succes hebben als met het echte reken- en taalwerk aan de slag wordt gegaan. Basisschool De Dolfijn en de peuterspeelzalen van de SIWZ, de Vlieger en de Kameleon, werken al met dit programma.

Een verbetering van de aansluiting van de peuterspeelzaal op kinderopvang in het basisonderwijs is eveneens van essentieel belang. Een eerste stap is gezet met het ontwikkelen van een overdrachtsformulier en een overdrachtsprotocol van de peuterspeelzalen/ kinderopvang naar de basisschool. Dit formulier is van belang om de overgang van peuterspeelzaal naar basisschool soepel te laten verlopen. Daarnaast is het van belang om de ontwikkeling in de voorschoolse periode te volgen. De kinderen die zich minder snel ontwikkelen kunnen daardoor in een vroeg stadium begeleid worden.

Het is wenselijk om ook ouders te betrekken bij de ontwikkelingsstimulering en taalontwikkeling van kinderen. Daarom is de welzijnsinstelling SIWZ reeds gestart met dreumesgroepen voor één tot twee jarigen waarbij moeders van kinderen in dezelfde leeftijdsgroep elkaar ontmoeten.

Basisscholen kunnen ook gaan werken met taalcoördinatoren, dat zijn leerkrachten die zich gaan bezighouden met taal. Ook kunnen leesbevorderingsprojecten een positieve bijdrage leveren aan het stimuleren van de leescultuur. Kinderen moeten al heel vroeg in hun ontwikkeling gestimuleerd worden tot lezen.

Er zal ook dit jaar een netwerk jeugd komen, waarin het onderwijs, Jeugdzorg, politie en welzijnswerk is vertegenwoordigd. Doel hiervan is om elkaar te informeren over jongeren tussen 8 en 18 jaar die problemen hebben of daarin dreigen te komen.

Scholen en VVE-instellingen kunnen tot 1 juli projectaanvragen indienen die vallen onder het onderwijsachterstandenbeleid. Niet alle ideeën zullen uitvoerbaar zijn. Vóór 1 augustus beslist B en W of een project voor subsidie in aanmerking komt.