Productschap Margarine


EP, lidstaten en Commissie naderen akkoord biobrandstoffen

Gisteren bleek tijdens de plenaire zitting van het Europees Parlement (EP) in Straatsburg dat de standpunten van het EP, de lidstaten en de Europese Commissie elkaar m.b.t. de richtlijnen biobrandstoffen aanzienlijk genaderd zijn. Met name over het aspect of de beoogde aandelen biobrandstof in het wegtransport een verplicht danwel indicatief karakter behoren te hebben, lijkt donderdag a.s. een doorbraak te kunnen worden bereikt. Dan stemt het EP namelijk over het Commissievoorstel voor een richtlijn tot bevordering van het gebruik van biobrandstoffen in het wegtransport. Vandaag zal het EP al stemmen over het Commissievoorstel dat lidstaten de mogelijkheid biedt een verlaagd accijnstarief toe te passen op biobrandstoffen.

Biobrandstoffen voor wegtransport
De Europese Commissie heeft in november 2001 voorgesteld om de lidstaten vanaf 2005 te verplichten tenminste twee procent van de totale hoeveelheid verkochte benzine en dieselolie voor het wegtransport uit biobrandstoffen te laten bestaan. Dit percentage zou op grond van dit voorstel in de periode 2005-2010 geleidelijk worden verhoogd naar uiteindelijk 5,75. Zowel het verplichtende karakter als de genoemde percentages van deze aandelen leken aanvankelijk op brede steun te kunnen rekenen van het EP. De EP-industriecommissie heeft zich op 20 juni jl. bij de vaststelling van haar verslag nog overtuigd uitgesproken voor de verplichte aandelen biobrandstof in het wegtransport. Ditzelfde gold voor een viertal andere parlementaire commissies met een adviserende taak op dit terrein. Een meerderheid van de lidstaten heeft zich op 7 juni jl. echter overduidelijk uitgesproken tegen verplichte aandelen biobrandstof en zich voorstander getoond van de toepassing van indicatieve aandelen. Bij deze aanpak wordt de individuele lidstaten de nodige vrijheid geboden om hun nationale beleid in te vullen. Het Spaanse EU-voorzitterschap heeft tot 1 juli jl. veel inspanningen verricht om het parlement, de Commissie en de lidstaten op dit aspect op een lijn te krijgen. Teneinde een compromis te bereiken hebben de twee grootste EP-fracties de afgelopen week twee wijzigingsvoorstellen ingediend op basis waarvan niet langer wordt vastgehouden aan verplichte aandelen biobrandstof in het wegtransport. Deze amendementen voorzien echter wel in een zware rapportageplicht voor de Europese Commissie. De Commissie dient uiterlijk 31 december 2006 het EP en de lidstaten te rapporteren over de geboekte vooruitgang als gevolg van de maatregelen op het terrein van biobrandstoffen in het wegtransport. Indien uit deze rapportage blijkt dat de indicatieve doelstellingen door onvoldoende inspanningen waarschijnlijk niet gehaald zullen worden, biedt het de Commissie de expliciete mogelijkheid 'verplichte aandelen voor te stellen. Gisteren gaf Europees commissaris voor Energiezaken, Loyola de Palacio aan dat zij in dit stadium bereid is genoegen te nemen met de minder ambitieuze indicatieve aandelen en dat de Commissie de twee eerdergenoemde amendementen steunt.

Detaxatie
Op 20 juni jl. hebben de EU-ministers van Financiën een politiek akkoord bereikt over de wijze waarop lidstaten biobrandstoffen fiscaal mogen begunstigen, zonder overigens de details van dit akkoord naar buiten te brengen. Duidelijk is wel dat het een facultatieve regeling tot accijnsverlaging betreft, omdat een aanzienlijk aantal lidstaten niets voelde voor een verplichting hiertoe. Of de lidstaten bijvoorbeeld bereid zijn de mogelijkheid te bieden (bepaalde) biobrandstoffen als motorbrandstof volledig vrij te stellen van accijnzen, is nog niet naar buiten gebracht. De Europese Commissie had voorgesteld de accijnsreductie voor biobrandstof als motorbrandstof vast te stellen op maximaal vijftig procent. Het EP was niet erg gecharmeerd van de voorgestelde beperking van de fiscale stimulans voor deze toepassing van biobrandstoffen. Hoewel de invloed van het EP op het terrein van de accijnzen niet erg groot is, kan niet worden uitgesloten dat het EU-voorzitterschap het parlement een grotere fiscale begunstiging heeft toegezegd 'in ruil voor meer flexibiliteit van het EP op het terrein van de (indicatieve) aandelen'.