Verbond van Verzekeraars

Verzekeraars in de bres voor energiebesparing

Het begin is er, maar toch is er nog heel wat winst te behalen, als het gaat om de reductie van energieverbruik bij verzekeraars. Dat werd duidelijk gemaakt tijdens de themamiddag Meerjarenafspraak Energie Efficiency (MJA), die het Verbond vorige week organiseerde. De middag was bedoeld om een tussenbalans op te maken van de voortgang van het MJA-convenant. Dagvoorzitter was bioloog Midas Dekkers.

Wat kunnen verzekeraars doen om het energieverbruik in hun pand te verminderen? En welke moeilijkheden ondervinden zij daarbij? Op die vragen werd tijdens de themamiddag ingegaan. In 1998 hebben 31 verzekeraars het convenant MJA gesloten met het ministerie van Economische Zaken. Doelstelling hiervan is om binnen tien jaar het energieverbruik in verzekeringsgebouwen met 23 procent te verminderen. Mr. R. Weurding, directeur van het Verbond, ging tijdens de middag in op de Europese ontwikkelingen. Daarnaast refereerde hij aan de Gedragscode Verzekeraars, die gedragsregels bevat op het gebied van maatschappelijk ondernemen. Milieumaatregelen, een ecologisch verantwoorde bedrijfsvoering en aandacht voor het milieu spelen daarin ook een belangrijke rol. Daarom is het van belang dat verzekeraars de code onderschrijven. Wij worden erop afgerekend als de code niet wordt nageleefd, aldus Weurding.

Positieve lijn
Maar wat hebben verzekeraars sinds de ondertekening van het MJA-convenant nu eigenlijk bereikt? Ir. J.A.H.F. Munnich, clustermanager bij Novem, gaf aan dat hij de eerste resultaten nog niet cijfermatig kan uitdrukken, maar dat hij wel een positieve lijn ontdekt. Zo zijn er zeven organisaties die werken met een projectgroep Energie en wordt er actief onderzoek gedaan naar energiebesparende maatregelen. Knelpunten waar verzekeraars tegenaan lopen, zijn onder meer de beperkte aanwezigheid van energiekennis en het overtuigen van zoveel mogelijk mensen om mee te doen.
R.G.A. van der Linden, manager exploitatie facilitair bedrijf van N.V. Interpolis, liet zien hoe energiebesparende maatregelen in de praktijk worden toegepast. Bij Interpolis wordt bijvoorbeeld gewerkt met flexibele werkplekken: door effectief om te gaan met het gebouw en een vernieuwende kijk op het ver- en gebruik van energie (bijvoorbeeld met behulp van zogenaamde klimaatplafonds) kan veel energie worden bespaard. Ing. M.J. Weerdenburg, directeur van bureau Weerdenburg Huisvesting Consulting, vulde aan dat ook monitoring zeer nuttig is: in het Verbondsgebouw wordt iedere dag aan de hand van grafieken het energieverbruik bijgehouden. Eventuele hiaten kunnen op die manier worden gesignaleerd en waar mogelijk worden opgelost.

Bondig, mei 2002