Nationaal Archief gaat Europese samenwerking aan tegen inkvraat

Den Haag, 2002-08-07
Tekeningen van Rembrandt en Guercino die vervagen en het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) waar de gaten in vallen: als onderzoekers geen oplossing vinden voor de sluipende documentziekte inktvraat, is de toekomst van duizenden kunstwerken en eeuwenoude archieven wereldwijd onzeker. Dat is de reden dat het Nationaal Archief in Den Haag, Teylers Museum in Haarlem en het Instituut Collectie Nederland gaan samenwerken op het gebied van restauratie en conservering. Zij hebben daartoe een overeenkomst getekend met 4 culturele en wetenschappelijke instellingen in Europa, waaronder het Louvre in Parijs en de Universiteit van Ljubljana in Slovenië. Het is voor het eerst dat bibliotheken, musea en archieven in Europees verband op dit gebied samenwerken. De Europese Unie draagt 1.000.000 bij aan de ontwikkeling van een behandelmethode voor inktvraat.

Hoe inktvraat schade aanricht
De Romeinen schreven al met inkt die uit de galnoot, product van onder meer de eikenboom, werd gewonnen. Vanaf de Middeleeuwen tot de 20e eeuw is deze inktsoort de meest gebruikte. Galinkt kan een verwoestend effect hebben op papier en perkament omdat hij ijzer en zuur bevat. Samenstelling van de inkt, ouderdom van de informatiedrager, vocht en hitte kunnen tot gevolg hebben dat de inkt oxideert. Als dit gebeurt, is op het papier een bruine verkleuring zichtbaar die zich gemakkelijk uitbreidt. Wordt de schade niet aangepakt, dan ontstaan er gaten in het document en gaat de informatie of afbeelding verloren.

Dreiging voor collecties Nationaal Archief en Teylers Museum Een aanzienlijk deel van de collectie van het Nationaal Archief loopt gevaar als gevolg van inktvraat. Op dit moment kan 10% van het archief van de VOC en 36% van de WIC-archieven niet zonder risico worden gebruikt voor onderzoek. Ook honderden kostbare tekeningen van Hollandse en Europese meesters zijn beschadigd door de documentziekte. Niet alleen in Nederland maar overal in Europa hebben cultuurbeherende instellingen alle belang bij een snelle oplossing voor de inktvraat-ziekte. Zeven van hen hebben zich nu verenigd in het Europese samenwerkingsverband InkCor (Stabilisation of Iron Gall Ink Containing Paper).

Stap 1: Honderden tekeningen en archiefstukken getest op inktvraat Het Nationaal Archief en Teylers Museum leveren een onmisbare bijdrage aan het samenwerkingsproject InkCor door middel van toegepast onderzoek. Vanaf volgende week dinsdag 13 augustus test een team restauratoren van het Nationaal Archief maar liefst 100 archiefstukken uit de Nederlandse geschiedenis, uit elke eeuw 10 documenten. Het testprogramma moet nog dit jaar klaar zijn. Met behulp van UV-licht wordt gekeken naar de eerste sporen van schade; aan de hand van verschillende tests kijkt men naar de eigenschappen en de conditie van het papier en de inkt. Ook de restauratoren van Teylers Museum gaan de schade aan hun topcollectie tekeningen van onder meer Rembrandt en Guercino inventariseren. Het Instituut Collectie Nederland coördineert het eerste deel van het InkCor-project en doet historisch onderzoek naar inktrecepten en i.s.m. de Europese partners wetenschappelijk onderzoek naar de inktsamenstelling. Het praktijkonderzoek en het wetenschappelijke onderzoek moeten uiteindelijk de oorzaken van inkvraat in kaart brengen.

Meer informatie testprogramma
Media die aanwezig willen zijn bij het begin van het testprogramma op 13 augustus 2002, zijn van harte welkom. Ook voor meer informatie over het restaureren van objecten kunt u de volgende contactpersoon benaderen:
aag: mw S. Barbier, tel 070-3315455 of
suzanne.barbier@nationaalarchief.nl Op deze website vindt u ook uitgebreide informatie over archiefbeheer.