---

Kamervragen en antwoorden
---

Terrorismebestrijding

05-06-2002

Vragen van het Tweede-Kamerlid van Ardenne-van der Hoeven over terrorismebestrijding.

Onder verwijzing naar uw brief van 10 mei 2002 met kenmerk 2010210240 bied ik u hierbij aan de antwoorden op de schriftelijke vragen van het Tweede-Kamerlid van Ardenne-van der Hoeven inzake terrorismebestrijding.

DE MINISTER VAN DEFENSIE

mr. F.H.G. de Grave

1. Bent u bekend met de brief van een materiedeskundige op het gebied van militaire NBC-bescherming, aan de vaste Kamercommissie voor Defensie, op postpapier van de Koninklijke Landmacht?

Ja.

2. Hoe verhoudt zich de uitlating van de materiedeskundige tot uw antwoord op Kamervragen naar aanleiding van uw brief d.d. 18 januari 2002 over het rapport van de taakgroep Defensie en Terrorisme, waarin u aangeeft dat de parate eenheden van de krijgsmacht wel voldoende beschermd zijn tegen een NBC-aanval? Deelt u de opvatting van de materiedeskundige? Zo ja, waarom wel en zo neen, waarom niet?

3. Kunt u de Kamer direct informeren over de werkelijke stand van zaken met betrekking tot NBC-bescherming binnen de krijgsmacht? Welke maatregelen bent u van plan te nemen om ervoor te zorgen dat de krijgsmacht wel voldoende beschermd is tegen een NBC-aanval?

De bescherming tegen NBC-wapens van op dit ogenblik door Nederland uitgezonden eenheden wordt, mede op grond van dreigingsanalyses van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en de beschikbare middelen, toereikend geacht. Dit laat onverlet dat versterking van de mogelijkheden van de krijgsmacht zich tegen NBC-wapens te weer te stellen van groot belang is. Na het einde van de Koude Oorlog en het verdwijnen van de oost-west tegenstelling is hierop bezuinigd. De voortgaande verspreiding van dit soort wapens naar risicolanden en mogelijk terroristische organisaties hebben de afgelopen jaren echter aanleiding gegeven aan deze mogelijkheden hernieuwd belang te hechten. In die zin werpen de opvattingen van de betrokken defensiemedewerker geen nieuw licht op al onderkende tekortkomingen. In de Defensienota 2000 wordt de verspreiding van massavernietigingswapens en hun overbrengingsmiddelen beschouwd als een van de grootste veiligheidsrisicos en worden hieruit gevolgen getrokken voor de krijgsmacht (paragraaf 2.11). Ook in het kader van de versterking van de Europese defensiecapaciteiten en van de bestrijding van het terrorisme is aan deze tekortkomingen veel aandacht besteed. Over de met het oog hierop genomen maatregelen en bestaande voornemens bent u uitvoerig ingelicht in de kamerbrief Europese Veiligheid en Defensie: de uitvoering van de motie Van Den Doel-Zijlstra-Van ´t Riet van 25 juni 2001 , de beantwoording van de kamervragen over de begroting Defensie 2002 en het eindrapport en de beantwoording van kamervragen inzake de Taakgroep Defensie en Terrorisme .

4. Klopt het, zoals de materiedeskundige schrijft, dat de informatievoorziening van de MID aan de krijgsmachtdelen betreffende analyse van dreigingsituaties al meer dan een decennium vrijwel geheel ontbreekt? Waarom, klopt dit wel of klopt dit niet?

5. Welke maatregelen bent u van plan te nemen om ervoor te zorgen dat de MID de krijgsmachtdelen beter informeert over actuele dreigingsituaties?

De mededeling van de betrokkene is onjuist. De Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) voorziet Defensie in het algemeen en de krijgsmacht in het bijzonder voortdurend van informatie over dreigingsituaties en van inlichtingen die van belang zijn voor de doeltreffende en verantwoorde inzet van de Nederlandse krijgsmacht. Dat geldt ook voor ontwikkelingen op het gebied van NBC-wapens en daaruit voortvloeiende veiligheidsrisicos. In verband hiermee stelt de MID de afgelopen jaren structureel kennis over NBC-wapens aan andere instanties ter beschikking voor onderzoek en ten behoeve van beveiligings- en beschermingsmaatregelen. De verspreiding van gevoelige gegevens moet daarbij soms om veiligheidsredenen worden beperkt tot enkele sleutelfunctionarissen. Er bestaat tegen deze achtergrond thans geen aanleiding voor aanvullende maatregelen op dit vlak.

Nieuws Ministerie van Defensie