Het Nederlandse Rode Kruis

06 juni 2002
Seminar ter gelegenheid van 25 jaar Aanvullende Protocollen op de Verdragen van Genève

Ter gelegenheid van de 25e verjaardag van de Aanvullende Protocollen op de Verdragen van Genève organiseert het Nederlandse Rode Kruis, samen met de Rode Kruis Leerstoel van de Universiteit Leiden en de Ruhr-Universität Bochum, op vrijdag 7 juni een seminar tijdens welke de huidige en toekomstige toepasbaarheid van de protocollen onder de loep worden genomen.

Op 8 juni 1977 namen meer dan honderd staten twee protocollen aan in aanvulling op de Verdragen van Genève van 1949. De totstandkoming van deze aanvullende protocollen was een mijlpaal in de ontwikkeling van het humanitair oorlogsrecht. De protocollen bieden extra bescherming tijdens conflicten, bijvoorbeeld aan vrouwen en kinderen, het milieu en monumenten (Protocol I) en beschermen slachtoffers tijdens niet-internationale conflicten (Protocol II). Nu, vijfentwintig jaar later, rijst de vraag of de protocollen vandaag de dag voldoen aan de verwachtingen van toen. Bieden de protocollen daadwerkelijk bescherming aan burgers tijdens internationale en interne gewapende conflicten?

Het seminar wordt geopend door Theodor Meron, rechter van het Joegoslavië Tribunaal. George Aldrich gaat in op de status en bescherming van combattanten en niet-combattanten met betrekking tot de Taliban- en Al Q'aida-strijders. Professor Frits Kalshoven bespreekt de Fact-Finding Commission, een instantie die beschuldigingen van schendingen van humanitair oorlogsrecht onderzoekt. Hans-Peter Gasser (ICRC - Internationale Comité van het Rode Kruis) analyseert de effectiviteit van de protocollen. De laatste drie sprekers zijn 25 jaar geleden betrokken geweest bij de diplomatieke onderhandelingen over de protocollen. Het seminar wordt geleid door professor Horst Fischer (Rode Kruis Leerstoel) en Hanneke van Sambeek, internationaal secretaris bij het Nederlandse Rode Kruis.