ChristenUnie


Legkippenbesluit Dinsdag 12 Maart 2002 - 10:47

Inleiding

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. Het wetsvoorstel strekt er toe regels te stellen omtrent de huis-vesting van leghennen. Dit ter uitvoering van Richtlijn 99/74/EG.
De richtlijn en in navolging daarvan het onderhavige wetsvoorstel, heeft tot doel een verbete-ring in de huisvestingsomstandigheden van deze dieren te bewerkstelligen. Het geheel van ei-sen aan de huisvesting betekent feitelijk een verbod op het houden van de dieren in legbatte-rijen en verrijkte kooien in.
In principe vinden deze leden het een goede zaak wanneer stappen ondernomen worden ter verbetering van het welzijn van leghennen. Wel hebben bovengenoemde leden over het onderhavige wetsvoorstel een aantal vragen en opmerkingen.
In reactie op vragen van het lid Stellingwerf ten aanzien van de positie van de Nederlandse pluimveehouderijsector (28 000 XIV en 28 110, nr 61) merkt de minister op als alle tafel-eieren scharreleieren worden en een deel van de verwerkende industrie ook scharreleieren zal verwerken, dan zie ik een goed perspectief voor de Nederlandse eiersector. Aan welke voor-waarden zal moeten zijn voldaan wil deze situatie werkelijkheid worden? Hoe beoordeelt de minister in dat licht de motie Stellingwerf (28 000 XIV, nr 54)? Welke alternatieven staan de minister voor ogen als hij meent dat dit kennelijk niet de route is om die situatie te bereiken?

Voordat deze leden ingaan op de inhoud van het wetsvoorstel merken ze op dat ze met teleurstelling hebben kennis genomen van de onwil van de minister de motie Stellingwerf inzake een sloopregeling voor legbatterijen (28 000 XIV, nr. 53) niet uit te voeren. Zij zullen ter gelegener tijd hier nader op terug te komen.

Eisen aan huisvesting

De leden van de fractie van de ChristenUnie beseffen dat recht doen aan de verschillende, soms tegengestelde eisen en belangen het vinden van de juiste balans bemoeilijkt. Ze realiseren zich dat er ten aanzien van huisvesting van legkippen op zijn best een precair evenwicht kan worden bereikt.
Deze leden wijzen op de uitspraak van de minister dat uitgangspunt is dat het dier zich niet moet hoeven aanpassen aan het houderijsysteem maar dat het houderijsysteem is aangepast aan het dier. Mogen voornoemde leden hieruit opmaken dat dit naar de opvatting van de minister vergaande gevolgen moet hebben voor de keuze van huisvesting?

De minister geeft in de aanbiedingsbrief van 20 november (p. 3) aan dat de koers op het ge-bied van voedselveiligheid eenvoudig is: voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong dienen vrij van ziekteverwekkers te zijn, uit welk houderijsysteem de producten ook komen. De minister laat daar echter direct op volgen dat voor de milieubelasting en de arbeidsomstan-digheden het behalen van maximale resultaten niet ten koste mag gaan van het dierenwelzijn. Moeten voornoemde leden hieruit concluderen dat de eis van voedselveiligheid zwaarder telt dan andere eisen en dat dit bovendien zwaarder weegt dan het doel van de wet, namelijk (verbeteren van) dierenwelzijn?

Kopgroep

Er wordt verschillende malen gesproken over een zogenaamde kopgroep van landen, die verdergaande eisen ten aanzien van huisvesting stellen dan de Europese normen. Dit betreft met name het niet toestaan (overslaan) van de verrijkte kooi. Het is de leden van de fractie van de ChristenUnie niet duidelijk wat de stand van zaken is ten aanzien van deze kopgroep. Duitsland heeft volgens de brief van de minister (28 110, nr. 1) definitief gekozen om direct over te stappen naar scharrelsystemen. Verder wordt er gesproken over Zweden, Denemarken, Zwitserland en waarschijnlijk ook België. Staat van deze landen vast dat ook zij gelijk met de legbatterij de verrijkte kooi zullen verbieden? Hoe denkt de minister, indien deze landen hiertoe nog niet hebben besloten, het mechanisme van op elkaar wachten te doorbreken? Welke zekerheid kan de minister bieden dat een groot aantal landen tegelijkertijd over zal gaan tot een verbod op de verrijkte kooi?

Het bevreemdt de leden van de fractie van de ChristenUnie dat de minister in zijn argumentatie om de verrijkte kooi te verbieden aanvoert dat de economische haalbaarheid van de aangepaste kooi valt te betwijfelen. Gesteld wordt dat indien er voor de Europese legbatterij-eieren al geen perspectief is, dit in verhoogde mate geldt voor eieren uit de aangepaste kooi. Zou, mede in het licht van de opvattingen van de minister met betrekking tot marktwerking, gesteld kunnen worden dat het stellen van aanvullende eisen voldoende is en dat door de marktwerking de aangepaste kooi vanzelf zal verdwijnen? Om misverstanden te voorkomen merken deze leden in dit kader op voorstander te zijn van actief overheidshandelen in dezen.

Omschakeling

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben begrepen dat in Duitsland bij het verbieden van legbatterijen en verrijkte kooien flankerende maatregelen worden getroffen. Het betreft onder andere afzetbevordering, een informatiecampagne richting consumenten over de verschillende houderijsystemen en investeringssubsidies voor pluimveehouders.
Voornoemde leden vragen of de minister, in navolging van Duitsland, bereid is flankerende maatregelen te treffen bij het overstappen op scharrel- en volieresystemen. Zo nee, waarom niet?

Kooisystemen

De leden van de fractie van de ChristenUnie merken op dat in voorliggend wetsvoorstel het houden van dieren in kooien ten principale niet wordt verboden. Het blijft dus mogelijk leghennen te houden in kooien, mits voldaan wordt aan de juiste hoeveelheid oppervlakte per kip. De eieren uit deze kooien kunnen dan wel verkocht worden als scharrelei. Voornoemde leden vragen of de minister hier, met de PVE, niet verwacht dat de consument deze eieren niet als scharreleieren zal zien en dat dit het imago van het scharrelei zal schaden?
Hoe beziet de minister overigens in dit licht de toekomstige ontwikkelingen en de toekomstige waarde van groepshuisvesting in grotere kooien?

Rapport LEI

De leden van de fractie van de ChristenUnie realiseren zich dat de datum waarop het besluit in werking had moeten treden vanwege Europese regels reeds is overschreden. Niettemin informeren deze leden waarom niet gewacht wordt op het rapport van het LEI waarin onderzocht wordt wat de gevolgen zijn van het Legkippenbesluit voor de toekomstige positie van de Nederlandse eiproductenindustrie.

Onmiddellijk verbod op nieuwbouw
De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen een reactie van de minister op de suggestie om in het legkippenbesluit een zodanige regeling op te nemen dat het zo spoedig mogelijk stoppen van nieuwbouw van legbatterijen zoveel mogelijk wordt gestimuleerd. Dit eventueel gekoppeld aan een sloopregeling voor de oude legbatterijen. Kan de minister daarnaast aangeven wat de effecten zullen zijn van het opnemen van een dergelijke bepaling of juist het nalaten daarvan?

Artikelsgewijs

Artikel 4

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen waarom in artikel 4 van het besluit niet is opgenomen dat er een bepaalde hoeveelheid vrije ruimte onder en boven de stok moet zijn?


---