PRICEWATERHOUSECOOPERS
PwC steunt toepassing International Accounting Standards (IAS)
PricewaterhouseCoopers steunt goedkeuring door Raad
van Ministers van toepassing internationale standaarden
voor jaarrekeningen per 2005
PricewaterhouseCoopers heeft met instemming vernomen dat de Europese
verordening betreffende de toepassing per 2005 van internationale
standaarden voor jaarrekeningen (International Accounting Standards -
IAS) door de Europese Industrieraad is vastgesteld. Dit houdt in dat
alle beursgenoteerde ondernemingen in de EU onder EU-wetgeving
verplicht zijn met ingang van 2005 hun jaarrekening op te stellen
volgens IAS. De bestaande nationale wetgeving inzake standaarden voor
verslaglegging wordt terzijde geschoven.
De IAS-verordening betreft de grootste verandering in de Europese
financiële verslaglegging in 30 jaar en maakt van de EU de eerste
regio ter wereld met een gemeenschappelijke set standaarden voor
jaarrekeningen. Hiermee wordt een zeer belangrijke stap gezet op weg
naar internationale convergentie van standaarden voor boekhoudkundige
verslaggeving. Deze ontwikkeling zal de transparantie van door
ondernemingen verstrekte informatie ten goede komen en zal een
centraal uitgangspunt vormen voor het EU-streven naar een
gemeenschappelijke kapitaalmarkt in de eurozone.
Vanaf 2005 zullen onder anderen beleggers en analisten in hun
besluitvorming kunnen uitgaan van hoogwaardige informatie van Europese
ondernemingen die zich voor het eerst rechtstreeks laat vergelijken
met gegevens van bedrijven binnen de hele Europese Unie en met de
resultaten van vele andere ondernemingen wereldwijd die hun
jaarrekening opstellen volgens IAS.
Fred Konings, partner bij PricewaterhouseCoopers, zegt hierover het
volgende: De verplichting IAS te volgen in Europa is nu bij wet
bepaald. Voor ondernemingen zou dit aanleiding moeten zijn een serieus
begin te maken met het veranderingsproces. Als eerste zouden zij
daarbij kunnen nagaan wat de toepassing van IAS zoal voor gevolgen zal
hebben voor de winstcijfers, activa en andere kerncijfers, voor zover
zij dat al niet gedaan hebben. De potentiële verschillen mogen niet
worden onderschat, want die kunnen aanzienlijk zijn. Een aantal
recente faillissementen noopt analisten en beleggers tot een veel
zorgvuldiger bestudering van de financiële informatie. In de toekomst
kunnen ze voor nog onaangenamere verrassingen komen te staan.
Verder vindt Konings dat, aangezien IAS in de hele organisatie zal
moeten worden ingevoerd, er voor veel ondernemingen nog heel wat te
doen valt, al naargelang de omvang en complexiteit van hun
activiteiten. De hoogste prioriteit dient daarbij volgens hem te
worden gegeven aan het organiseren van cursussen (behalve over IAS ook
over veranderingsmanagement en projectbeheersing), het afstemmen van
interne verslaglegging voor het bestuur op IAS, het opnieuw opzetten
van rekeningstelsels en het stroomlijnen van stelsels ter bespoediging
van de publicatie van de resultaten per einde verslagperiode (om
gelijk te lopen met de concurrenten).
Tot slot merkt Konings op: Als de overgang op IAS goed verloopt hebben
onder meer ondernemingen en beleggers daar baat bij. De overstap leidt
immers tot een verlaging van de kapitaalkosten, betere informatie voor
het nemen van strategische beslissingen en betere vergelijkbaarheid en
transparantie van de verslaggegevens.Het is nu tijd dat ondernemingen
in actie komen. Daarbij moeten zij echter wel worden ondersteund met
relevante maatregelen van alle andere betrokken partijen, waaronder
overheden, verordenende instanties, normalisatieorganisaties en de
accountants als beroepsgroep.