Vlaamse overheid

PERSMEDEDELING VAN HET KABINET VAN MINISTER VERA DUA VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU EN LANDBOUW

Zondag 4 augustus 2002

Ambitieus plan moet afvalberg doen krimpen

Vanaf maandag 5 augustus 2002 ligt het nieuwe Vlaams Huishoudelijk Afvalstoffenplan ter inzage op alle Vlaamse gemeentehuizen. Twee maanden lang kunnen alle Vlamingen hun bemerkingen op dit afvalstoffenplan geven. In dat plan roept Vlaams milieuminister Vera Dua de Vlamingen op om de afvalberg drastisch te laten krimpen. Tegen 2007 zou elke Vlaming nog hooguit 150 kg restafval (huisvuil en grofvuil) buiten mogen zetten. In 2000 was dat nog 191 kilogram. Wanneer de Vlamingen kiezen voor afvalpreventie en hergebruik, wacht hen alvast een lagere afvalfactuur.

Vlamingen geven nu reeds het goede voorbeeld. Zowel wat betreft de selectieve ophaling van huisvuil als wat betreft recyclage zijn Vlamingen absolute koplopers. In 2000 werd in Vlaanderen liefst 66 % van het huishoudelijk afval selectief ingezameld. Nergens elders ter wereld wordt er zo veel selectief opgehaald en gerecycleerd als in Vlaanderen.
Vlaams milieuminister Vera Dua legt nu een ambitieus plan voor met de bedoeling de afvalberg verder te doen krimpen.
Het plan, dat de nadruk legt op afvalpreventie en hergebruik, ligt vanaf maandag 5 augustus ter inzage in alle Vlaamse gemeentehuizen. Twee maanden lang, tot 4 oktober 2002, kunnen alle Vlamingen hun aan- en opmerkingen over dit Huishoudelijk Afvalstoffenplan kwijt. Ook de gemeenteraden kunnen hun advies geven over dit plan. Op basis van de bemerkingen, suggesties en voorstellen wil de minister haar plan, waar mogelijk, aanpassen. Er wordt naar gestreefd tegen eind dit jaar een definitief plan, gedragen door de brede bevolking, ter goedkeuring voor te leggen aan de Vlaamse regering.

Scenario's

Het Huishoudelijk Afvalstoffenplan vertrekt van een aantal scenario's. Minister Vera Dua opteert voor het Duurzaamheidsscenario. Dat scenario benadrukt een verdere uitbouw van de selectieve ophaling en een doorgedreven afvalpreventie. Dit Duurzaamheidsscenario voorziet dat tegen 2007 liefst 69 % van alle huishoudelijk afval - 2,1 miljoen ton - selectief wordt ingezameld. De hoeveelheid huishoudelijk restafval voor eindverwerking verkleint dan van
1.138.000 ton (2000) naar 936.000 ton in 2007. (Bedrijven produceren, volgens dit scenario, tegen 2007 961.000 ton restafval. In 2000 tekenden de ondernemingen nog voor 1.184.000 ton restafval.) Bedrijven zullen dezelfde inspanningen moeten leveren als de bevolking.

De minister hoopt alvast met haar plan om het huishoudelijk afval tegen 2007 te verminderen tot 150 kg per inwoner. Ter vergelijking: in 2000 plaatste de gemiddelde Vlaming nog 191 kg aan restafval buiten; in 1995 nog. 325 kg.

Het plan legt de nadruk op afvalpreventie en hergebruik. Dat is meteen ook de milieuvriendelijkste manier om de verbranding van afval zoveel mogelijk tegen te gaan. Door een verder doorgedreven preventie, selectie en hergebruik zal immers niet enkel de afvalberg verkleinen, ook de samenstelling van het restafval zal wijzigen. Uit dit restafval zal een maximum aan energie gehaald worden, niet alleen via geoptimaliseerde huisvuilverbrandingsinstallaties, maar ook door het inzetten van alternatieve eindverwerkingsinstallaties. Het storten van afval wordt sowieso afgebouwd naar 2005 toe.

Afvalpreventie

Welke zijn de concrete voorstellen die vanaf maandag 5 augustus aan de bevolking worden voorgelegd?

Wat betreft afvalpreventie zijn er een resem voorstellen. Zo hoopt de minister dat tegen 2007 vier op de tien Vlamingen groenten-, fruit- en tuinafval niet langer meegeeft aan de ophaaldiensten. Dit doel kan bereikt worden via een verdere - met financiële middelen ondersteunde - uitbouw van thuiscomposteren, houden van kippen, compostmeesterwerking, wijkcompostering.

Om papierafval te voorkomen, worden er specifieke acties opgezet rond geadresseerd en niet-geadresseerd reclamedrukwerk.

