---

Kamervragen en antwoorden
---

De in opspraak geraakte eskadercommandant van de Koninklijke Marine

22-08-2002

Onder verwijzing naar uw brief van 31 juli 2002 genummerd 2010213270 bied ik u hierbij aan de antwoorden op de schriftelijke vragen van het Tweede-Kamerlid Teeven over de in opspraak geraakte eskadercommandant van de Koninklijke Marine wegens (mogelijke) ongewenste intimiteiten aan boord van HMS fregat Willem van der Zaan.

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

1. Heeft u kennis genomen van het artikel 1) inzake het in opspraak raken van een eskadercommandant van de Koninklijke Marine?

Ja.

2. Heeft het personeel van de HMS van der Zaan aangifte gedaan bij de leiding van de Koninklijke Marine tegen de betrokken vlagofficier, maar zijn deze aangiften niet in behandeling zijn genomen?

Er is geen aangifte gedaan door bemanningsleden van Hr. Ms. Willem van der Zaan of door andere personeelsleden van de Koninklijke marine.

3. Zijn er administratieve maatregelen genomen door de leiding van de Koninklijke Marine, zodat dergelijke incidenten in de toekomst achterwege blijven van de zijde van de betrokken vlagofficier?

Commandant Zeemacht in Nederland heeft op 16 juli 2002 een commissie ingesteld om feiten en omstandigheden te onderzoeken. Hoewel de geruchtenstroom meer suggereert dan feitelijk is vastgesteld, is het duidelijk geworden dat het gedrag van de eskadercommandant niet overeenkomt met hetgeen de KM van een officier van zijn rang en positie verwacht. Mede op verzoek van betrokkene, heeft de bevelhebber der zeestrijdkrachten besloten de eskadercommandant van zijn functie te ontheffen, aangezien zijn positie is aangetast en betrokkene in zijn huidige functie niet meer naar behoren kan functioneren.

Nieuws Ministerie van Defensie