---

Brieven aan de Kamer
---

Integrale kosten vredesoperaties 2001

07-06-2002

Integrale kosten vredesoperaties 2001

Met deze brief geef ik u een overzicht van de integrale kosten die zijn gemaakt in het begrotingsjaar 2001 en die zijn toe te rekenen aan de vredesoperaties waaraan de Nederlandse krijgsmacht een bijdrage leverde. De totale (meerjarige) kosten van de onderhavige vredesoperaties worden niet gepresenteerd. Tijdens het Algemeen Overleg met de Vaste Kamercommissie voor Defensie over de Voorbeeldbegroting 2000 gehouden op 7 september 2000, is gesproken over de integrale kosten van vredesoperaties. Sinds het begrotingsjaar 2000 (Kamerstuk 27 786, nr.1 vergaderjaar 2000-2001) wordt uw Kamer een overzicht van de integrale kosten vredesoperaties in een afzonderlijk document verstrekt.

Integrale kosten kunnen op vele manieren worden berekend, doordat toerekeningssleutels al dan niet arbitrair worden toegepast. Ik wil dan ook benadrukken dat de gepresenteerde integrale kosten slechts één van de mogelijkheden zijn om tot bepaalde uitkomsten te komen. Vorig jaar is reeds aangegeven waarom aansluiting is gezocht bij de Canadese manier om de integrale kosten van vredesoperaties te berekenen. Deze brief gaat nader in op de manier waarop Defensie de integrale kosten van vredesoperaties vaststelt, alvorens de aldus verkregen cijfers te presenteren. De additionele uitgaven worden daarbij verhoogd met een beperkt aantal aanvullende uitgaven en overige kostencomponenten. Deze methodiek is afgestemd met de Defensie Accountantsdienst en op hoofdlijnen met de Algemene Rekenkamer.

Het uitgangspunt zijn de additionele uitgaven zoals die zijn opgenomen in de Verantwoording 2001. Hieraan zijn toegevoegd de personele kosten, die bestaan uit de reguliere bezoldigingsuitgaven tijdens de periode van uitzending, de bezoldigingsuitgaven tijdens de zogenaamde ´voorbereidende eindoefening´ (voor zover deze is gehouden) en de verlofperiode voorafgaand en ná de periode van uitzending. Er is uitgegaan van vaste percentages van de totale salarisuitgaven tijdens de uitzending om de voorbereidingskosten en de kosten van de verlofperiode te berekenen. Tevens is rekening gehouden met zogenaamde ´bezoekers´: personeel en overige functionarissen, die op incidentele basis een uitzendgebied hebben bezocht.

Ten tweede is een materiële kostencomponent toegevoegd. Hiervoor is de door de Verenigde Naties opgestelde "major equipment list" als basis gebruikt. Deze lijst is aangevuld met het werkelijke aantal ingezet materieel, mits dit extra materieel een individuele aanschafwaarde had van meer dan ¤ 4.500, of indien de waarde van het extra materieel een lagere individuele aanschafwaarde vertegenwoordigde, maar de waarde ten gevolge van bijvoorbeeld het benodigde aantal inzetmiddelen in totaal een bedrag van ¤ 45.000 overschreed. Voor de bepaling van de materiële kostencomponent zijn de voor de uitzendingen opgestelde organisatietabellen ofwel ´redeploymentlijsten´ gebruikt, waarin de (hoofd-)uitrustingsstukken zijn opgenomen. Bij het bepalen van de waarde en de levensduur van het ingezette materieel zijn de historische kostprijs en de levensduur zoals deze bij aanschaf werd voorzien, als criterium genomen.

De totale integrale kosten van de vredesoperaties waaraan door de Nederlandse krijgsmacht in 2001 een bijdrage is geleverd, geven het navolgende beeld. Opgemerkt zij hierbij dat operaties met een totaal kostenbedrag voor 2001 dat kleiner is dan ¤ 2,5 miljoen, onder de post ´Overige operaties´ zijn opgenomen. De opgave is samengesteld op basis van door de afzonderlijke krijgsmachtdelen volgens de hierboven beschreven criteria vergaard cijfermateriaal.

X ¤ 1.000

Operatie

Additionele uitgaven

Personele kosten

Materiële kosten

Totale kosten

Amendola

4.023

686

394

5.103

SFOR

83.095

62.943

11.922

157.960

UNMEE

47.325

14.948

4.968

67.241

UNFICYP

1.375

2.231


---

3.606

KFOR

4.039

678


---

4.717

Essential Harvest

1.603

4.491

97

6.191

Overige operaties

3.058

3.856


---

6.914

Totaal

144.518

89.833

17.381

251.732

Ter completering van het overzicht van de integrale kosten van deelneming aan vredesoperaties in 2001 worden, evenals in de vorige rapportage, de ontvangsten en de uitstaande vorderingen op de Verenigde Naties per ultimo 2001 gepresenteerd. Door de vereffening van vooral de contributieschuld van de Verenigde Staten beschikten de Verenigde Naties in 2001 over middelen om een groot deel van de openstaande Nederlandse claims te voldoen. Dit betrof met name de claims voor Unprofor. De ontvangsten bedroegen het afgelopen jaar:

x ¤ 1.000

Operatie

Ontvangsten

UNPROFOR

40.086

UNMEE

10.841

Overige operaties

4.026

Totaal

54.953

De openstaande claims bedragen:

x ¤ 1.000

Operatie

Claimbedrag

UNTAC

11.115

UNMEE

7.048

Overige operaties

454

Totaal

18.617

Het invorderen van de claims die nog openstaan met betrekking tot UNTAC - claims die stammen uit 1994 en 1995 - is waarschijnlijk uitgesloten. Het in het verleden door de Verenigde Naties voor deze operatie initieel vastgestelde budget is namelijk aanzienlijk overschreden. Ophoging van dit budget, om openstaande claims alsnog te honoreren, ligt niet in de lijn der verwachtingen.

DE MINISTER VAN DEFENSIE,

mr. F.H.G. de Grave

Nieuws Ministerie van Defensie