Het is de bedoeling dat één op vijf wegwerpdrank- verpakkingen tegen 2007 is vervangen door herbruikbare verpakkingen.

De minister rekent er tevens op dat liefst tien procent van het afval aan elektrische en electronische apparaten kan voorkomen worden door preventie (langere levensduur.) en hergebruik.

Het beleid rond kringloopcentra wordt nog geïntensifieerd. Elke Vlaming moet in zijn buurt terecht kunnen voor het wegdoen of kopen van nog herbruikbare goederen. 10% van het grofvuil bevat immers nog perfect bruikbare spullen.

Luiers vormen momenteel een niet te verwaarlozen deel van het huishoudelijk afval. De minister verwacht dat door een reductie in gewicht en het stimuleren van herbruikbare luiers aan de groeiende afvalberg van luiers en incontinentiemateriaal een halt toe te roepen.

Selectieve inzameling

De selectieve inzameling van huisvuil zal nog toenemen. In 2000 bedroeg de selectieve inzameling 66 procent; tegen 2007 zou dat moeten stijgen tot 69-70 procent.
Om die inzamelgraad te kunnen halen, wordt nog een kleine inspanning gevraagd van de Vlamingen.

Tegen 2007 zouden acht op de tien Vlamingen hun afval gescheiden moeten aanbieden.

Voor glazen verpakkingen, recupereerbaar papier en karton en de steenfractie uit grof vuil wordt gehoopt dat zelfs negentig procent van de inwoners hun afval selectief scheiden.

Om deze percentages te bereiken worden er specifieke acties opgezet rond de verschillende fracties zoals GFT-afval, papier en karton, glas, PMD-afval, textiel, grofvuil, bouw- en sloopafval, groenafval, oude metalen, hout, klein gevaarlijk afval, licht radioactieve stoffen, luiers, geneesmiddelen, dierlijk afval, verzorgingsafval en composteerbrare verpakkingen.

Ook de afvalscheiding in appartementsgebouwen, (groot)stedelijk gebied en de kustgemeenten krijgt de komende jaren extra aandacht. Er zal daarbij specifieke aandacht besteed worden aan bepaalde doelgroepen zoals scholen, jongeren van 15 tot 18 jaar, allochtonen, . via een aangepaste
doelgroepenwerking.

Enkele belangrijke instrumenten zullen worden ingezet. Via doorgedreven informatie- en
sensibiliseringscampagnes zal aan de burger worden verduidelijkt hoe hij het beste omgaat met zijn huishoudelijk afval. Veel aandacht zal besteed worden aan afvalvoorkominhg en aan de kostprijs van het afvalbeheer. Het uitvoeringsplan huldigt het principe "de vervuiler betaalt". Wie veel afval produceert, ook perfect vermijdbare selectieve afvalfracties die de burger zelf kan voorkomen, moet hiervoor betalen. Het verkleinen van de afvalberg kan maar slagen als ook de hoeveelheid selectief ingezameld afval gestabiliseerd wordt en op termijn gevoelig afneemt.

Er zal ook onderzocht worden hoe de vaste ophaal- en inzamelkosten op een meer sociale manier kunnen aangerekend worden. Diverse financiële instrumenten zoals retributies, belastingen, heffingen, statiegeld, milieutaksen, . zullen op mekaar afgestemd worden.

Andere belangrijke instrumenten zijn de
aanvaardingsplichten van papierafval, afgedankte elektrische en elektronische apparaten, . en eventueel bijkomende afvalstromen en de terugnameplicht verpakkingsafval die alle zullen geoptimaliseerd worden. Concreet gaat het bijvoorbeeld om het verduidelijken van wat in de PMD-zak mag. Zo wordt overwogen om alle verpakkingen met een zogenaamd groen punt toe te laten tot de PMD-zak.

Tenslotte zal aandacht besteed worden aan het beteugelen van ongewenst gedrag zoals thuisverbranden, sluikstorten, afvalmigratie, .

Rond zwerfvuil zal intensief samengewerkt worden met alle publieke en private actoren.

Eindverwerking

Wat na selectieve inzameling nog aan afval overblijft, kan op drie manieren verwerkt worden:

- voorbehandeling met het oog op eindverwerking, gevolgd door verbranding met energierecuperatie in bvb. een wervelbedverbrandingsinstallatie;
- verbranding als nuttige toepassing (energierecuperatie) in
roosterovenverbrandingsinstallaties;

- verbranding zonder nuttige toepassing en storten (wordt afgebouwd tegen 2005)

Vlaanderen huldigt het Europese
zelfvoorzieningsprincipe voor eindverwerking. Het betekent dat in Vlaanderen voldoende
eindverwerkingscapaciteit moet voorzien worden. In 2000 beschikte Vlaanderen slechts over een verwerkingscapaciteit van 1.168.000 ton
(huisvuilverbrandingsinstallaties). Het is ruim onvoldoende om alle afval voor eindverwerking aan te kunnen. Het moratorium op de bouw van nieuwe roosterovenverbrandingsinstallaties blijft onverminderd van kracht. Er worden daarom in Vlaanderen vijf voorbehandelingsinstallaties voorzien met volgende capaciteit:

