Arrondissementsparket Amsterdam
Amsterdam, 10 juni 2002
Reactie NRC-artikel over zaak Fortuyn
In het NRC-Handelsblad van zaterdag 8 juni jl. heeft een uitgebreid
artikel gestaan over de zaak Fortuyn onder de titel 'Volkert en de
feiten, tussenstand van het onderzoek naar de moord op Fortuyn'. Over
de inhoud van het artikel met betrekking tot de door de journalist
aangevoerde feiten wenst het OM geen commentaar te geven. Echter, ten
aanzien van het einde van het artikel waarin bronnen binnen het
Amsterdamse parket worden aangehaald wil het Amsterdamse parket wel
reageren. Los van het feit of het op waarheid berust dat er bronnen
binnen het Amsterdamse parket zouden zijn die met de journalist hebben
gesproken, is het in ieder geval pertinent onjuist dat de officier van
justitie die de zaak behandelt zich nu al - tegenover wie en bij welke
gelegenheid dan ook - uitgelaten zou hebben over de voorgenomen eis,
in het artikel omschreven als "de hoofdprijs". Zoals te doen
gebruikelijk in alle strafrechtelijke onderzoeken neemt de officier,
zeker ook in deze bijzondere zaak pas na sluiting van het onderzoek,
kort voor de inhoudelijke behandeling door de rechtbank, een
beslissing omtrent de gewenste eis, op basis van alle dan bekende en
relevante aspecten van de zaak.