Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Vaste Commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
DL. 2002/1033
datum
18-06-2002

onderwerp
Stand van zaken van toezeggingen inzake Pachtbeleid TRC 2002/5356

bijlagen

Geachte Voorzitter,

Hierbij bericht ik u over de stand van zaken met betrekking tot een tweetal toezeggingen die ik de Kamer heb gedaan in het kader van het Algemeen Overleg en VAO-Pachtbeleid op 19 en 20 december 2001.

datum
18-06-2002

kenmerk
DL. 2002/1033

bijlage

De eerste toezegging heeft betrekking op onderzoek naar verschillende modellen voor een systeem van pachtprijsbeheersing. Dit naar aanleiding van de aangenomen motie-Waalkens/Geluk (Kamerstukken II, 2001-2002, 27 924, nr. 4, 20 december 2001) waarin de regering wordt verzocht om voor bedrijfspacht een evenwichtig prijsbeheersingssysteem te maken en hiervoor de Kamer voorstellen te doen. Ik heb bij indiening van de motie aangegeven enkele modellen van een evenwichtig prijsbeheersingssysteem op een rij te zullen zetten om aan de hand daarvan te bezien of het al dan niet wenselijk is zo'n systeem in de wet op te nemen.
Op dit moment is een aantal potentiële opdrachtnemers benaderd voor het uitbrengen van een offerte. Ik heb hen gevraagd de volgende modellen in het onderzoek te betrekken:
model 1: geen prijsbeheersing;
model 2: prijsbeheersingssysteem à la Pachtnormenbesluit; model 3: prijsbeheersingssysteem op basis van een 'going concern'-waarde;
model 4: prijsbeheersingssysteem dat een combinatie is van prijzen voor losse pachtgrond en de 'going concern'-waarde, ofwel een mix van marktconforme prijzen en agrarische waarde.

De analyse van de modellen moet per model resulteren in: 1. een beschrijving van de werking van het model; 2. de wijze waarop het model al dan niet bijdraagt aan de met pacht te realiseren doelstellingen;
3. de verwachte effecten van het model op de ontwikkeling van het pachtareaal, met name de invloed van het prijsbeleid op de beslissing van grondeigenaren om pachtvrije grond al dan niet in pacht uit te geven;
4. de verwachte effecten van het model op de ontwikkeling van de pachtprijs, zo mogelijk resulterend in een overzicht van de verschillende pachtprijzen die onder de verschillende modellen tot stand zullen komen;
5. de eventuele neveneffecten van het model voor pachters; 6. een beschrijving van de wijze waarop en de voorwaarden waaronder het model operationeel kan worden.

Ik verwacht voor eind juni 2002 de opdracht te kunnen verlenen, zodat het onderzoek rond 1 oktober 2002 kan zijn afgerond. Op deze wijze kunnen de resultaten en mijn besluit naar aanleiding daarvan op ordentelijke wijze mede een rol spelen bij de voorbereiding van het wetsvoorstel voor het nieuwe pachtbeleid.

De tweede toezegging heeft betrekking op een vraag van mevrouw Schreijer-Pierik (CDA). Zij vroeg mij de situatie inzake de pachtstelsels in de ons omringende landen in beeld te brengen om te kunnen beoordelen of en zo ja, in hoeverre Nederland, Europees gezien, een afwijkend beleid voert. Ik heb het Expertisecentrum LNV opdracht gegeven mij voor 1 juli 2002 te rapporteren over de wijze waarop de pacht, en in het bijzonder de positie van de pachter daarin, is geregeld in de volgende landen: Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Denemarken, België en Frankrijk. Zodra deze rapportage gereed is zal ik de Kamer daarover informeren.

De staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,

G.H. Faber


---