- Recycling Center Evergem, 120.000 ton (vergund)
- IOK-IGEMO Geel, 150.000 ton (vergund)
- VERA Antwerpen, 150.000 ton (vergund)
- IGEAN Brecht, 30.000 ton (proefinstallatie/vergund)
- Limburg, 150.000 ton (in aanvraag) Tevens wordt er een wervelbedverbrandingsinstallatie van Indaver voorzien te Beveren met een capaciteit van 466.000 ton (waarvan 233.000 ton hoogcalorisch afval).

Er gebeurt een nauwgezette programmering van de eindverwerkingscapaciteit zodat er geen overcapaciteit ontstaat en de druk op preventie en selectieve inzameling maximaal blijft.

Er komen tenslotte geen nieuwe stortplaatsen in Vlaanderen. Een aantal bestaande stortplaatsen voor huishoudelijk afval worden zo snel mogelijk gesloten en afgewerkt.

Gevolgen milieu

Indien de doelstellingen uit dit Huishoudelijk Afvalstoffenplan gehaald worden, dan zal de levenskwaliteit van de Vlamingen er alvast danig op vooruit gaan; niet in een verre toekomst maar op zeer korte termijn, tegen uiterlijk 2007. Uitgaande van het duurzaamheidsscenario wordt er tegen 2007 liefst 203 procent meer energie gerecupereerd. De impact van de luchtemissies (verbranden, storten, voorbehandeling) op de menselijke gezondheid zal afnemen met niet minder dan 386 procent. Hierbij moet opgemerkt worden dat nu reeds alle bestaande Vlaamse
huisvuilverbrandingsinstallaties voldoen aan de huidige VLAREM-normen. Tegen 2005 worden de normen voor NOx emissies extra verstrengd. Momenteel bedraagt de gemiddelde uitstoot van stikstofoxide van de huisvuilverbrandingssector nog 1623 g/ton. Tegen 2005 moet die uitstoot dalen naar gemiddeld 277 g/ton. Indien het Vlaams Huishoudelijk Afvalstoffenplan door de Vlamingen wordt goedgekeurd zal, tegen 2007, ook de verzuring en de bemesting van de grond afnemen; met liefst 267 procent. Kortom, het Huishoudelijk Afvalstoffenplan maakt het mogelijk dat ons leefmilieu er op korte termijn danig op vooruit gaat.

Kostprijs

Het prijskaartje? De keuze voor het
Duurzaamheidsscenario zal, op korte termijn, een aanzienlijke besparing betekenen vermits de totale hoeveelheid restafval verder afneemt. Het is meteen het bewijs dat preventie echt loont, ook in de geldbeugel.
De Vlaamse overheid zal een belangrijke financiële inspanning doen. Tussen 2003 en 2007 investeert de Vlaamse overheid meer dan 52 miljoen euro in dit Huishoudelijk Afvalstoffenplan. Het zwaartepunt van de uitgaven ligt in de jaren 2003 en 2004. De centen gaan vooral naar preventie (60 %), selectieve inzameling en recyclage (39 %) en eindverwerking (minder dan 1 %). Het geld wordt in die beginperiode deels gebruikt voor onderzoek, maar meer nog voor sensibiliseringsacties en voor het subsidiëren van allerhande projecten.

Dit Huishoudelijk Afvalstoffenplan opteert resoluut voor het principe "de vervuiler betaalt". Hierbij wordt gekozen voor het toepassen van gedifferentieerde tarieven. Zo wordt aanbevolen dat de verkoopprijs van huisvuilzakken van 60 liter 1,5 euro bedraagt.

De rest van de afvalfactuur dient met algemene - en dus sociaal gecorrigeerde - middelen betaald te worden.

Op deze wijze wordt de kostprijs voor de burger binnen aanvaardbare perken gehouden.

Vlamingen die de mogelijkheden van dit Huishoudelijk Afvalstoffenplan benutten, op het vlak van preventie, hergebruik, selectieve ophaling en recyclage, zullen niet alleen het milieu een grote dienst verlenen, maar zullen tevens hun afvalfactuur aanzienlijk kunnen verminderen.

De doelstellingen van het Huishoudelijk
Afvalstoffenplan zijn realiseerbaar wanneer iedereen - burger, overheid en privésector - zijn of haar steentje bijdraagt en optimaal samenwerkt.

info : Ron Hermans, communicatieadviseur van minister Dua - tel. (02) 553 27 81
e-mail: persdienst.dua@vlaanderen.be